maal niet dat wij de toonzaal moeten dichtdoen. Ik
heb bedoeld te zeggen dat de toonzaal er een andere
functie bij zou moeten krijgen,
De heer OLDENBOOM: De problematiek is veel inge
wikkelder dan wij hier op dit moment even uit de los
se hand kunnen zeggen Wij weten helemaal niet of de
toonzaal leidt tot meer energieverbruik. Omdat het
transport van gas qua energiegebruik aanzienlijk voor
deliger is dan het transport van elektriciteit, kan het
best zijn, dat als er meer gastoestellen en minder elek
trische apparaten worden gebruikt, er minder energie
wordt verbruikt. Ook kan het inruilen van oude appa
raten voor nieuwe apparaten aanzienlijke energiebe
sparingen opleveren Ik vind dan ook dat wij een klein
beetje voorzichtig moeten zijn en niet zo maar even
tjes moeten beweren dat wij de toonzaal maar gauw
moeten gaan sluiten,
De heer VAN EE: Dar is ook niet gezegd.
De heer VISSER: Het gaat er niet om, mevrouw de
voorzitter, dat de toonzaal maar gauw moet worden
gesloten. Dat begrijp ik ook wel. Het gaat erom dat
wij als gemeente een andere instelling moeten heb
ben.
De heer OLDENBOOM: Moeten wij de mensen nu nog
serieus nemen of niet, mevrouw de voorzitter?
De heer VISSER: Wij moeten de toonzaal ombouwen,
omdat wij als gemeente een functie hebben om de men
sen erover voor te lichten, dat het zoals het gaat niet
goed gaat, dat de energiebronnen opraken, dat wij
straks met energiestromen moeten gaan werken, dat
het er niet om gaat of gas beter of goedkoper is dan
elektriciteit, maar dat wij bezig zijn de zaak op te ma
ken en dat wij al een heleboel kunnen redden als wij
een eind maken aan de 30% verspilling die er is. Ik
geloof dat een toonzaal helemaal uit de tijd is en dat
wij gewoon een andere opstelling moeten hebben om
de mensen erover voor te lichten wat zij kunnen doen.
Het gaat niet alleen om het sturen van briefjes aan de
bewoners van de woningen die bij de S.S.W. in beheer
zijn. Wij moeten ook aan de nieuwbouw denken.
Wanneer je bij nieuwbouw meteen de nodige maatre
gelen neemt waardoor energiebesparing kan optre
den, dan is dat veel gemakkelijker en goedkoper dan
wanneer je die maatregelen later moet nemen,
De VOORZITTER: Maar dat gebeurt toch vanzelf al?
De heer VISSER: Ja, alles gebeurt hier vanzelf en
iedereen is het er met iedereen over eens, dat het alle
maal zo ingoed gaat, maar
Wethouder HOEKSTRA: Ten aanzien van de nieuw
bouw gelden er wat dat betreft voorschriften, mijn
heer Visser.
De heer VISSER: Goed. Er ligt ook een nota om iets
met scholen te doen. Dat weet de heer Plomp; daar
heb ik hem attent op gemaakt. De heer Menne heeft
al gezegd dat er allerlei subsidiemogelijkheden zijn.
Welnu, laten wij dat alles eens uitbuiten. En dan stel
ik toch voor dat het voorstel van de heer Van Ee
wordt aangenomen en dat daar wat geld aan gespen
deerd wordt.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Als
ik goed geinformeerd ben, dan hebben wij wat de
toonzaal betreft te maken met een overeenkomst met
de installateurs binnen de gemeente.
De VOORZITTER: Ja, precies.
De heer VAN AALST: Ik meen dat wij daar niet zo
eentweedrie aan kunnen tornen.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik
geloof niet dat wij nu dadelijk een aanloopkrediet
nodig hebben. Er zijn bij de S.S.W. mensen genoeg
om voor te lichten en dergelijke. Je zou desnoods een
grote publicatie hierover kunnen doen verschijnen in
Op 't Hoogt. Daar zou ik een voorstander van zijn.
Daarin zouden alle mogelijkheden om te bezuinigen
kunnen worden genoemd. Er zouden ook desbetref
fende publicaties in de plaatselijke pers kunnen ko
men. Dat gebeurt trouwens ook. Het betreft hier na
tuurlijk niet alleen een plaatselijke zaak, maar ook
een landelijke zaak, Hiermede wil ik natuurlijk niet
zeggen dat wij omdat het een landelijke zaak is, er
plaatselijk maar niets aan moeten doen. Ik ben het
van harte eens met de opvatting dat wij veel zuiniger
moeten leven.
De heer VAN POPPELEN: Maar niet discrimineren.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter.
De toonzaal is er niet onmiddellijk voor het gasbe
drijf, maar voor de installateurs in Soest, die er met
hun klanten naar toe kunnen gaan.
Wij kunnen - en dit wil ik meegeven aan de gascom-
missie, opdat zij het eens bespreekt - in de toonzaal
ook bepaalde publicaties ophangen waarin wordt ge
wezen op het belang van zuinigheid met energie.
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN-
BERG: Die zijn er al.
Wethouder HOEKSTRA: O. Ik kom daar niet zo
vaak.
De VOORZITTER: Dames en heren! Wij zitten nog
even met het voorstel van de heer Van Ee inzake een
aanloopkrediet. Ik dacht dat wij helemaal geen aan
loopkrediet nodig hebben, maar dat wij best een
ambtenaar of voor mijn part twee ambtenaren in onze
dienst opdracht zouden kunnen geven om het door
de heer Van Ee bedoelde onderzoek te doen en om
dan uit te voeren wat er zou moeten worden uitge
voerd. Ik ben het er helemaal mee eens dat als be
paalde besparingen in overheidsgebouwen mogelijk
zijn, ze inderdaad moeten worden gerealiseerd. Wij
hebben al de eenvoudige mogelijkheid genoemd dat
je ervoor zorgt dat het daar in het weekend lekker
koud is. Maar er kunnen natuurlijk vele mogelijkhe
den worden gevonden om energie te besparen. Ik
dacht echt niet dat daar een apart aanloopkrediet
voor nodig is, maar dat wij het gewoon met de direc
teur van gemeentewerken zouden kunnen bespreken
en een opdracht zouden kunnen geven om zo'n on
derzoek uit te voeren.
De heer VAN EE: Het spreekt mij aan, mevrouw de
voorzitter, dat u een aantal mensen terzake een op
dracht wilt geven. Dan weten wij niet waar dat toe
leidt, maar dat zal dan in ieder geval wat mij betreft
de aanloop zijn. Ik zou nu alleen nog willen verne
men wanneer wij van het college kunnen horen, dat
dit inderdaad gebeurd is of zal gebeuren. Kunnen
wij daar in de volgende raadsvergadering iets over
horen? Wij hebben dezelfde vraag al eens eerder, nl.
tijdens de begrotingsbehandeling, gesteld en toen
kregen wij ook een
De VOORZITTER: Als u alles de volgende maand
hier wilt hebben (straks was er wat dat betreft ook al
wat), dan lijkt mij dat een beetje vlug.
De heer VAN EE: U kunt de taak voorleggen en dan
kunt u te zijner tijd zeggen dat u iemand heeft be
noemd en dat over drie maanden een eerste rapport is
te verwachten