dezen wil voeren. Het nu voorgelegde besluit komt overeen met soortgelijke besluiten die ons eerder zijn voorgelegd, maar het college geeft er nu ook een klei ne beschouwing bij. Eén woord daarin valt mij op, en wel het woord „intensieve" in de vijfde regel van het voorstel. Ik meen dat wij hier indertijd hebben beslo ten, dat het gebied in kwestie überhaupt niet zou worden bebouwd. Dat is een van de dingen waarover wij het toen, naar ik dacht in verband met het. ontwik kelingsplan, eens zijn geworden. Nu lees ik echter in het voorstel: „dat Kortend niet voor intensieve be bouwing in aanmerking komt". Dit betekent: wel voor bebouwing. Zou het college nu toch in ieder ge val willen zeggen dat Kortend niet voor bebouwing in aanmerking komt? Zou het college mij het plezier willen doen het woord „intensieve" terug te nemen? Volgens het voorstel zal een gedeelte van het gebied de bestemming sportterreinen krijgen. Ik moet waar schijnlijk wel weten hoe het daarmede zit, maar mis schien wil het college terzake nog even een toelichting geven. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik wil even ondersteunen wat de heer De Wilde heeft opgemerkt met betrekking tot het niet bebouwen van Kortend. Ik wijs erop dat in de alinea waarin de zin staat waarin het woord „intensieve" is opgeno men, ook een zin staat die luidt als volgt: „Onze gedachten met betrekking tot de opneming van bestemmingen in dit bestemmingsplan gaan uit naar de inrichting van (een gedeelte van) dit gebied als sportterreinen". Ik meen dat er in deze alinea een beetje een doublu re zit. De VOORZITTER: Neen. Ik heb geen raamstruc- tuur en geen notulen bij mij, maar ik dacht dat wij gewoon hebben overgeschreven wat er tijdens de vaststelling van de raamstructuur is gezegd, nl. dat Kortend nooit voor intensieve bebouwing in aanmer king mag komen. Dit betekent: helemaal niet een woningbouwplannetje. Je kunt je natuurlijk voorstel len, dat je bij de uitwerking van dit bestemmingsplan ergens best een huis zou kunnen neerzetten. Ik meen dat wij er dit mee bedoelen en dat wij het hebben overgeschreven uit de notulen of uit de uiteindelijke raamstructuur, maar ik wil dat graag nakijken. Als je zegt: „niet voor bebouwing in aanmerking komt", dan zou dat eigenlijk betekenen datje er helemaal niets in kunt zetten en dat lijkt mij voor het hele ter rein misschien een beetje te veel gezegd. Ik dacht dat het indertijd de bedoeling was, dat er niet echt watje noemt een woonwijk zou komen, maar ik zou mij kunnen voorstellen dat je bij het maken van het be stemmingsplan ergens een stukje tegenkomt waarvan je vindt dat er best een of twee huizen op zouden kunnen staan. Ik geloof dat de heer De Wilde niet te veel moet denken bij het woord „intensieve". Hij zit er trouwens zelf bij als wij het bestemmings plan ontwerpen. Ik zou het woord „intensieve" lie ver in het voorstel laten staan, want als wij nu zeggen dat Kortend „niet voor bebouwing in aanmerking komt", dan betekent het dat er helemaal niets anders dan sportvelden kunnen worden verwezenlijkt en dan zou je als je erg ver doorredeneert, moeten zeggen datje er niet eens een sportgebouw zou kunnen neer zetten. Men moet er niet meer achter zoeken dan er achter gezocht moet worden. Het woord „intensieve" is niet in het voorstel opgenomen om onder iets uit te komen. Bovendien geldt: Wie zijn wij? De heer DE WILDE: Ik mag rekenen dat de toelich ting die u nu heeft gegeven behoort bij het voorstel. Dan ben ik akkoord. De VOORZITTER: Ja. De heer DE WILDE: Verder wil ik graag dat u nog even bekijkt wat er in de besluitvorming staat. Ik heb er nl. geen gelegenheid voor gehad om dat nog te be kijken. Het liefst zou ik willen aansluiten bij de ter minologie die we toen gebruikt hebben. De VOORZITTER: Ja. Ik dacht dat we de termino logie die'we nu hebben gebruikt, ook toen hebben gebruikt. De heer DE WILDE: Het kan best zijn dat u gelijk heeft. Ik weet het niet. Maar misschien kan het even worden nagekeken. De VOORZITTER: Ja, dat kan worden nagekeken. Dames en heren. Met betrekking tot de sportbe- stemming wijs ik er op dat op het ogenblik de oude V.V.Z.-terreinen in het betrokken gebied liggen en dat het gebied op het ogenblik dus al een stuk sport- bestemming heeft. Je zou kunnen bekijken of de sportbestemming wat kan worden uitgebreid. De sportterreinen die in het gebied liggen, worden op het ogenblik overigens niet meer gebruikt voor de sport waar ze vroeger voor bestemd waren. Er be staan terzake wel bepaalde ideeën. Te dien aanzien moet er overigens nog wel over de financiën worden gesproken. Maar qua bestemming liggen er al sport terreinen en het is dus niet onlogisch om daarop aan te sluiten. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 59 Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst van ruiling met de heer R.A. Grift, Oude Grachtje 13, Soest. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik zal niet meer ingaan op de 7%. Ik wil terzake graag ge bruik maken van de door de heer Hoekstra aangege ven gelegenheid dat wij nog even heel concreet horen hoe het precies met datums en rentestanden zit. Ik heb het gevoel dat in lid 3 van punt I van het ont- werp-besluit het jaartal 1977 is weggevallen. Tijdens de behandeling in de commissie was in dit lid het jaartal 1976 opgenomen. Ik heb toen gezegd, dat dat nooit goed kon zijn. Nu staat er helemaal geen jaar tal meer. Ik neem aan dat het jaartal 1977 hierin moet worden ingevoegd. Als ik verder geen problemen met het voorstel had, dan had ik niet het woord gevraagd. Maar ik heb zeer grote bezwaren tegen het voorstel en het college moet echt zijn best doen om mij over te halen, want zoals de zaken er nu voorstaan doe ik er niet aan mee. Het betreft hier het kopen door de gemeente van 1320 m2 grond. Ik moet begrijpen dat het de bedoe ling is om wat daarop staat te slopen. De VOORZITTER: Ja. De heer DE WILDE: Als dat niet het geval zou zijn, zou er geen aanleiding zijn om te kopen, want dan zouden het huis en wat er verder staat gewoon kun nen worden ingepast in het bestemmingsplan. Als je ziet wat wij betalen voor wat wij verwerven, dan kom je op een m2-prijs die rond de f. 200,- ligt. Ik vind dat eerlijk gezegd niet aanvaardbaar. De voor gestelde transactie houdt in dat wij een perceel aan de Van Mecklenburglaan verkopen dat kleiner is dan het-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 92