heer De Wilde af wat voor duidelijke verklaring er zal worden gegeven, hoewel ik wel meen te weten dat wanneer het perceel Oude Gracht 13 zou worden in gepast in het te realiseren bestemmingsplan, wij nog veel en veel duurder uit zouden zijn. Ik zou dit echter graag nog eens van de kant van het college horen. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouwde voorzitter! In passing van het pand Oude Grachtje 13, waarover door iedereen is gesproken, is onmogelijk. Dat zit niet vast op het fietspad, want dat pad zouden we des noods wel een boogje kunnen geven, waarbij zou kunnen gelden dat het voor de fietser heel aangenaam zou zijn om in een lange, rechte weg ook eens een klein kronkelingetje te maken. Het zit vast op de vij vers en op de uitbreiding van Overhees 2. De vijvers zijn daar zonder meer noodzakelijk voor de water beheersing in deze streek, waarin wij twee soorten rio len hebben. De vijvers die in Overhees 2 worden aan gelegd en moeten dienen als regenopvangers, zijn eigenlijk al te klein. Wij hopen dat als wij verder ko men met het kleine stukje dat er nog over is, een beet je goed te maken. Verder is het zo dat de grond die uit de vijvers komt, nodig is om Overhees 2 op te hogen. Met andere woorden: Als wij het pand laten staan en de grondaan koop niet doen, dan zitten wij ogenblikkelijk al met de exploitatie-opzet ten aanzien van het bouwrijpma- ken van Overhees 2 die wij net hebben goedgekeurd. De heer DE WILDE: Hoeveel geld betreft dat? Wethouder HOEKSTRA: Ik zou het uit mijn hoofd niet durven zeggen, mijnheer De Wilde. De heer DE WILDE: Het is wel belangrijk. Wethouder HOEKSTRA: Ja. U wilde zeggen dat de grond ergens anders zou kunnen worden betrokken. De heer DE WILDE: Zeker. Het is een kwestie van rekenen. Wethouder HOEKSTRA: Maar ik weet echt niet hoe veel geld het betreft. Mevrouw de voorzitter. Op de opmerking van de heer De Wilde dat de grond die wij volgens het voorstel kopen f. 200,— per m2 kost wil ik het volgende zeg gen. Als je het gebouw weg hebt en alles rekent, dan kost de grond inderdaad f. 200,- per m2. Maar in het taxatierapport, dat ineens niet meer bij de stukken zit, is sprake van f. 120,- per m2 voor de grond en f. 115.000,- voor de woning. Is hier naar toe gerekend? Dat mag je zo niet zeggen. Het rapport is getekend door onze erkende taxateur, de heer Gerbranda, die zeer kien is op al deze zaken en overal mee naar toe gaat. In de tweede plaats is het natuurlijk zo dat er na ontzettend veel onderhande len met de tegenwoordige bewoner uiteindelijk tot deze overeenkomst gekomen is. Op de vraag van de heer Van Logtenstein hoe het kan dat er op een gegeven moment ook nog gebouwd is kan het volgende worden gezegd. Zo iets gebeurt in derdaad. Zoals het huis er toen stond, moesten wij een bouwvergunning geven voor 15% uitbreiding, en niet meer. Zulke dingen komen vandaag nog wel voor. Het komt voor dat wij van iemand een aanvrage om een bouwvergunning krijgen en dat wij dan zeggen: Ik zou het maar niet meer doen. Maar als de aanvrager erop staat, dan is het in bepaalde gebieden zo, datje 15% uitbreiding moet toestaan. Met betrekking tot de opmerking van de heer Van Logtenstein dat enerzijds de gemeente een vrij hoge prijs betaalt en anderzijds de huidige bewoner het goed naar zijn zin heeft in het pand in kwestie en er op het ogenblik helemaal niet weg wil, zou ik willen zeggen dat wij doordat wij de kavel aan de Van Meck- lenburglaan nog hadden, tot een bepaald vergelijk hebben kunnen komen en dat dat een oplossing is. Het is door de heer Lange een kwestie van goed han deldrijven genoemd. Zo mag je het uiteindelijk in derdaad zien. Je zit op het laatste moment met deze ene woning, die, om de redenen welke ik net heb genoemd, onmogelijk kan worden ingepast. Als wij deze woning wel hadden kunnen inpassen, dan had niemand van ons erover gedacht om te doen wat het college nu voorstelt. Wat het ernaast gelegen perceel betreft hebben wij grond gekocht en de woningen ingepast, maar dat is, zoals gezegd, wat de onderhavi ge woning betreft beslist onmogelijk. De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik vind de cijfers die het college overlegt onvoldoende. Wij zouden ons wat deze aankoop betreft f. 280.000,— kunnen besparen en wat ik wil weten is wat het kost als wij de grond ergens anders vandaan moeten ha len. Als de heren technici het voor het zeggen hebben, dan gaat het huis natuurlijk weg. De VOORZITTER: Neen, wij hebben het lang beke ken. Wethouder HOEKSTRA: Ik heb iets belangrijks vergeten, mevrouw de voorzitter. Het lijkt mij goed dat ik mijn antwoord even aanvul, want anders komt er verwarring. Als de vijvers anders gelegd zouden worden zou het zo maar kunnen zijn, dat we van de tweede fase van Overhees veertig woningen missen. Wij wilden van het begin af aan in Overhees 2 graag 300 woningen bouwen. Door de commissie ruimtelijke ordening is op de voorlichtingsavond die er met de commissie nieuwbouw is geweest, gezegd: Probeer al deze wo ningen een breedte van 6 meter te geven. Toen de ar chitect aan het tekenen was, had hij daar verschrik kelijk veel moeite mee. Toen hebben wij gezegd: Bouw dan eventueel maar een klein beetje dichter naar de vijver en de rand toe, want wij willen ons graag houden aan 300 woningen met een breedte van 6 meter. Elke woning die wij momenteel kunnen bouwen in Soest, moeten wij inderdaad ook bouwen, gezien de woningnood en de vraag naar de in Over hees 2 geprojecteerde woningen. Natuurlijk vinden wij allen hetgeen de gemeente bij aanneming van het voorstel moet betalen, aan de ho ge kant, maar als het voorstel niet wordt aangeno men, zou het best eens een paar woningen kunnen kosten. De VOORZITTER: Neen, het kost woningen. Wethouder HOEKSTRA: Het kost woningen. De heer DE WILDE: Dat kan allemaal best waar zijn, mevrouw de voorzitter, maar ik wil cijfers heb ben. Ik wil niet het verhaal horen dat het vermoede lijk veertig woningen kost als het voorstel niet wordt aangenomen. Het wordt nu teruggebracht tot mis schien een paar en u zegt: Het kost woningen. Maar het gaat erom hoeveel woningen het kost, hoeveel inkomsten uit grondverkopen je daarmede derft in de exploitatie-opzet, hoeveel grond er elders zou moeten worden gehaald als werd besloten de voor het ophogen benodigde grond elders vandaan te halen en hoeveel dat zou kosten. Men mag het ons niet maken,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1977 | | pagina 94