De heer VAN POPPELEN: Dat wordt beweerd. Is dat
juist
Wethouder EBBERS: Langs de rijksweg staan de ver-
sterkerkasten in zijstraatjes. De kasten zijn zoveel mo
gelijk uit het zicht geplaatst, want rijkswaterstaat had
problemen, wanneer de kasten op zijn terrein werden
geplaatst.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees
ter en wethouders is voorgesteld,
i. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Ve
rificatie en Financiële Adviezen.
Deze stukken wor den aangenomen voor kennisgeving.
De VOORZITTER: Dames en heren! Er is nog een
aantal brieven binnengekomen die ik thans aan de or
de wil stellen.
j. Brief d.d, 16 mei 1978 van mevrouw J.C. Kooijman-
Beem, Soesterbergsestraat 31, alhier, inzake de plaat
sing van een versterkerkast van de C.A.I. voor haar
pand.
Dit schrijven wordt gesteld in handen van burgemees
ter en wethouders om advies.
k. Brief d.d. 17 mei 1978 van de P.S.P., afdeling Soest,
inzake een gedachte vernieling van de Van Weerden
Poelmanweg.
Dit schrijven wordt gesteld in handen van burgemees
ter en wethouders ter afdoening.
1. Brief d.d. 7 mei 1978 van de heer K.P.B. Allard
(voorzitter afdeling Soest D'66), Joh. Poststraat 30,
alhier, inzake het standpunt van D'66 met betrekking
tot gemeentelijke plannen, met voorstel deze brief in
handen te stellen van burgemeester en wethouders ter
afdoening.
De VOORZITTER: Van deze open brief heeft men
in de krant kennis kunnen nemen en ik meen dat een
afschrift van de brief ook is toegestuurd aan de frac
tievoorzitters, Het college zou het op prijs stellen wan
neer de fractievoorzitters ons met het antwoord van
de brief zouden willen helpen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter I Wij hebben inderdaad rechtstreeks van D'66 een
afschrift van deze brief gekregen. Wij zijn het eens
met de door u voorgestelde wijze van afdoening en
met uw voorstel om over het antwoord overleg te ple
gen met de fractievoorzitters.
Ik wil niet op de brief zelf ingaan, maar ik wil toch
wel opmerken, dat wij enigszins geschokt zijn door
de toon van de brief en over de onfatsoenlijke aantij
gingen aan de raad en aan uw adres. Wij hebben sterk
de indruk, dat deze brief een wat onfatsoenlijke po
ging is om de aandacht op D'66 te vestigen tijdens de
verkiezingscampagne.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ook wij
hebben geen bezwaar tegen de voorgestelde wijze van
afdoening en tegen het verzoek om overleg te plegen
over de beantwoording.
Ik zou mij kunnen voorstellen dat aan de beantwoor
ding van de brief een gesprek met D'66 voorafgaat,
want in de btief wordt een aantal opvattingen verkon
digd, die ik bijna in strijd vind met de staatkundige
uitgangspunten die ik tot nu toe bij D'66 heb veronder
steld aanwezig te zijn.
Ik ben zeer geschrokken van het feit dat de voorzitter
van de afdeling Soest van D'66 (ik ken hem als iemand
die weloverwogen schrijft wat hij schrijft) de burge
meester in het geding brengt, terwijl hij beter dan enig
ander kan weten, dat de raad volledig verantwoorde
lijk is voor het beleid dat in de gemeente wordt ge
voerd. De burgemeester is ook wel verantwoordelijk,
maar dan - evenals het college van burgemeester en
wethouders, volgens een aantal bepaalde in de Gemeen
tewet afgebakende taken. Wanneer wij het echter heb
ben over ruimtelijke ordening, is in deze gemeente nie
mand anders verantwoordelijk dan het orgaan de ge
meenteraad. De animo om het raadslidmaatschap uit
te oefenen vergaat de raadsleden dan ook wel eens,
wanneer je nagaat op welke wijze de raadsleden soms
om de oren worden geslagen. Ik denk dan ook dat er
steeds minder mensen zullen staan te dringen om
raadslid te worden, want om de vier jaar zijn zij aan de
beurt om geëvalueerd te worden en dan hebben zij
het niet lekker. Dat is maar goed ook, want op die wij
ze werkt de democratie.
Ik heb er helemaal geen bezwaren tegen dat in de brief
het Centrumplan en de Centrumweg worden genoemd,
maar sommige fractiegenoten hadden daartegen wel
bezwaar.
De VOORZITTER: Wilt u, mijnheer De Wilde, niet
te veel op de inhoud van de brief ingaan, want dan is
er geen verrassing meer bij het antwoord.
De heer DE WILDE: Ik zal ook niet op de inhoud in
gaan. Deze brief riekt naar ik meen naar kiezersgunst.
Er is sprake van een open brief en zoals wij werken,
moeten wij eerst a tête reposée praten over de beant
woording. Dan zijn de verkiezingen inmiddels voorbij
en dan heeft intussen toch deze vaderlijke brief van
D'66 (de kinderen worden toegesproken in de zin van
maak niet zoveel ruzie met elkaar) zijn uitwerking ge
had, want ik denk dat die brief een aantal kiezers wel
gunstig zal stemmen ten opzichte van D'66. Op zich
zelf gun ik dat D'66 wel, maar dan wel op een andere
manier dan in deze brief is gebeurd.
De VOORZITTER: Het is toch echt dat wij de heer
De Wilde nog maar enige maanden in ons midden heb
ben, want eigenlijk had ik hem moeten afhameren.
De heer LANGE: Van mij mag hij doorgaan!
De heer VISSER: Dat had u vier jaar geleden al moe
ten zeggen!
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter!
Door middel van deze brief wordt geprobeerd vlak
voor de verkiezingen onrust te zaaien die er beslist
niet is. Wij hebben straks uitgesproken dat wij bereid
zijn om naar elkaar te luisteren.
Gezamenlijk zullen wij moeten proberen een artwoord
te formuleren op deze brief.
De heer VISSER: Hoe had u zich onze medewerking
gedacht? Moeten wij u iets op schrift doen toekomen
of gaan wij vergaderen over deze brief?
De VOORZITTER: Het is wellicht nuttig dat eerst
de vier fractievoorzitters eens bij elkaar gaan zitten
om over de brief te praten. Daarna kan aan een lid van
het college worden gevraagd om erbij te komen.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees
ter en wethouders is voorgesteld,
m. Brief d.d. 24 april 1978 van de heer H. Eshuis, Os-
sendamweg 12, alhier, namens vele bewoners van de
Ossendamweg/Vondellaan inzake de keerzijde van het
SoeSTER-Plan.
Besloten wordt dit stuk te behandelen bij de behande
ling van het ontwerp-bestemmingsplan Centrum.
106