eng
>en
r-
is,
Don
oe-
i es
m-
it;
m-
n
1
t
r-
ar-
;n
ft
ij-
of
6
nis-
in-
i
iet
itel.
oeten
ij mij
Burgemeester en wethouders schrijven in hun voorstel
onder meer (bladzijde 1):
„Omtrent de wenselijkheid van het tot stand komen
van deze verbinding doen wij thans geen uitspraak".
Wat bedoelt het college met deze uitspraak? Wat is de
consequentie, wanneer daarover geen gedachte wordt
uitgesproken?
Wij zijn niet tegen hetgeen wordt voorgesteld, maar
wij willen graag weten wat de plannen van het college
zijn met de Wilhelminalaan. Meermalen heeft mijn
fractie ervoor gepleit om de wijk 't Hart uit de ver-
keersmisère te halen. Heeft het intrekken van dit be
stemmingsplan ook consequenties voor de procedure
met betrekking tot de wijk 't Hart?
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb met
het voorstel van het college geen moeite.
In punt 2 op bladzijde 2 wordt gesproken over de mo
gelijkheid tot verkoop van de woningen aan de Ver
lengde Talmalaan. Daarover is in de financiële commis
sie gesproken en er is advies uitgebracht aan het colle
ge. Inmiddels hebben de bewoners een brief van het
college gekregen met het aanbod die woningen te ko
pen, In die brief staat een zinsnede waarover ik enige
opheldering wil hebben. In de brief staat onder meer:
„Wanneer u onverhoopt niet in de gelegenheid bent
van ons aanbod gebruik te maken, zullen wij ernaar
streven u andere passende woongelegenheid toe te wij
zen. De woning zal dan eerst na deze toewijzing wor
den verkocht."
Ik meen dat wij dat niet in de commissie hebben afge
sproken, In de financiële commissie is afgesproken dat
die mensen de huizen mogen kopen, maar er is in het
geheel niet gezegd dat die mensen, wanneer zij de
door hen bewoonde woning niet kopen, moeten ver
dwijnen, opdat de woning daarna aan een ander kan
worden verkocht op welke vrije markt dan ook. Ik
denk dat het college de geciteerde zinsnede moet in
trekken om geen verontrusting te doen ontstaan on
der de bewoners die de huizen niet kunnen kopen.
Wat is passende woonruimte? Het gaat om unieke
huizen en ik denk dan ook niet, dat het college al
gauw voor deze mensen passende woonruimte kan
vinden.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Het ver
heugt ons dat dit voorstel eindelijk op tafel ligt; tij
dens de laatste twee begrotingsbehandelingen hebben
wij naar dit voorstel gevraagd. Ik geloof dat het psycho
logisch belangrijk is dat het bestemmingsplan Soester-
eng-Weg over de Eng wordt ingetrokken, omdat het in
het verleden op zoveel weerstanden is gestuit. Wij be
tuigen dan ook van harte instemming met de intrek
king.
Het eerste stuk van de intrekking heeft betrekking op
het stuk Biltseweg-Wilhelminalaan. Dat stuk wordt nu
opengehouden. Ongeveer anderhalf a twee jaar geleden
is daarover gesproken. Om de zaak gedurende vijfjaar
open te houden zijn twee argumenten aangevoerd, nl.:
a) binnen vijfjaar zouden verkeersmaatregelen in't
Hart worden genomen;
b) binnen die vijfjaar zou eventueel de Centrumweg
worden gerealiseerd.
Wij zijn nu ongeveer anderhalf a twee jaar verder en het
uitzicht op het realiseren van deze maatregelen binnen
de nog resterende termijn van twee a drie jaar is naar
ik meen wat aan de optimistische kant, Ik geloof dan
ook dat het verstandiger is die termijn van vijf jaar te
laten vervallen en een andere termijn aan te houden.
Ik denk daarbij aan een termijn die loopt tot het mo
ment waarop de resultaten van een verkeerskundig on
derzoek bekend zullen zijn. Het college zegt in het on
derhavige voorstel, dat de resultaten van dat onder
zoek eind 1978 bekend zullen zijn. Ik meen dat een
verkeerskundig onderzoek moet resulteren in een soort
verkeerscirculatieplan voor de omgeving van't Hart.
In de commissie ruimtelijke ordening heb ik reeds een
voorlopig standpunt met betrekking tot de doortrek
king van de Vrijheidsweg naar voren gebracht. Voorlo
pig staan wij afwijzend tegenover die doortrekking,
maar wij zijn bereid de resultaten van het onderzoek
af te wachten.
Met betrekking tot het tweede deel van de intrekking
wil ik mij graag aansluiten bij de opmerkingen die
door de heer Visser zijn gemaakt. Wij verzoeken het
college terzake om duidelijkheid.
Voor wat het derde stuk betreft hebben wij geen pro
blemen met de intrekking, maar wij hebben wel pro
blemen met het voorstel van het college om voor dit
gedeelte (Kolonieweg naar de Birkstraat) een voorbe-
reidingsbesluit te nemen. Het college motiveert zijn
voorstel om een voorbereidingsbesluit te nemen, om
dat op het betrokken gedeelte de Centrumweg is ge
pland, Het zal het college niet onbekend zijn dat wij
ons in november 1977 tegen het tracé van die weg
hebben uitgesproken. Bij die zelfde gelegenheid is
door ons uitgesproken dat wij zeer grote bezwaren
hebben tegen het stuk Centrumweg tussen de Kerk
straat en de Birkstraat. Het college zal dan ook begrij
pen dat wij gekant zijn tegen het nemen van een voor
bereidingsbesluit. Er komen de laatste tijd van vele
kanten bezwaren tegen het voorgenomen stuk Cen
trumweg achter de Van Lenneplaan. Wil het college
alternatieve aansluitingsmogelijkheden op de Kerk
straat (in de buurt van de Birkstraat) aan een serieus
onderzoek onderwerpen, zodat doortrekking van deze
weg achter de Van Lenneplaan niet meer noodzake
lijk is? Ik vraag het college hierom met klem.
De heer LANGE: Mevrouw de voorzitter! U zult
zich kunnen voorstellen dat dit voor ons een heuglijk
moment is, want de V. V.D. heeft in het verleden als
enige partij in de toenmalige gemeenteraad ervoor
gepleit om het bestemmingsplan Soestereng-Weg over
de Eng in te trekken, Ik meen dat de heer Visser toen
van ons heeft kunnen leren hoe actie kan worden ge
voerd.
De heer VISSER: Dat lijkt mij een beetje overdreven.
De heer LANGE: Ik heb u, mijnheer Visser, nog niet
het woord gegeven.
De VOORZITTER: En ik ook niet!
De heer LANGE: Het zal duidelijk zijn dat wij wel
bezorgd zijn over de verdere afwikkeling van het ver
keer. In het verleden is al eens gezegd dat er uitzicht
moet zijn op een goede afwikkeling van het verkeer in
de langsrichting van Soest voordat het onderhavige
bestemmingsplan zou worden ingetrokken. Dat uit
zicht is er bij lange na nog niet en wij verwachten dat
door actievoering waarschijnlijk wel wat vertraging
zal komen in een nieuw plan.
Op bladzijde 2 van het voorstel stelt het college on
der meer:
„Slechts in enkele gevallen is een recht van terugkoop
bedongen. Dit beding treedt in werking als vaststaat
dat het betreffende pand niet behoeft te worden ge
sloopt."
117