dat ik er bijzonder hard voor pleit - zij het, gegeven
het feit dat het hier een oud gebouw betreft, met bloe
dend hart - dat u de f. 250.000,— beschikbaar stelt ter
beveiliging van onze politiemensen. Ik zou het uiter
mate griezelig vinden wanneer wij, zij het dan mis
schien, zoals wij allen hopen, nog maar enkele jaren,
zouden moeten doorgaan met een zo onbeveiligd poli
tiebureau.
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Banki
dat het hier een investering betreft die geen rende
ment oplevert, wijs ik erop dat er een aantal zaken in
het leven is die je niet direct in geld kunt omzetten.
Maar wanneer er onverhoopt iets zou gebeuren dat
mensenlevens kost, zou je het toch wel erg betreuren
als je maatregelen die het hadden kunnen voorkomen,
achterwege had gelaten wegens het ontbreken van
economisch rendement.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Ik
heb niet gezegd dat wij het voorstel zouden willen
verwerpen. Ik heb gezegd dat wij het er moeilijk mee
hebben. Wij zouden toch wel voor het voorstel willen
stemmen, maar wij zouden het toch ook wel op prijs
stellen als het college een advies vroeg aan de landelij
ke politie-organisaties, omdat het hier de persoonlijke
veiligheid en het afwegen van een en ander voor de
betrokkenen in Soest betreft.
Verder dacht ik ten aanzien van hetgeen de heer Vis
ser heeft gezegd, dat wij hebben te maken met een af
weging tussen enerzijds een openheid die zekere risi
co's met zich medebrengt en anderzijds een maximale
of althans betere beveiliging van het personeel. Te dien
aanzien zul je op een gegeven moment een keuze moe
ten doen. Ik ben er benieuwd naar hoe het wat dat be
treft in Den Haag geregeld is. Misschien kan het colle
ge daar toch eens naar informeren.
De VOORZITTER: Ik weet best hoe dat op politie
bureaus geregeld is, hetzij in Den Haag, hetzij ergens
anders.
De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! Ik blijf bij
mijn standpunt. Als wij niet van hogerhand informatie
en een wat uitgebreidere documentatie krijgen en de
landelijke bonden zich er niet voor uitspreken dat er
landelijk iets moet gebeuren, ben ik tegen het voorstel.
Aan ieder beroep, dus ook aan het politie-ambtenaar
zijn in Soest, zitten beroepsrisico's. Ik wil ormiddellijk
voorop stellen dat ik zeker niet wens dat wat het poli
tiebureau in Soest betreft de situatie te onveilig blijft,
maar ik blijf ook stellen dat ik gewoon meer informa
tie wens. Als het college niet meer informatie kan ge
ven of daar niet op wil wachten, blijf ik tegen het voor
stel.
De heer BaNKI: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit mij
aan bij de woorden van de heer Blaauw.
De heer VAN AALST: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
mij in twee commissies met het voorstel kunnen vere
nigen en ik zal mij er ook nu mee akkoord verklaren.
Ik meen dat wij, hoe dan ook, moeten voorkomen dat
wij te maken krijgen met een uitschakeling van het po-
litïe-apparaat zoals het nu moet functioneren.
De VOORZITTER: Juist.
De heer VAN AALST: Ik vind dat als de commissaris
bepaalde maatregelen voorstelt omdat hij niet langer
de verantwoordelijkheid durft te dragen voor de situa
tie waarin de politie-ambtenaren verkeren in het poli
tiebureau zoals het nu is, de raad de verantwoordelijk
heid van de commissaris moet overnemen en zich dan
ook moet realiseren wat er eventueel zou kunnen ge
beuren als de maatregelen in kwestie niet worden ge-
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Wanneer
het college niet bereid is om door gemeentewerken te
laten bekijken of wij niet voor een aanzienlijk gerin-
fer bedrag dan f. 250.000,- de veiligheidsmaatregelen
unnen treffen die nodig zijn, ga ik niet akkoord met
het voorstel. Ik verzeker u dat als de voorgestelde maat
regelen ad f. 250.000,- zijn getroffen, ik kans zie om
elke agent in het politiebureau wat aan te doen. Ik
vind het niet juist dat de politie op een dergelijke ma
nier haar eigen plannen maakt, bedragen berekent,
eisen stelt enz. Wij mogen over de eisen die ons nog te
wachten staan, van de heer De Wilde niet spreken en
dat doe ik dus ook niet, maar ik vind dat wat ons nu is
voorgesteld te gek. Een dergelijk bedrag besteden aan
zulke maatregelen aan een oud politiebureau in Soest,
een gemeente die volgend jaar 950 jaar bestaat en waar
nog nooit iets is gebeurd dat aanleiding geeft tot het
treffen van dergelijke maatregelen, vind ik geld over de
balk smijten. Toen een paar jaar geleden de noodvoor
ziening voor de politie werd getroffen, is er nooit aan
dergelijke maatregelen gedacht. Maar nu komen de
plaatselijke afdelingen van de politievakorganisaties in
eens met een brief waarin er op het treffen van zulke
maatregelen wordt aangedrongen. Die brief heeft hier
trouwens een halijaar in de la gelegen. Met andere
woorden: de bezorgdheid van het college is ook niet
zo heel groot. Ik zou zeggen: Laten we met het treffen
van dergelijke maatregelen nog maar even wachten en
gauw het nieuwe politiebureau gaan bouwen. Daaraan
wil ik ten volle medewerken. Maar het onderhavige
voorstel tot het beschikbaar stellen van f. 250.000,-
vind ik idioot.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik zou naar aan
leiding van hetgeen de heer Oldenboom heeft gezegd
willen zeggen dat er echt geen zinnige reden is aan te
geven waarom wij de landelijke bonden om advies
zouden vr agen.
De heer OLDENBOOM: Ik dacht niet, mevrouw de
voorzitter, dat ik bekend sta wegens het stellen van on
zinnige vragen.
De VOORZITTER: Ik heb gezegd dat het mij niet zin
nig lijkt de landelijke bonden om advies te vragen. Ik heb
begrepen dat toen de plaatselijke bonden enerzijds za
gen dat wij mooie verhalen schreven in de nota van aan
bieding bij de begroting 1978 en anderzijds zagen dat
er verder niets gebeurde, zij zich daarmede zijn gaan
bemoeien. Ik heb dan geen enkele neiging om advies te
vragen aan landelijke bonden, aangezien ik vind dat het
de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur is te
zorgen voor de veiligheid van de politie. Ik hoef ook
niet per se aan de hoofdcommissaris in Den Haag te
vragen hoe hij het daar regelt. Het is gewoon van be
lang dat wij ervoor zorgen, dat onze politie de nodige
beveiliging krijgt. Wij zijn met de politiecommissie naar
Barneveld geweest om daar het politiebureau te bekij
ken. Het zal de bij die gelegenheid aanwezige leden van
de politiecommissie zijn opgevallen, dat daar allerlei
veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Ik wil hiermede
niet zeggen datje overal kogelvrij of slagvrij glas zou
moeten aanbrengen in gebouwen die geheel anders zijn
en geheel anders zijn ingedeeld dan ons politiebureau.
Het verwondert mij niets dat de heer Visser aan de
hand van een maquette heeft kunnen constateren dat
hij het nieuwe politiebureau in Den Haag zo kan bin
nenlopen, ik weet datje in Amersfoort het hoofdbu
reau van politie zo maar binnen kunt lopen, maar ik
weet ook dat er daar sprake is van een punt waar men
niet langs kan zonder te ervaren dat er sprake is van
de nodige beveiliging. Hoe dat ook zij, bij ons is het zo,
154