en nog niet om de aankoop van de grond. Natuurlijk zullen wij met uiterst grote voorzichtigheid trachten met de eigenaars tot een vergelijk te komen. Het is altijd vervelend wanneer men ter wille van het algemeen belang de belangen van een particulier moet treffen, maar in Soesterberg zijn de mogelijkheden om nog wat huizen op open plekken te bouwen zeer gering. Wanneer die mogelijkheid dan aanwezig is moe ten wij haar aangrijpen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 134 Voorstel tot het vaststellen van een besluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (voorbereidingsbesluit). De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Punt 6 (op bladzijde 2 van het voorstel) luidt: „gronden gelegen ten westen van de spoorlijn Utrecht- Baarn ter hoogte van het station Soest (plan Centrum- weg)". Ik heb natuurlijk wat bezwaren tegen de aanduiding „plan Centrumweg". Ik vind dat het college dat moet weten. De VOORZITTER: Dat is genoteerd. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 135 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend krediet ten behoeve van het hockeyveldencomplex aan de Koningsweg. De heer VAN EE: Mevrouw de voorzitter! Het voorstel van het college om een aanvullend krediet te laten goedkeuren door deze raad is voor de V. V.D.-fractie aanleiding geweest hierop te reageren. Ik zal trachten onze onbehaaglijke gevoelens over dit voorstel te ver woorden. Bij de behandeling van dit onderwerp laat ik buiten beschouwing de extra kosten die zijn gemoeid met de bouw van het clubhuis en de elektrificatie van het complex; ik zal mij derhalve beperken tot de kosten voor de ophoging van het terrein. Ook zal ik voorlopig niet ingaan op de technische merites, waardoor werd besloten het terrein te verhogen. Het vragen om een aanvullend krediet nadat de gel den reeds eerder zijn uitgegeven, is weer het zoveelste bewijs, dat het college in wezen geen controle heeft op het gemeentelijk apparaat dat uitvoering geeft of toezicht houdt op de uitvoering van bijvoorbeeld kapi- taalswerken. Dit is het hoofdpunt. En om in bijbelse trant te spreken: minstens zo belangrijk - en daaraan gelijk - is het feit dat de raad telkenmale door het col lege wordt gereduceerd tot een instituut dat de feiten en gebeurtenissen nog mag sanctioneren. Deze situatie bestaat reeds vele jaren. Herhaaldelijk zijn door de raad - en zeker door mij tijdens de behandeling van begrotingen - suggesties gedaan met betrekking tot reorganisatie, budgetcon troles e.d. Daarmede wilden wij het college de kans geven om veranderingen aan te brengen in zijn verhou ding tot het ambtelijke apparaat (c.q. de dienst ge meentewerken) met het doel dat het college de ge wenste controle zou kunnen uitoefenen en greep op het gemeentelijk apparaat zou verkrijgen. Het college heeft de verzoeken echter - vaak op hooghartige wij ze - afgewimpeld. Burgemeester en wethouders heb ben ons telkens weer met het bekende kluitje in het riet gestuurd. Wij zijn daarom verbaasd over de argu menten die zij nu gebruiken in de officiële stukken, alsmede in het afzonderlijke schrijven (tweemaal) aan de leden van de financiële commissie; de aangevoerde argumenten zouden het verzoek om een aanvullend krediet moeten verklaren. Ook nu zeilt het college met een grote boog om de zaak heen en het accepteert een collectieve verantwoordelijkheid voor deze zaak. Het gaat echter om de individuele verantwoordelijkheid van een wethouder. Een wethouder die niet weet wat er omgaat binnen de organisaties waarover hij of zij verantwoording draagt, heeft mijns inziens gefaald en hij of zij zal blijven falen onder het door het college gevolgde systeem. Reeds in november 1977 is op bouwvergaderingen tussen de aannemer en de dienst gemeentewerken (van die vergaderingen worden verslagen gemaakt) gespro ken over de moeilijkheden, waarvan de technische op lossing geld gaat kosten. Het college kan mijns inziens dan ook niet volhouden, dat de betrokken wethou der daarvan niets wist. Er worden immers verslagen gemaakt. Leest de wethouder zijn post soms niet of krijgt hij geen afschriften van de verslagen? In februari van dit jaar blijkt dat er een vluggertje is te schuiven, omdat er ergens vandaan goedkope grond kan worden gekocht. Er wordt tot aankoop besloten. Op dat moment heeft het gemeentelijk apparaat niet anders gehandeld dan in het verleden eerder en her haaldelijk is gebeurd; de meerkosten van het bouwrijp maken worden zonder overleg met de raad via het grondbedrijf verrekend. De raad mag alleen zijn fiat geven; anderen hebben beslist. Hetgeen ik thans bespreek betreft een principiële zaak en ik spreek dan ook niemand persoonlijk aan. Ik ga dieper op deze zaak in, omdat het gehanteerde sy steem mijns inziens niet juist is. Een tweede fout van de betrokken wethouder was dat hij kennelijk niet voldoende was betrokken bij deze zaak. De wethouder had reeds in november-december 1977 moeten weten wat er aan de hand was en welke consequenties er aan deze zaak zouden zijn verbonden. De feiten blijken echter anders te zijn. Een goede gang van zaken zou zijn wanneet de wethouder bij voorbeeld eenmaal per week bijeenkomt met de technische, de financiële en andere hoge bewindvoer ders. Van die bijeenkomsten dienen notulen te wor den gemaakt. Tijdens die bijeenkomsten kan worden vastgesteld of de zaken van mens en goed - dus ook kapitaalswerken en onderhoudswerken - zich goed en normaal (volgens de programma's en de begrotingen) ontwikkelen. Daarnaast zal de wethouder zich ook persoonlijk moeten vergewissen van het feit dat alles goed is; in mijn ogen zou de wethouder ook een be zoek moeten hebben gebracht aan een zo belangrijke bouwplaats als de nieuwe hockeyvelden Pas wan neer de betrokken wethouder vorenstaande stappen heeft gedaan, kan hij geregeld verantwoording afleg gen aan het college. Kennelijk bestaan er thans binnen het college geen afspraken of regels Het college ver klaart in de stukken niet in staat te zijn herhalingen van kredietoverschrijdingen als deze te voorkomen (er wordt niet voldaan aan de regels); wat dat betreft breekt mij de klomp, Het zijn niet alleen de regels waaraan moet worden voldaan; het gaat om de eigen verantwoordelijkheid van de individuele wethouder die het beheer toevertrouwd heeft gekregen van de ge meenschapsgelden; de betrokken wethouder dient over die gelden als een goed huisvader te waken. De V.V.D.-fractie is vooralsnog niet bereid het aan vullende krediet goed te keuren, tenzij het college met

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 168