wil straks een nieuw Centrumplan maken; ik vraag mij af hoeveel bezwaarschriften hij dan wil hebben. Wan neer de heer Van Poppelen weer opnieuw wil begin nen, wordt het wel een eindeloze zaak. De heer VAN POPPELEN: De heer Visser moet goed luisteren; ik wil overleg. De heer VISSER: Er is al genoeg overleg geweest en er moet nu maar een beslissing worden genomen door deze raad. De heer VAN POPPELEN: U hebt te veel vergaderin gen van de commissie ad hoe gemist; u zoudt een an der standpunt hebben ingenomen wanneer dat niet het geval was geweest. De heer VISSER: Ik heb helemaal geen ander stand punt ik heb altijd hetzelfde standpunt ingenomen en dat standpunt neem ik nog steeds in. Dat betekent dat ik nog steeds achter het collegevoorstel sta om van avond het fatale Centrumplan te torpederen. De heer Lange heeft gezegd het eens te zijn met de overwegingen van het college, maar hij kan de conclu sie van burgemeester en wethouders niet volgen. Dat had de heer Lange maar eens eerder moeten beden ken. Hij moet zich niet altijd in de raad afzetten tegen de pers en de bevolking die wordt gemanipuleerd. Het is ook onjuist om te beweren dat er in de inspraak werkgroep voornamelijk tegenstanders van het Cen trumplan zitten; er zijn in Soest gewoon geen voor standers van het Centrumplan te vinden. De heer Lan ge kan nu wel menen dat het noodzakelijk is om op nieuw te beginnen en dat de beslissing moet worden genomen door de nieuwe raad, maar ik daag de heer Lange in dit verband uit om het Centrumplan van avond dan maar aan te nemen. Dat durft hij echter niet. Op bladzijde 6 van het collegevoorstel komt de vol gende passage voor: „Ook om deze reden is het dus zeer gewenst dat uw raad ons voorstel aanvaardt. De nieuwe raad in novem ber a.s. een beslissing te laten nemen terwijl iedereen thans reeds de inhoud van deze beslissing kan voor zien, betekent onnodige verspilling van tijd." Thans kan deze raad dus al de inhoud van een even tueel in november te nemen beslissing voorzien. Daarom geef ik deze raad nog steeds in overweging om het Centrumplan alsjeblieft vanavond in de prul- Iemand te deponeren. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Een be langrijk punt is dat de winkels - verspreid of niet ver spreid - in de totale gemeente Soest om uitbreiding zouden kunnen vragen. Heeft het college een indruk om hoeveel winkels het gaat (winkels die uitbreiding zouden kunnen krijgen bij ontheffing op de wijze als door het college bedoeld). Om hoeveel winkels zou het kunnen gaan wanneer het college ontheffing ver leent? Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voor zitter! Ik gevoel de behoefte om enkele persoonlijke overwegingen naar voren te brengen die ertoe hebben geleid dat ik instem met het fractiestandpunt. Vooral in de commissie ad hoe zijn wij zeer intensief bezig geweest met deze materie. Aanvankelijk waren wij tot de conclusie gekomen dat er op geen enkele wijze mogelijkheden voor een derde gesprek waren. Uitdrukkelijk is er echter vanuit de coördinatiegroep Soe-STER-plan gesteld dat dat niet waar was en daar om zijn wij doorgegaan met daarover te spreken. Tij dens dat gesprek bleek dat een enkeling alleen maar negatief (om ons verder van ons ongelijk te overtui gen) aan dat gesprek wilde meedoen, maar een grotere groep was uitdrukkelijk van mening dat er nog een po sitief gesprek zou kunnen plaatsvinden waarin de standpunten naar elkaar zouden kunnen toekomen, omdat wezenlijke gedachten (bijvoorbeeld verweven heid van functies e.d.) in beide gedachtensferen leven. Voorts hebben wij gemerkt dat bij tal van mensen an dere gedachten kunnen gaan leven, wanneer een verde re invulling plaatsvindt. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het bieden van de zekerheid dat een verkeersafwik keling mogelijk is waarbij wij de Eng niet nodig heb ben. In dat geval zullen veel mensen beslist heel anders over het gemeentelijke plan denken. Bovendien leeft bij ons beslist niet de illusie dat bij wat voor plan dan ook een snellere en bezwaarloze procedure kan worden gevolgd. (Wanneer dat wel het geval was, zou ik zonder meer met het voorstel van het college meegaan). Op dit moment zien wij een mogelijkheid om met het Centrumplan verder te gaan. Dat achten wij de meest wijze oplossing. De heer Vis ser zegt nu dat wij het Centrumplan niet durven aan nemen. Dat heeft niets met durven te maken; wij wil len gewoon bekijken wat haalbaar is. Op dit ogenblik is het Centrumplan volstrekt onhaalbaar, maar mis schien dat de nieuwe raad tot bepaalde voorstellen kan komen die door een groot deel van de burgerij worden gedragen. De VOORZITTER: Dames en heren! Mevrouw Kort- huis en de heer Van Poppelen stellen onder meer dat de coördinatiegroep Soe-STER-plan toch langzamer hand tot de overtuiging zou zijn gekomen dat er wat meer in eikaars plannen zit, waardoor men alsnog tot elkaar zou kunnen komen. In dit verband moet ik zeg gen dat ik het langzamerhand niet meer begrijp. Ik heb straks geciteerd uit de brief van 8 augustus jl. waar uit ook de heer Visser citeerde. Ik heb inmiddels de brief van de coördinatiegroep van 12 augustus jl. ge vonden. In die brief staat onder meer dat de coördi natiegroep wil komen tot een goede modelvergelij king. Dat is een heel andere zaak want vlak daarna zegt de coördinatiegroep: „1. De v. Weedestr. wordt gehandhaafd als centrum van formaat. 2. Daarnaast gelden de volgende prioriteiten: a. adequate, nieuwe winkelvoorzieningen in het Soes- terveen (met name in Overhees) b. verbetering en versterking van de Soesterbergse- straat Het onder 2. genoemde krijgt o.i. in het Centrumplan te weinig aandacht." Daaruit blijkt dat de coördinatiegroep een heel ander uitgangspunt heeft (ook wanneer zij praat over de mo- delvergelijking) als het Centrumplan en ik meen dan ook te mogen volhouden, dat hetgeen de jongelui ook op 12 augustus jl. op papier hebben gezet niet over eenkomt met wat blijkbaar De heer OLDENBOOM: U hebt weinig gevoel voor sfeer en toestanden in dit soort situaties. Uw uitspraak dat De VOORZITTER: Ik word nooit graag persoonlijk en ik ben langzamerhand gewend aan wat de mensen van mij zeggen, maar wanneer u nu hier zoiets gaat zeggen, wil ik graag dat u uw bewering even adstrueert. De heer OLDENBOOM: Dat wil ik doen. U zegt dat wij nu gauw zaken moeten gaan doen. Dan heb ik het gevoel dat het sociaal-psychologische klimaat door u niet goed wordt begrepen. Dat is het.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 185