neer dat op grond van een meer uitgewerkt plan nodig blijkt te zijn. Er zal, wanneer wordt besloten vandaag geen beslissing over dit voorstel te nemen, niets op poten kunnen wor den gezet. Ik geloof ook dat het geen goede zaak is om dit punt over te dragen aan de commissie culturele zaken; die commissie is geen feestcommissie. Er is mijns inziens sprake van een goede zaak, wanneer de raad het voorgestelde bedrag beschikbaar stelt. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik zou graag zien dat de raad met dit voorstel akkoord gaat. Mijns inziens zullen wij de voorbereidingscom missie niet te veel belemmeringen in de weg moeten leggen; het verdient geen aanbeveling om het geheel met de commissie culturele zaken te bespreken. Er zal sprake dienen te zijn van een feest voor en door Soest. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ondanks hetgeen de heer Van Poppelen zojuist heeft gezegd pleit ik er toch voor om het programma, wanneer dat eenmaal op papier staat, door te nemen met de com missie culturele zaken. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Wij kunnen in principe akkoord gaan omdat anders de zaak geweldig zal worden opgehou den. Niettemin willen wij graag van tevoren inzage hebben in het programma. Ik meen dat de commissie culturele zaken moet worden geïnformeerd over het programma, zodat deze commissie kan adviseren. Het gaat er mij niet om dat de commissie culturele zaken het werk van de voorbereidingscommissie moet over nemen (dat is ook niet de taak van de commissie cul turele zaken); de commissie culturele zaken is een ad vieslichaam. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Wij hopen dat er sprake zal zijn van een groot feest en daarom dient het feest te worden gedragen door de gehele burgerij. Het college kan zeker bij ons terugkomen, wanneer er goede voorstellen zijn die meer kosten, maar die bijdragen tot een groot feest. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik stel voor om het voorstel om f. 95.000,- beschikbaar te stellen te aanvaarden met de aantekening, dat de voorberei dingscommissie - wanneer het plan is uitgewerkt - bij de raad terugkomt, De raad kan dan aan de hand van concretere gegevens een oordeel vellen. Ik betreur het niet eens te kunnen zijn met mevrouw Van Gelder over de taak van de commissie culturele zaken. Er zijn ook enkele sportevenementen gepland en met betrekking tot die evenementen zou dan om het advies van de sportstichting moeten worden ge vraagd. Ik meen dat de commissie culturele zaken al leen voor echte culturele zaken om advies moet wor den gevraagd. Ik meen dat het feest geen elementen bevat die direct met dé cultuur hebben te maken. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 164 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de inspraakprocedure voor het op te stellen welzijnsplan. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb niets tegen het adviesbureau „Stad en Landschap" dat de inspraak gaat begeleiden, maar ik verbaas mij er toch wel over dat de P.U.S.W. is gepasseerd. Ik heb vanmorgen nog eens even gebeld met de P.U.S.W. en mij is gebleken dat deze organisatie een werkgroep ge meentelijke welzijnsplannen heeft. De gemeente is lid van de P.U.S.W.; de P.U.S.W. kent Soest en de gemeen te heeft contacten met de P.U.S.W. Waarom gaat de ge meente dan ook niet met de P.U.S.W. in zee? Op die duidelijke vraag heb ik tijdens de commissievergadering nog geen duidelijk antwoord gekregen. De P.U.S.W. heeft de raad over het begeleiden van wel zijnsplannen op 23 mei jl. een brief geschreven. Die brief heeft de raad nooit bereikt; bij die brief was een folder waarin wordt uiteengezet op welke wijze dat werk wordt gedaan. Uit de verslagen van het A.W.O.S. blijkt dat de mensen van het adviesbureau „Stad en Landschap" ook niet helemaal hebben kunnen aangeven hoe het dient te gaan met de inspraakprocedure voor het op te stellen welzijnsplan. Niettemin is het A.W.O.S, akkoord ge gaan met genoemd adviesbureau. Nergens komt ech ter de P.U.S.W. ter sprake. Wanneer wordt gezegd dat de P.U.S.W. dat werk niet kan doen, is die mededeling onjuist. Waar is die brief van 23 meijl. (die brief was aan de raad gericht)? Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik herinner de heer Visser aan de discussie die op 3 juni 1977 in de raad heeft plaats gevonden over de welzijnsnota en de dis cussie in de commissie maatschappelijk werk over de voortgang van de inspraakprocedure. Gesteld is dat moest worden geprobeerd de inspraakprocedure te doen verlopen op de wijze als onder leiding van de P.U.S.W. in Bilthoven plaats vindt. Aldaar houdt men zich echter na twee jaar nog steeds met de procedure bezig; men is nog geen stap verder. Inmiddels hebben wij een concept-welzijnsplan en kunnen wij naar de bevolking toe. Dat is het verschil. Je kunt natuurlijk dubben over de vraag of voor het goede bureau is gekozen, maar er bestaat nu eenmaal in Nederland geen bureau dat gespecialiseerd is op het gebied van de welzijnsinspraak. Het voordeel van het adviesbureau „Stad en Landschap" is, dat dit bu reau beschikt over een staffunctionaris die jarenlang op welzijnsgebied een adviserende taak heeft gehad (in het provinciaal opbouworgaan). Wij hebben daardoor te maken gekregen met een bureau dat in ieder geval weet wat alles inhoudt. Dat feit heeft mede geleid tot de keuze voor het adviesbureau „Stad en Landschap". Toen ik op 8 augustus zelf voor de eerste keer met de coördinatiecommissie over deze materie sprak bleek mij, dat deze commissie niet zo vreselijk gelukkig was. Uit de verslagen blijkt dat er een aantal vragen is ge steld. Dat is een normale procedure, wanneer een voor stel wordt gepresenteerd. Het is begrijpelijk dat men naar aanleiding van dat voorstel met eigen ideeën naar voren komt. Daarover is gepraat en daarover is ook door mij namens het college gesproken met het advies bureau „Stad en Landschap". De vragen zijn beantwoord en iedereen kon zich in dat antwoord vinden. Een an dere situatie is er niet ontstaan. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag over de brief van 23 meijl. van de P.U.S W Ik ga akkoord met het beschikbaar stellen van het ge vraagde bedrag, maar ik verzoek het college alsnog con tact op te nemen met de P.U.S.W. In overleg met de coördinatiecommissie dient alsnog te worden nagegaan met welk adviesbureau in zee moet worden gegaan. Ik ben het nl, met eens met het college, wanneer wordt beweerd, dat de P.U.S.W. geen ervaring heeft of dit werk niet zou doen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 199