hebben dan wel de brief in handen van burgemeester en wethouders ter afdoening wil stellen. In de prak tijk zal het weinig uitmaken. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. c. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen, Accountantskan toor van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, met voorstel deze voor kennisgeving aan te nemen. Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. d. Brief d.d. 28 augustus 1978 van Hypsos B.V. te Soesterberg betreffende de situatie aan de Baten- burgweg, met voorstel de brief om advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb de situatie ter plaatse bekeken. Ik zou u ten behoeve van het door u uit te brengen advies een aantal facetten willen meegeven. De VOORZITTER: Wij raken nu toch op de verkeer de weg. Wanneer het gaat om een brief waarop een antwoord moet worden geconcipieerd, vind ik het wel eens aanvaardbaar als de raad het college daar voor een advies wil meegeven. Wanneer het echter gaat om een zaak ten aanzien waarvan er inhoudelijk wat moet gebeuren, geloof ik niet dat het nuttig is dat op een moment als dit de raad het college advie zen gaat geven met betrekking tot de inhoud van de oplossing. Naar aanleiding van de onderhavige brief zal moeten worden bekeken wat er aan de betrokken situatie kan worden gewijzigd. En dan kunt u nu toch moeilijk de brief gaan formuleren. De heer VISSER: Ik formuleer ook geen brief. Ik wil het college echter een aantal suggesties meegeven voor het aan de raad uit te brengen advies. Mevrouw GREEFHORST-VAN O VERDAM: Ik maak hier toch wel bezwaar tegen. Wij hebben in de laatste vergadering van de commissie algemene bestuurszaken geconstateerd, dat de behandeling van de ingekomen brieven te lang duurt. Ik dacht dat de Wijkraad Soes terberg over de onderhavige aangelegenheid gehoord was. De heer VISSERDat wilde ik nu juist zeggen. De wijkraad is al gehoord en heeft allerlei bezwaren naar voren gebracht tegen de betrokken situatie. De VOORZITTER: Ik wil nu toch een einde aan de ze discussie maken. De brief gaat om advies naar bur gemeester en wethouders. Ik neem aan dat de raad te gelijk met het antwoord op de brief een voorstel van burgemeester en wethouders zal krijgen. Ik geloof dat wij thans niet inhoudelijk op de zaak moeten ingaan. Anders gaan wij hier een voorstel behandelen dat niet aan de orde is. Het is duidelijk dat ook wij weten dat de Wijkraad Soesterberg zich met de kwestie heeft beziggehouden. Het is natuurlijk prettig als de raad ons iets nieuws vertelt. Maar men kan er van uitgaan dat wij weten wat er in de wijkraad is behandeld. De heer VISSER: Ik wilde u nu juist iets nieuws ver tellen! De heer JONKER: Ik heb toch wel wat moeite met deze gang van zaken, mevrouw de voorzitter. U weet nog helemaal niet wat de heer Visser voor u in petto heeft. Ik weet het toevallig wel. Ik zou u willen uitno digen de heer Visser even te laten uitspreken. Ik vind dat u het wel erg strak houdt op het ogenblik. De VOORZITTER: Ik wil daar met de nieuwe raad ook echt mee beginnen. De heer JONKER: Dan moet u niet beginnen met te gen te gaan dat de heer Visser naar voren brengt het geen hij naar voren wil brengen. Dat lijkt mij helemaal fout. De heer VISSER: Ik heb het woord gevraagd over de aan de orde zijnde brief. Op 20 november 1975 hebben wij afgesproken dat wij u met betrekking tot dit soort brieven suggesties kunnen meegeven. Ik begrijp niet waarom u dat nu doorbreekt. Ik heb een uitstekende suggestie. De VOORZITTER: Mag ik dan nog even trachten uit te leggen wat wij in november 1975 hebben afgespro ken? Daarbij ging het om brieven naar aanleiding waarvan men zegt: De briefschrijvers moeten een ant woord hebben. Daarbij ging het niet om brieven, waar bij eerst een heel advies moet worden uitgebracht over d e vraag wat wel of niet ten aanzien van een bepaalde situatie moet gebeuren. Dat betreft derhalve een ander soort brieven dan die welke nu aan de orde is. Maar wanneer de heer Visser zijn suggestie in tien woorden naar voren kan brengen, dan mag het voor deze keer. De heer VISSER: Ik kan het wel in vijf woorden zeg gen. Sterker: ik was allang klaar geweest als er niet zo'n ruzie was gemaakt. Ik wil alleen maar zeggen dat defensie op de desbe treffende plaats een aantal bomen heeft weggehaald. Ik dring er op aan de suggestie van de briefschrijver te volgen om de bomen weer opnieuw te planten en daarvoor een ander plekje te zoeken. De situatie ter plaatse is een verschrikking. Ik heb daaromtrent een aantal foto's bij mij, die ik u gaarne zal overhandigen. De VOORZITTER: Ik ga u nu toch afhameren. Ik vind niet dat wij naar aanleiding van een brief, waar van wordt voorgesteld die in handen van burgemees ter en wethouders om advies te stellen, inhoudelijk kunnen gaan praten over de vraag of wij defensie moe ten vragen al dan niet bomen om te hakken. Iedere keer als u dat probeert, zult u mij op uw weg vinden. Dit is nl. niet de manier om ingekomen brieven te be handelen. Die manier hebben wij ook niet afgespro ken. Dit is een verkeerde manier. Met betrekking tot het stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. e. Financieel verslag 1977, begroting 1977 en wijzi ging begrotingen 1978 en 1979 van de Opleidings school voor gemeentepolitie „De Boskamp" te Leus den, met voorstel deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. Met betrekking tot dit stuk wordt besloten overeen komstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. f. Brief d.d. 17 augustus 1978 van de heer A. Vree te Soest inzake het plaatsen van auto's op het terrein aan de Stadhouderslaan naast 59 en achter 57 en 59 door de Firma Stam, met voorstel deze brief om advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Met betrek king tot deze materie zijn meer brieven ingekomen, die altijd door het college zelf zijn beantwoord. Bij het over de onderhavige brief uit te brengen advies zal ik gaarne vernemen wat er terecht is gekomen van de voorstellen die u de Firma Stam hebt gedaan. 16

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 223