De V.V.D.-fractie gaat unaniem, zij het schoorvoetend, akkoord met het collegevoorstel. Mevrouw Korthuis heeft echter gezegd dat haar fractie graag nader inzicht wil hebben in de knelpunten die er zijn. Ik verzoek mevrouw Korthuis er genoegen mede te nemen dat wij bij het volgende agendapunt nader op die knelpun ten ingaan. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik zou graag willen weten waarom helemaal geen bescheid is gekomen op alle punten die wij op 17 augustus jl. aan het college hebben voorgelegd. Ik heb de notulen van die verga dering bij mij en ik wil de passages voorlezen, wan neer u wilt weten wat de raad aan het college heeft gevraagd. Wethouder MENNE: Dat waren geen vragen van de raad. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Van onze fractie, maar er wordt toch ook antwoord gegeven wanneer een fractie vragen stelt? De VOORZITTER: Neen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Gebeurt dat alleen wanneer de vragen van de gehele raad afkomstig zijn? De VOORZITTER: Op 17 augustus jl. is er een de bat geweest. Dat debat is op een goed moment afge rond. Dan is dat debat klaar. Alleen wanneer het col lege huiswerk mee naar huis krijgt van de gehele raad, zal het college dat huiswerk maken. Het debat is ech ter op 17 augustus jl. afgerond; de vragen die door de V.V.D.-fractie zijn gesteld, hebben niet geresulteerd in een opdracht van de raad. De V.V.D.-fractie heeft in augustus duidelijk gemaakt waarom niet akkoord werd gegaan met het collegevoorstel. Er was echter geen sprake van een mening die door de meerderheid van de raad werd uitgesproken. Het is dan ook lo gisch, dat er niet meer bij een volgende gelegenheid op die vragen kan worden geantwoord. Zo werkt het niet. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik vind dat een merk waardige gang van zaken, want wat heeft het dan voor zin gehad om het debat uit te stellen? Wanneer het college toch geen antwoord op onze vragen wilde geven, hadden wij net zo goed in augustus kunnen beslissen het Centrumplan niet vast te stellen. De heer VISSER: Dat hadden wij ook! De VOORZITTER: De raad heeft een motie aange nomen en wij hebben uitvoering gegeven aan hetgeen in die motie stond. De heer GOOTE: Het college heeft inderdaad die mo tie uitgevoerd. De heer VISSER: Ik interrumpeerde eerder. Het col lege had wel huiswerk, want er lag een motie op tafel. De VOORZITTER: En aan het gestelde in die motie hebben wij uitvoering gegeven. De heer VISSER: Dat was bijna niet het geval ge weest, want vorige week hebben wij in een gecombi neerde vergadering van de commissie voor ruimtelijke ordening en de commissie voor voorlichting en in spraak moeten aandringen op uitvoering van het ge stelde in de motie. Het onderhavige voorstel had van avond niet op tafel gelegen,wanneer wij dat niet had den gedaan. De bedoeling van het college was om het eigenlijk maar te laten zoals het was. Dat is duidelijk naar voren gekomen tijdens de eerste vergadering van de nieuw samengestelde commissie voor ruimtelijke ordening. De VOORZITTER: Dat is niet aan de orde. Aan de orde is het feit dat wij uitvoering hebben gegeven aan de op 17 augustus jl. aangenomen motie. De enige opdracht die wij in augustus hebben gekregen is: eerst overleggen met de commissie voor ruimtelijke ordening en dan terugkomen in de raad. Het is natuurlijk duide lijk dat wij niet meer ingaan op alle vragen die daar voor in een raadsdebat zijn gesteld. De heer VISSER: U hebt groot gelijk, maar ik wilde toch nog even vaststellen dat het wel enige moeite heeft gekost om dit voorstel vanavond op de agenda te krijgen. De VOORZITTER: Dat is niet interessant; het voorstel staat op de agenda. Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter. De frac ties van D'66 en de P. v.d. A. (met uitzondering van de heer Goote) hebben zich akkoord verklaard met het collegevoorstel. De heer Goote heeft zich afgevraagd waarom nu toch weer wordt voorgesteld om het Centrumplan niet vast te stellen, terwijl daarvoor nauwelijks een motivering wordt aangedragen. De heer GOOTE: Ik heb de indruk dat mijn vraag ter zake niet helemaal goed is begrepen. De zaak is bespro ken in de commissie voor ruimtelijke ordening en in die commissie zijn drie adviezen uitgebracht. Het college volgt het eerste advies, maar burgemeester en wethou ders beargumenteren met geen letter waarom de beide andere adviezen niet worden gevolgd. Ik vind die han delwijze in hoge mate onzorgvuldig. Adviezen worden immers niet voor niets gegeven. Wethouder MENNE: Inderdaad staat in dit voorstel niet met zoveel woorden aangegeven waarom het col lege de beide andere adviezen niet volgt. Eén van de adviezen die het college niet volgt luidt: „Een tweetal leden van de commissie is de mening toegedaan dat, alvorens besloten wordt het oude plan definitief af te wijzen, eerst alternatieve mogelijkhe den bestudeerd zullen moeten worden, daarbij uit gaande van de gedachte, dat de raad het voorstel van burgemeester en wethouders zal volgen." Terecht heeft de heer Goote opgemerkt, dat wij in dit voorstel niet zijn ingegaan op dit advies, maar in een volgende vergadering van de commissie voor ruimtelijke ordening hebben wij een nader advies gekregen. Wij voelen er niet voor om het Centrumplan verder aan te houden in verband met de 5400 bezwaarschrif ten die dan zouden blijven liggen. Het onderhavige voorstel moet worden gezien in ver band met het volgende voorstel. Aan de tweede verga dering van de commissie voor ruimtelijke ordening hebben wij een voorstel voorgelegd, waardoor deze he le materie in een ander licht moet worden gezien. Ik erken overigens dat wij niet zijn ingegaan op de beide andere mogelijkheden die aanvankelijk in de commis sie voor ruimtelijke ordening naar voren zijn gebracht. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik ben toch wel een beetje geschokt door de woorden van mevrouw Korthuis; zij heeft gesproken over „verraad" en over „een zwarte bladzijde in de geschiedenis". Wanneer zij met die zwarte bladzijde bedoelt dat wij vier jaar lang tegen windmolens hebben gevochten en dat wij dingen hebben gewild die de bevolking van Soest niet wil, heeft zij gelijk. Ik verzoek haar dat zo genaamde verraad tegenover de winkeliers nader toe te lichten, want die opmerking zit mij dwars. Wij heb ben helemaal geen verraad gepleegd. Wat is dat voor onzin? 52

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 259