Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Ik stel voor om voorshands niet uit te spreken, dat de aselecte steekproef bij uitstek de meest geschikte methode voor het inspreken is. Het college gaat nog bekijken op welke wijze fase II moet worden aangepast en daarom meen ik dat de raad het beste nog geen besluit over het gebruik van de aselec te steekproef kan nemen. Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! Het col lege wil vasthouden aan de aselecte steekproef in fa se II. Wanneer de aselecte steekproef zou worden ge schrapt, ontstaat er een verarming met betrekking tot de communicatie met de bevolking en dan ontstaat er een situatie die het college niet meer voor zijn reke ning kan nemen. Dan ontstaat er wel een ernstige situa tie. Ik heb hier een partijprogramma van een bepaalde po litieke partij voor mij. Dat programma begint aldus: „De bevolking moet gelegenheid hebben een mening uit te spreken over de inrichting van de eigen leefom geving." Daarmede begint dat partijprogramma en de andere partijprogramma's doen daarvoor niet onder. Dergelij ke zaken hebben wij beloofd aan de kiezers. De heer VISSER: Tegen deze beantwoording door de wethouder maak ik ernstig bezwaar. Het begrip „aselecte steekproef' komt kennelijk niet voor in dat partijprogramma; een aselecte steekproef heeft be trekking op de kwantiteit en de inspraak gaat om de kwaliteit. Wethouder MENNE: Ik hoop dat ik ook een bijdrage lever aan de kwaliteit van het antwoord van de heer Visser. Wij moeten wel weten wat wij doen, wanneer wij in de tweede fase de aselecte steekproef gaan schrappen. Ik geloof dat wij het niet kunnen maken tegenover de mensen die ons in deze gemeenteraad hebben gekozen. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw de voorzitter! Onze fractie wil vasthouden aan de aselecte steekproef. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Ik heb reeds eerder gezegd dat het in het procedurevoorstel van het college genoemde uit gangspunt moet worden gehandhaafd. Dat uitgangs punt is dat er in een verantwoorde mate sprake dient te zijn van het inwinnen van de mening van de bevol king. Wij betwijfelen of de aselecte steekproef daar voor de meest aangewezen methode is. Je moet een groter aantal mensen inschakelen om 500 antwoorden te krijgen. Wanneer men aan duizend mensen vragen toestuurt, krijgt men 10% van de vragenformulieren terug (100). Je kunt je afvragen of er dan nog sprake is van een aselecte steekproef. Het antwoord moet dan neen luiden. Het college beschikt kennelijk over informatie die wij niet hebben (die informatie heeft ook niet ter inzage gelegen). Daarom vinden wij dat dit punt eerst moet worden besproken in de commis sie voor voorlichting en inspraak. Pas daarna kunnen wij zeggen welke inspraakmethode het beste aan het gestelde uitgangspunt tegemoet komt. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Laten wij maar stem men. De VOORZITTER: Er zal moeten worden gestemd over het voorstel van mevrouw Van Gelder om de aselecte steekproef op dit moment nog niet als duide lijk uitgangspunt te nemen. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Van Gelder zegt op dit moment nog niet over de juis te informatie te beschikken, maar het is zeer wel denkbaar dat achteraf blijkt, dat een aselecte steek proef ook volgens mevrouw Van Gelder tot de moge lijkheden behoort. Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! Wij houden geen aselecte steekproef, wanneer niet wordt voldaan aan de garantie, dat - al dan niet na rappelle ring - een wetenschappelijk verantwoord percentage respons binnenkomt (wanneer niet meer dan 2% a 3% afwijking bestaat van de uitslag bij een totale peiling van de gehele bevolking van Soest). Een aselecte steek proef houdt op zin te hebben zodra een scheef beeld ontstaat. Een aselecte steekproef moet wetenschappe lijk verantwoord zijn. De VOORZITTER: Mevrouw Van Gelder stelt voor om op dit moment nog niet als vaststaand aan te ne men, dat er in de tweede fase een aselecte steekproef zal moeten zijn. Het voorstel van mevrouw Van Gelder-Cornelissen wordt hierna in stemming gebracht en verworpen met 16 tegen 10 stemmen. Tegen hebben gestemd de leden: Hoekstra, Van Log- tenstein, Oldenboom, Verheus, Gerth, mevrouw Kort- huis-Elion, Bolhuis, Menne, mevrouw Greefhorst-Van Overdam, Ebbers, Storimans, Onderdelinden, Beijen, mevrouw Van Stiphout-Croonenberg, Van Poppelen en Stam. Voor hebben gestemd de leden: Van den Brakel, me vrouw Tomassen-Holsheimer, Visser, mevrouw Van Gelder-Cornelissen, Goote, Nuijten, Jonker, mevrouw Blommers-Biezeno, Blaauw en mevrouw Allard-Knol. De VOORZITTER: Er is gesproken over politiebureau, gemeentehuis en postkantoor. Sommigen hebben gezegd dat het politiebureau en het gemeentehuis uit de pro cedure moeten worden gelicht, terwijl anderen alleen het politiebureau hebben genoemd. Er dient nu een voorstel vanuit de raad te komen. De heer BOLHUIS: Ik verzoek om schorsing van de vergadering. De voorzitter schorst de vergadering voor fractiebe- raad. Na hervatting der vergadering verleent de voorzitter het woord aan mevrouw Korthuis-Elion. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Wij stellen voor de voorzieningen gemeentehuis, politiebureau en postkantoor in principe uit de pro cedure te lichten onder de opschortende voorwaarde, dat wij in de januarivergadering van de commissie voor ruimtelijke ordening een voorstel van het college krij gen ingevolge de toezegging van het college dat de raad, wanneer fase I wordt geschrapt, een nieuw pro cedurevoorstel met betrekking tot fase II zal worden aangeboden. Wanneer uit dat nieuwe procedurevoor stel van het college blijkt dat de niet uit te lichten knelpunten (waaronder het winkelbestand) geen ver traging gaan ondervinden door het uitlichten van de drie genoemde knelpunten, zullen wij tot definitieve uitlichting kunnen overgaan. In principe gaan wij derhalve akkoord met het uitlich ten van die drie voorzieningen, maar wij willen eerst overtuigd zijn van het feit, dat de andere knelpunten geen vertraging zullen ondervinden. De VOORZITTER: U zegt in principe die drie gebou wen te willen uitlichten, maar u vreest dat die uitlich ting vertragend zal kunnen werken op de voortgang van fase II.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 268