der, op basis van oppervlakte met vermenigvuldigings-
cijfers niet zo gemakkelijk duidelijk zijn. Het is mede
daarom dat wij aandringen op duidelijke voorlichting.
Mede door de beperking van de mogelijkheden om de
eigen gemeentelijke inkomsten op te voeren, zal er
weinig ruimte zijn om nieuwe taken aan te vatten.
Daarom moeten wij nu zeker ervoor zorgen dat:
- de doelmatigheid van bestaande uitgaven wordt ge
toetst;
- voldoende kostenbesef wordt getoond;
- de kostenbewaking effectiever is;
- een sluitende kredietbewaking wordt gegarandeerd,
opdat raad en burgerij voor onaangename verrassingen
gevrijwaard worden.
De jaarrekeningen moeten zo snel mogelijk worden
vastgesteld. Dit alles voor een betere controle en daar
na voor een zo goed mogelijke raming van de toe te
wijzen bedragen. De vaststelling van het uitgavenniveau
van de begroting geschiedt op basis van geraamde in
komsten, waarover wij - zoals ik al heb gememoreerd
- niet al te optimistisch kunnen zijn. Reden te meer om
met betrekking tot de uitgaven waar mogelijk op verla
ging aan te dringen. Kostenbewustzijn is vaak een men
taliteitskwestie, ook in de diensten. Door regelmatig
aandringen op goede controle, ook op voortgang in tijd,
kunnen soms kapitalen worden bespaard. Wij zullen zo
goed mogelijk moeten vooruitzien, opdat uitgaven niet
autonoom extreem stijgen. Dit betekent ook richtsnoe
ren en inzicht geven aan de raad, de commissies, ambte
lijke diensten en belangengroepen omtrent de finan
ciële mogelijkheden voor de komende jaren.
Om tot een meer doelmatige besteding van de beschik
bare gelden te komen, zullen wij aan bovenstaande
punten aandacht moeten geven. Heeft het college
plannen in die richting?
In november jl. is een eerste stap gezet om een aantal
erkende knelpunten - gemeentehuis, politiebureau - aan
te pakken. Tegelijkertijd vragen middenstand en wo
ningbouw aandacht. Eenvoudig zal het allemaal niet
zijn. Toch zullen er op zo kort mogelijke termijn be
slissingen genomen moeten worden. Verwacht mag
worden dat de burgerij zich positief opstelt. Het kan
en mag niet zo zijn dat deze knelpunten weer vooruit
worden geschoven. Er zal een duidelijk winkelbeleid
moeten komen, waardoor bestaande belemmeringen
voor uitbreiding waar mogelijk uit de weg worden ge
nomen.
De CDA-fractie is van mening dat, nu er zoveel be
stemmingsplannen afgerond moeten worden en nieuwe
gemaakt, het een volkomen verantwoorde zaak is om
tijdelijk externe deskundigen aan te trekken. Wij zul
len een achterstand moeten inhalen. Onze fractie
heeft zeer veel waardering voor het werk dat op het
gebied van de planologie is gedaan, maar de personeels
bezetting lijkt ons onvoldoende voor al het werk dat
nog gedaan moet worden. Met extra mankracht moet
het mogelijk zijn om ook de woningbouw te versnel
len. Is het college bereid om plannen hiervoor uit te
werken en in de commissie voor ruimtelijke ordening
te bespreken?
Te veel burgers van onze gemeente staan op de wacht
lijst van woningzoekenden. Met de bouw van Overhees
II, tweede fase, zal naar onze mening snel gestart moe
ten worden. Aansluitend daarop zal Overhees III
moeten worden gerealiseerd.
Bezien wij vervolgens de situatie in Soesterberg, dan
zal het duidelijk zijn dat onze fractie er bij het college
op aandringt om ondanks de beperkte mogelijkheden
alles in het werk te stellen, ook daar woningbouw mo
gelijk te maken. Daarbij gaat onze aandacht speciaal uit
naar de mogelijkheid om, aansluitend aan de wijk Apol-
lo, de benodigde gronden te verwerven. Is het college
bereid om nog eens na te gaan, welke mogelijkheden
er voor woningbouw in Soesterberg zijn? Is het colle
ge tevens bereid, daarbij te betrekken de suggesties die
de inspraakwerkgroep Soesterberg in dit verband heeft
gedaan in 1977? Wellicht zal een nadere bestudering
van de lawaai-overlast tot meer bouwmogelijkheden
leiden.
Een goede huisvesting is één van de eerste vereisten
voor ons welzijn. Daarom moeten wij blijven streven
naar een harmonische woningbouw, aansluitend op de
behoefte die leeft onder de bevolking. Daarnaast vra
gen wij een actieve commissie woonruimtebeleid, om
tot een zo goed mogelijke verdeling van de beschikba
re woonruimte te komen. Er zullen duidelijke richtlij
nen moeten komen wie en wanneer men voor woon
ruimte in aanmerking komt. Elke schijn van ongelijke
rechtsbedeling moet worden voorkomen.
Kan het college ons nader informeren over de vraag
volgens welke regels de urgentie voor woningen wordt
bepaald? Ik vraag dit omdat vanuit de bevolking nog
al eens kritiek wordt geuit over het toewijzingsbeleid
van zowel huur- als premiekoopwoningen.
Tot een plezierig leefklimaat - het is al vaker gememo
reerd- behoort ook een goede verkeersafwikkeling.
Het verkeerscirculatieplan is welhaast een gevleugeld
woord. Al eerder pleitte onze fractie voor het zo snel
mogelijk doortrekken van de Koningsweg naar de
Nieuweweg. Langzamerhand is dit een dwingende
noodzaak geworden. De Eigendomweg is, mede door
de bewoning van Overhees II, overbelast. Tijdens de
begrotingsbehandeling van 6 december 1976 werd door
de CDA-fractie een motie terzake ingediend. Na toe
zeggingen van de kant van het college werd deze mo
tie ingetrokken. Er zou bekeken worden de tijdsplan
ning voor de totale Centrumweg, om dan gefaseerd
te komen tot de aanleg van het stuk Koningsweg-
Nieuweweg. Kan het college ons nu iets concreets
hierover zeggen?
Dezelfde vraag geldt voor het verkeerscirculatieplan.
Naar onze mening moet er, nu ook de Dalweg doorge
trokken is, een plan op te stellen zijn dat zoveel mo
gelijk niet-bestemmingsverkeer uit de woonwijken
weert.
De achter ons liggende raadsperiode werd gekenmerkt
door het zoeken naar een juiste overlegvorm met de
burgerij. Er komt nu een vast informatiecentrum. Is
er inmiddels al duidelijkheid wanneer dit gerealiseerd
kan worden? Naar onze mening zal dit zo snel moge
lijk moeten gebeuren, gezien het belang van een goede
voorlichting. Sinds kort is er de commissie voorlich
ting en inspraak. Met inzet van iedereen moeten wij
kunnen komen tot een goede en juiste samenspraak
met de bevolking. De burgers moeten in een vroeg
stadium inspraak krijgen bij inrichtingsplannen voor
de omgeving waarin zij leven. Die samenspraak zal dan
moeten uitmonden in concrete plannen en daden.
In dit verband kan ik zeggen dat onze fractie voor
standster is van een uiteraard gereglementeerde in
spraak bij commissievergaderingen. Onze voorkeur
gaat daarbij uit naar een toelichting op agendapunten,
voordat de commissie het agendapunt behandelt. Wij
zien dan ook met belangstelling de collegevoorstellen
ten aanzien van de commissies tegemoet.
66