iïd tvan- gaan g van tijdig ar de ial leeg- ïart dat won en egro- ver- Geheel al dan •oden be- .le ;rijpe- ies van scheids- Li tijd dat ouden en col- 1 op 4 de- n goede ngetwij- inder nen ge- a de itichting eugde- n de :rete lat na- ilaats- k in- n. e lijst >ta van ior in ;en 1,35 Vij han- nla te ■trok- :s 118 okto- i. in e van dere ander- e ta- ctober aar f. 441,- 6% be- eze e om :volking natie Len bij voorrang een dergelijke kostbare verbetering aange bracht zou willen zien. Ik kom vervolgens tot nummer 46, de reconstructie Dorpsplein Soesterberg ad f. 250.000,-. Wij hebben begrepen dat een aantal Soesterbergse winkeliers ernstige bezwaren heeft tegen de voorgenomen plan nen. Wij stellen het college dan ook voor eerst af te wachten tot een betere overeenstemming is bereikt. Nummer 27 betreft de reconstructie van de Soester- bergsestraat, gedeelte binnen de bebouwde kom, ad f. 300.000,-. De aansluiting op het gedeelte buiten de bebouwde kom heeft natuurlijk voordelen, maar vormt geen doorslaggevend argument. Tenslotte noem ik nog een aantal aanvullende wensen van D'66. Wij gaan gaarne akkoord met een experi ment met twee wijkagenten in Soest. Als dat een suc ces wordt kan de derde in 1980 volgen. Voor 1979 le vert een en ander blijkens uw brief van 14 december jl. geen extra kosten op. Van de door ons aangedragen besparingen op drie in vesteringen zouden wij een bedrag van f. 11.375,- wil len besteden aan twee burgerleden per raadscommissie. Weliswaar zou volgens het antwoord op vraag 13 daar f. 15.600,- voor nodig zijn, maar het jaar zal noodge dwongen al ten dele verstreken zijn voor de benoe mingen rond zijn. Voor de resterende f. 100.000,-, eventueel aangevuld met een bijdrage uit de post on voorzien, zien wij als urgente zaken: - een aanvang maken met het fietspadenplan, waar flin ke subsidies uit Den Haag op te krijgen zijn, hoewel geen 100%-subsidies; - knipperlichten aan de Smitsweg ten behoeve van de schoolkinderen; - start met de schoolbioloog, desnoods nog zonder de assistenten; het IVN in Soest is ook bereid ondersteu ning te leveren met vrijwilligers, zodat het misschien helemaal niet nodig is om de hele stoet van assistenten in dienst te nemen; - iets méér voor de sport, nader te bepalen in overleg met betrokkenen en rekening houdend met de aantal len gebruikers. Mevrouw de voorzitter! Ik nader het einde van mijn betoog. Op de kaft van het overzicht van vragen en antwoorden naar aanleiding van de behandeling van deze begroting in de raadscommissies staat het woord „vragen" van raadsleden klein gedrukt en het „ANT WOORD" van het college met hoofdletters. Ongetwij feld gaat daar een diepe symboliek achter schuil! Ik eindig mijn betoog met de wens dat op de bescheiden vragen die mijn collega-fractievoorzitters en ik u van avond gesteld hebben, van de zijde van het college een ANTWOORD gegeven wordt dat het waard is om met hoofdletters geschreven te worden! De VOORZITTER schorst hierna de vergadering. Wanneer de vergadering is heropend, zegt de VOORZIT TER: Dames en heren! De overgrote meerderheid van de fractievoorzitters die vanavond hebben gesproken, heeft in constructieve zin kritiek geuit en zaken aange dragen waarmee het college ook bezig is. Daarbij zijn opmerkingen gemaakt die het college uitermate nuttig kan gebruiken bij de voorbereiding van een aantal za ken en voorstellen. Velen hebben gesproken over het „magische" beleids plan dat ook even is genoemd in onze nota van aan bieding. Daarbij heeft mevrouw Greefhorst erop gewe zen dat ik in de commissie algemene bestuurszaken heb betoogd dat er nu niet zo'n vreselijke haast is met het beleidsplan en dat de raad daarom nu alleen een financiële nota heeft gekregen. Voor goed begrip had mevrouw Greefhorst nog wat méér moeten citeren uit de notulen van deze commissievergadering. Ik heb er nl. ook bij gezegd: „Het is op dit moment weinig zinvol om een totaal plan op touw te zetten. Er zijn momenteel diverse be langrijke zaken in studie, verkeer, openbare gebouwen, winkelbeleid. De concept-onderwijsnota is de wereld in en ook de jeugdnota en het welzijnsplan zijn in be handeling." Natuurlijk hadden wij best het nodige op schrift kun nen zetten, hetgeen dan vooral erop was neergekomen dat veel zaken al in behandeling zijn. Het leek ons echter dat dit niet het niveau zou kunnen halen dat de raad van ons zou kunnen verwachten bij een beleids plan. Met het oog hierop hebben wij besloten om het uitbrengen van een beleidsplan op te schuiven. Boven dien moet ik zeggen dat, als wij nu eerlijk zijn, ons toch wel de schrik wat om het hart is geslagen. Wat u zich allemaal voorstelt bij het beleidsplan dat wij in het voorjaar zullen uitbrengen, is nl. onzes inziens wel wat te veel. Enkelen verwachten kennelijk dat het col lege een plan op tafel zal leggen waarmee de raad dan vier jaar vooruit kan. Zo is het echter niet. In het voor jaar kunnen wij wel ten aanzien van een aantal zaken een beleidsplannetje op tafel leggen, maar ten aanzien van andere zaken zullen wij eerst nog de resultaten moeten afwachten van studies die gaande zijn. Boven dien wijs ik erop dat het beleidsplan tenslotte door de raad moet worden vastgesteld; de raad wil immers een samenhangend, weldoordacht beleid voeren. Het col lege dat belast is met de voorbereiding van de beslis singen van de raad moet het tot zijn plicht rekenen om de incidentele zaken voor de raad in een breder kader te plaatsen en aan de raad keuzemogelijkheden voor te leggen. Als men denkt dat ik de laatste zinnen uit mijn hoofd noem, moet ik erop wijzen dat deze zinnen afkomstig zijn uit een publicatie in het gemeenteblad van Zwol le. Het college van burgemeester en wethouders van Zwolle heeft op 25 juli jl. de raad een voorstel terza ke gedaan. In Zwolle is men al enkele jaren bezig met integrale beleidsplanning en is men nu gekomen tot een evaluatie hiervan. Ik kan daarvan nog het volgen de citeren: „Wat is er tot nu toe in Zwolle gebeurd? Als wij de afgelopen jaren overzien, dan zijn twee dingen duide lijk. Beleidsplanning is een zaak van lange adem en beleidsplanning is iets dat met vallen en opstaan moet worden geleerd." Toen ons college dit gelezen had durfden wij weer vol vertrouwen het voorjaar tegemoet! Wij moeten van avond goed voor ogen houden dat wij aan de raad in het voorjaar een beleidsplan willen voorleggen, met de investeringsmogelijkheden en de prioriteiten zoals wij die zien. Na bijvoorbeeld een jaar echter, wanneer wij verder zijn gekomen wat betreft het oplossen van be paalde knelpunten, zal een en ander dan weer helemaal moeten worden bijgesteld. Het beleidsplan zal voor vier jaar gelden, maar dan wel zodanig dat het beleids plan voor het eerste jaar concreet is, voor het tweede jaar wat minder concreet enz., zodat in de latere jaren het koffiedik steeds meer toeneemt. In die zin heeft ook de heer J onker gesproken op dit punt. Men mag 77

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 284