Nr. 7 Soest, 20 december 1978
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag 20 december 1978 te
08.30 uur.
(Voortzetting van de vergaderingen van maandag 18 de
cember 1978 te 19.00 uur en van dinsdag 19 december 1978
te 19.00 uur).
VOORZITTER de burgemeester, mevrouw mr. J.M. Cor-
ver-van Haaften.
SECRETARIS de heer mr. J.M. Kruitwagen.
Tegenwoordig de leden: mevrouw J. Allard-Knol, G. Beijen,
W.A. Blaauw, mevrouw A. Blommers-Biezeno, J.J. van den
Brakel, J.J. Ebbers, mevrouw J.W.D.P. van Gelder-Cornelis-
sen (later), H. Gerth, H.J. Goote (later), mevrouw J. Greef-
horst-Van Overdam, D. Hoekstra, H.M. Jonker, mevrouw
E. Korthuis-Elion (later), R.A. van Logtenstein, J.L. Menne,
J.G. Nuijten, G.H. Oldenboom, A. Onderdelinden, G.A.W.G.A.
Plomp, J.R. van Poppelen, G. Stam, mevrouw M.F. van Stip-
hout-Croonenberg, P.L.J.M. Storimans, mevrouw A.D. To-
massen-Holsheimer, C. Verheus en J. Visser.
Afwezig met kennisgeving het lid: A. Bolhuis.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt voor met
gebed te beginnen.
Hierna vindt voorlezing van het gebed door de voorzitter
plaats.
Vervolgens deelt zij mede dat bericht van verhindering is in
gekomen van de heer Bolhuis.
68 Voortzetting van de behandeling van de begroting der
gemeente en die van de bedrijven en goedkeuring van
de begrotingen van de Stichting Zwembaden Soest en
de Sportstichting voor het jaar 1979, inclusief de 1ste
wijziging, alsmede behandeling van de met betrekking
hierop ontvangen ingekomen stukken.
Stichting Zwembaden Soest.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb een
rapport gelezen van 22 december 1977 over het draag
vlakonderzoek van een overdekt zwembad in Soest.
Daarin is mij opgevallen de zinsnede dat het adviesor
gaan met verbazing heeft geconstateerd dat het bezoek
cijfer aan de overdekte zweminrichting relatief zeer ge
ring is. Misschien is het verstandig om naar dit lage be
zoekcijfer nog eens een nader onderzoek in te stellen.
In het rapport worden voor de oorzaken ook wel enke
le punten aangedragen, nl. dat maar één leerjaar van de
lagere scholen het zwembad bezoekt en dat ook de
openingstijden korter zijn dan gebruikelijk is in ons
land.
Het gaat bij dit draagvlakonderzoek om de vraag of er
een nieuw overdekt zwembad in Soest moet komen.
Daarbij wordt de stelregel gebruikt dat er bij 45.000
inwoners - waar wij nog lang niet aan toe zijn; het rap
port hanteert ook de gegevens van het zeer oude struc
tuurplan - volstaan kan worden met 500 a 600 m2 wa
ter. Er worden vervolgens drie suggesties gedaan. In de
eerste plaats overkapping van een deel van het natuur
bad, waar de adviesinstantie echter niet zo gelukkig
mee zou zijn en in de tweede plaats nieuwbouw van
een overdekt zwembad annex sportzaal, maar mis
schien is het wel verstandig om eerst nog een onder
zoek in te stellen naar het draagvlak van een sportzaal
in Soest. Overigens wordt hierbij aangetekend dat in
geval van nieuwbouw De Turf zou moeten worden af
gestoten, waarmee men op zichzelf ook niet zo geluk
kig is, want er is al 272 m2 beschikbaar bij De Turf.
Men zou dan kunnen volstaan met het bouwen van nog
een klein bad van 328 m2. Dat zou anderzijds weer
een ongelukkige oplossing zijn omdat in zo'n bad weer
geen waterpolo kan worden gespeeld. De enige goede
mogelijkheid die men ziet is uitbreiding van De Turf,
maar die mogelijkheid wordt weer nergens in het in
vesteringsplan genoemd.
De vraag is dan ook wat het college met dit rapport
doet, wat zijn conclusies zijn en hoe wij verder zullen
gaan op dit punt.
De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit
ter! Er zijn de nodige onderzoeken geweest en daarbij
is duidelijk bewezen dat De Turf natuurlijk een gele
genheid is om te zwemmen, maar veel méér ook niet.
Ik kan mij heel goed voorstellen dat de mensen liever
in een behoorlijk zwembad zwemmen en niet in De
Turf. Het standpunt van de heer Visser kan ik dan ook
niet begrijpen. Mensen die zó progressief zijn
(Mevrouw Van Gelder-Cornelissen komt, te 08.40 uur,
ter vergadering).
De heer VISSER: Ik heb nog helemaal geen standpunt
ingenomen!
De heer VAN DEN BRAKEL moeten toch echt
niet pleiten voor uitbreiding van De Turf.
De heer VISSER: Ik heb alleen enkele vragen gesteld
over een rapport.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Het
door de heer Visser genoemde rapport is niet alleen
door hem goed gelezen, maar ook door mij en door de
leden van de commissie zwembaden. Ook wij hebben
begrepen - wat dat betreft, zijn wij het helemaal eens
met de heer Van den Brakel - dat het veel beter is dat
de mensen kunnen zwemmen in een ruim bad dan in
een soort pierenbad. De hele materie is echter nog niet
afgerond en het college en de Stichting Zwembaden
willen eerst nog samen van gedachten wisselen over de
inhoud van het rapport. Als dat achter de rug is zullen
wij graag terugkomen in de raad met de resultaten en
nagaan wat er moet gebeuren op dit vlak.
(De heer Goote komt, te 08,42 uur, ter vergadering).
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik ben blij
dat iedereen kennelijk het rapport zo goed heeft gele
zen. Het is op zichzelf ook verstandig dat het college
hierover nog allerlei beraadslagingen wil houden, maar
ik wijs er wel op dat in de nota van aanbieding nog
steeds wordt gezegd dat een nieuw overdekt zwembad
annex sportzaal zo fijn zou zijn. Andere accommoda
ties worden daardoor eigenlijk van tafel geveegd, want
op bladzijde 24 wordt bijvoorbeeld gezegd dat een at-
letiekaccommodatie eigenlijk niet haalbaar is, ook al
omdat aan de totstandkoming van een overdekt zwem
bad een hogere prioriteit zou moeten worden gegeven.
Daar heb ik het oog op.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Het
komt wel meer voor dat leuke dingen worden gezegd
zonder dat ze goed onderbouwd zijn. Dat wil het col
lege nu nog niet doen. Wij willen dit leuke ding waar
ook vanuit de raad om is gevraagd, eerst nog goed on
derzoeken, in overleg met de Stichting Zwembaden.
De begroting van de Stichting Zwembaden wordt
zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld.
Stichting voor Lichamelijke Opvoeding en Sport.
Hierbij zijn tevens aan de orde de volgende ingeko
men stukken:
115