vreden is. In de oktobervergadering is door de waarnemend voorzitter toegezegd dat nagegaan zou worden welke rechten en plichten de gemeente Soest heeft, wanneer blijkt dat men in de toekomst met het IAM minder ge lukkig is. Kunt u ons hierover al nader inlichten? Onze fractie stemt in met de begrote bijdragen voor de externe adviezen en inspraak. Onze fractie heeft er geen bezwaar tegen indien de begrotingspost van f. 150.000,- zou moeten worden verhoogd indien hier door de besluitvorming en het realiseren van bestem mingsplannen kunnen worden versneld. Ook het gere serveerde bedrag van f. 216.867,— voor de voorlichting heeft onze instemming. Investeringen in een goede be geleiding, inspraak en voorlichting zijn goed, mits het leidt tot een snellere besluitvorming en het krijgen en behouden van tevreden burgers. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Bij de algemene beschouwingen heb ik gesproken over de vergoedingen voor de raadsleden. Wij willen graag in het seniorenconvent of de commissie algeme ne bestuurszaken in het komende jaar nagaan of wij bij deze vergoedingen voor het komende jaar van een inflatiecorrectie kunnen afzien. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Wat voor lichting en inspraak betreft hebben wij kennis geno men van het antwoord op vraag 41. Dit houdt in dat wij in het voorjaar twee notities tegemoet kunnen zien, één over inspraak en één over voorlichting. Bij de vorige begrotingsbehandeling is uitgebreid over voor lichting en inspraak gesproken en één van de uitvloei selen hiervan is geweest het instellen van de commissie voorlichting en inspraak in september jl. Over het tempo waarin deze zaak van de grond komt, heb ik nog wel enige vraagtekens; het gaat mij nogal langzaam. Er worden nu notities voor het voorjaar toegezegd en dat wordt dus op z'n vroegst maart en waarschijnlijk april/mei a.s. Pas dan kunnen wij aan een meer funda mentele discussie beginnen en de commissie voorlich ting en inspraak bestaat dan al zo'n driekwart jaar. Dat duurt allemaal nogal lang en ik zal graag zien dat er wat meer haast wordt betracht op dit punt, vooral ook om dat er vanuit de raad in het verleden op is aange drongen deze zaak serieuzer en grondiger aan te pak ken. In de vorige raadsvergadering hebben wij het zoge naamde procedurevoorstel besproken, waarin een me thode van inspraak was genoemd, met een representa tieve steekproef, als ik het mij goed herinner. Ik heb het betreurd dat over de verschillende methoden die denkbaar zijn in specifieke gevallen, niet vooraf in de commissie voorlichting en inspraak is gediscussieerd. Toegezegd is toen wel dat de commissie nader zou wor den betrokken bij de uitwerking van een en ander. Naar mijn gevoel moet het echter juist andersom gaan; de commissie dient in eerste instantie bij het kiezen van de richting te worden betrokken, terwijl de uitwerking in details mijns inziens veel meer een taak van het col lege is. Ik vind dit nog steeds een misser en hoop dat deze commissie in het vervolg eerder en fundamente ler bij dit soort zaken zal worden betrokken. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Bij de behandeling van de begroting voor 1978 is door onze fractie inzake het personeelsbeleid gevraagd naar de mogelijkheid om ook ongeorganiseerde werknemers via onder andere dienstcommissies in het georgani seerd overleg te betrekken. De huidige gang van zaken vinden wij nog steeds onbevredigend, te meer omdat een groot deel van het personeel niet georganiseerd is en dus buiten de meeste vormen van overleg blijft. Als ik goed ben ingelicht is een interdepartementale stu diecommissie bezig met als doel om de ongeorgani seerde werknemers bij het overleg te betrekken. Ik zal graag hierover wat meer vernemen als dit tenminste bij u bekend is. Wij zijn blij dat de systematische personeelsbeoorde ling die nu gestart is ook functioneert. Bovendien heb ik de indruk dat de voorlichting aan het personeel hier over - immers, zo'n beoordeling brengt altijd enige on rust met zich - goed is verlopen. Ik spreek dan ook de hoop uit dat, wanneer met deze beoordeling wordt ge start, dit ook resultaten zal hebben. Ook aan de zogenaamde belangstellingsregistratie wordt gewerkt en wij zien uw voorstellen terzake met belangstelling tegemoet. Al deze zaken moeten echter geen doel op zichzelf gaan worden, maar een middel om een doel te bereiken, nl. een zo goed mogelijk functionerend ambtenarenapparaat. Daarbij zal wel licht ook aan andere organisatievormen moeten wor den gedacht dan tot nu toe gebruikelijk zijn. In de commissievergadering heb ik hierover ook een vraag gesteld, maar daar kon toen geen antwoord op wor den gegeven. Wellicht is hierover nu iets méér te zeg gen van de kant van het college. Of zal dat in de eerst volgende vergadering van de commissie personeelsza ken en organisatie nader ter sprake kunnen komen? Wij denken in dit verband bijvoorbeeld aan een zeke re mate van centralisatie van onder andere de finan ciële administratie, omdat wij de indruk hebben dat de huidige werkwijze versnippering in de hand werkt en niet altijd even doelmatig is. Ik spreek namens onze fractie graag onze waardering uit voor de inzet van alle werknemers van de gemeente, temeer, omdat zij vaak hun werk moeten doen onder moeilijke omstandigheden. De heer GERTH: Mevrouw de voorzitter! Wij heb ben versterking gekregen van het bureau voorlich ting, waarmee wij bijzonder blij zijn. Ik hoop dat dit een start is en niet een blijvende bezetting. Ik zal graag zien dat hier nog eens goed naar gekeken wordt. In omliggende gemeenten beschikt men op de afde lingen voorlichting en inspraak meestal over aanmer kelijk méér mensen dan wij nu hebben. Daarnaast zal ik graag zien dat het informatieblad dat door de afdeling voorlichting wordt uitgegeven, aan alle raadsleden bij abonnement wordt verstrekt, op dat ieder raadslid duidelijk inzicht krijgt in de infor matie die beschikbaar is en op vragen van burgers of er over bepaalde zaken informatie bestaat, kan verwij zen naar het bureau voorlichting. De VOORZITTER: Dames en heren! De opmerking van de heer Van Poppelen over de raadsverslagen is mij uit het hart gegrepen. Een aantal gemeenten heb ben niet meer het uitgebreide woordelijke verslag dat wij nu nog hebben. Deze gemeenten maken wel een besluitenlijst, hetgeen op zichzelf een vrij moeilijk werk is, omdat de besluiten duidelijk omschreven moeten zijn. Verder maakt men een bandopname die een aantal jaren - in principe zo lang als men wil - ter beschikking blijft. Iedereen die wil weten wat er over een bepaald onderwerp is gezegd, kan dan de bandop name beluisteren. Er is ook een methode waarbij men allemaal een bandje thuis krijgt, maar dat is ook weer een nogal dure zaak. Als men tot besparing op dit punt wil overgaan, zouden wij te zijner tijd - aan de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 330