de kosten van de politie die ten laste van de gemeente blijven. De VOORZITTER: Daar wil ik dan nu direct nog iets over zeggen. Ik kan hierover weinig vrolijks zeggen. Er is een rapport uitgebracht over de kosten van de politie dat ongeveer een halfjaar geleden aan de ministers van justitie en van binnenlandse zaken is gezonden. Sinds dien heeft men er in alle talen over gezwegen. Formeel weet ik niet wat er in dat rapport staat en ik weet ook niet welke zaken daaruit de ministers zullen overne men. Het is juist dat de kosten die ten laste van de ge meente blijven nog steeds stijgen. Wij kunnen alleen maar hopen dat in deze situatie eens verbetering zal komen. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Ik wijs er op dat dit antwoord al was opgenomen in het verslag van de commissievergaderingen. Wanneer wij vandaag de agenda helemaal willen afwerken, lijkt het mij niet zojuist om antwoorden die al eerder zijn gegeven, te gaan herhalen. De VOORZITTER: Ja, daar hebt u gelijk in. Ik was vergeten dat dit punt al was beantwoord. De heer ONDERDELINDEN: Mevrouw de voorzit ter! Ik had graag nog iets gehoord over de animo die onder het geschikte personeel bestaat om de functie van wijkagent te gaan vervullen. Wat de voorlichting en informatie betreft, heb ik niet alleen gedoeld op de zogenaamde „crime-prevention", maar ook op in dividueel verstrekte informatie aan degenen die daaraan behoefte hebben. Daarnaast denk ik aan informatie over de politie als instantie, waarbij ik ook een relatie met het informatiecentrum zou willen bepleiten. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De ruimte voor de derde wijkagent heb ik maandagavond al aan gegeven. De VOORZITTER: Waar dan? De heer VISSER: Maandagavond heb ik een aantal in vesteringen genoemd die wat ons betreft niet door be hoeven te gaan. Het gaat daarbij om een bedrag van f. 249.000,-, dus daar zit die wijkagent wel in. De VOORZITTER: Ik meen toch dat u voor dat geld al een aantal andere wensen hebt genoemd. U wilt im mers de atletiekbaan aanleggen, de schoolbioloog aan stellen en u zoudt dan nu ook nog een derde wijkagent daaruit willen financieren. Ik meen dat u nu toch als een groot man moet gaan reageren. U kunt bij ieder hoofdstuk wel pleiten voor bepaalde zaken en dan steeds verwijzen naar de investeringen die wat u betreft wel kunnen vervallen, maar ik wijs erop dat deze zaken niet toereikend zijn voor de atletiekbaan, de schoolbio loog en de derde wijkagent samen. Het bedrag dat be schikbaar komt in uw ogen stelt helemaal niets voor als moet worden gedacht aan het aanleggen van een atle tiekbaan. De manier waarop u nu opereert, mijnheer Visser, lijkt mij toch niet reëel. U geeft alleen maar wensen aan, zonder concreet aan te geven waaruit u die wensen wilt financieren. De heer EBBERS: Mevrouw de voorzitter! U hebt te recht gesproken over de huisvestingsproblemen die om de hoek komen kijken bij het vervullen van vacatures. Ik teken daarbij aan - dat zou misschien eens in de bur gemeesterskring besproken kunnen worden - dat onze gemeente ook wel eens als een soort springplank fun geert, waarbij men komende uit de Randstad na korte tijd weer naar een grotere zustergemeente gaat, maar men toch hier in Soest de huisvesting neemt. De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Onder- delinden kan ik zeggen dat er in het korps zeker men sen zijn die geschikt zijn voor wijkagent en die func tie ook ambiëren. Daarnaast heeft hij nog gesproken over de mogelijkheid dat op de politieschool in Leus den een aanvullende opleiding tot wijkagent wordt ge geven. Op dit ogenblik bestaat zo'n opleidingsmoge lijkheid op de politieschool niet, maar het lijkt mij goed om dit eens in het bestuur van deze school aan de orde te stellen. Ik hoop overigens weer niet dat de ze opleiding dan geruime tijd in beslag zal gaan nemen, want voor allerlei aanvullende opleidingen die na de politieschool genoten kunnen worden, zijn toch mees tal heel wat mensen uit het korps op stap. De heer ONDERDELINDEN: De opleiding zelf is al te kort. De VOORZITTER: Ja, dat ben ik helemaal met de heer Onderdelinden eens. Er is nu ook een discussie gaande over verlenging van de politie-opleiding die nu maar een jaar duurt, waar men dan nog de vakan- tietijd van moet aftrekken. Juist nu men de agenten ook een opleiding wil geven op het punt van allerlei maatschappelijke problemen, vindt men vrij alge meen de opleidingstijd van een jaar eigenlijk te kort. Ik begrijp de opmerking van de heer Ebbers over de huisvestingsproblemen heel goed. In de burgemeesters kring is hierover al eens gesproken. Inderdaad doet zich het verschijnsel voor dat de heer Ebbers heeft genoemd. Wat ons eigen korps betreft, hebben nu twee leden bij het korps in Amersfoort gesolliciteerd, juist ook met het oog op de perspectieven die daar beter liggen dan in Soest. Het betekent wél dat, om dat de huisvestingsmogelijkheden in Amersfoort blijkbaar nog geringer zijn dan bij ons, deze mensen gewoon in Soest blijven wonen, zodat wij dan weer extra woonruimte ter beschikking moeten gaan stel len als wij nieuwe mensen aantrekken. Ik kan de heer Ebbers echter verzekeren dat dit punt de aandacht heeft. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De sug gestie is gedaan om in Op't Hoogt een rubriek onder te brengen met voorlichting over de politie. Daarbij is al de term „De commissaris vertelt" gevallen! Wij zijn blij met suggesties vanuit de raad inzake Op't Hoogt en zullen dit zeker nader bekijken. Ook is nog even gesproken over voorlichting op de scholen. Ook op dat punt zullen wenselijkheden en mogelijkheden tegenover elkaar moeten worden afge wogen. De voorlichting zoals die nu op scholen wordt gegeven, wordt door de scholen zeker op prijs ge steld en ook de politie is zich er terdege van bewust dat zij op dit punt zoveel mogelijk moet doen. In het informatiecentrum zal inderdaad een stand ko men waar de politie haar materiaal kan tonen. Afspra ken hierover zijn al gemaakt met de politie. Naar aan leiding van de opmerking van u, mevrouw de voorzit ter, over M 78 wijs ik er nog op dat het iedereen be kend is dat, zodra men op een bepaalde plaats infor matiemateriaal kan halen, heel wat mensen met tassen vol materiaal lopen. Wat zij ermee doen weet ik niet. Ik hoop dat veel mensen die ons informatiecentrum bezoeken, met tassen vol materiaal eruit zullen ko men, maar ik hoop nog méér dat zij het materiaal dan vervolgens ook zullen lezen. Brandweer. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Ik wil op het punt van de brandweer enkele zaken 131

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 338