De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ik ben het helemaal eens met uw betoog naar aanlei ding van deze motie. De fractie van de heer Nuijten heeft allerlei wensen, maar kan geen financiële mid delen daarvoor aangeven. In ieder geval is het duide lijk dat wij zuinig moeten omspringen met ons perso neel en het personeel effectief moeten laten werken. Wij moeten ambtenaren bij werk van een adviesgroep of een raadscommissie betrekken op het moment dat dat ook nódig is. Dat speelt niet alleen op het vlak van ruimtelijke ordening, maar in feite op ieder beleids vlak. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb begrepen dat de wethouder van ruimtelijke ordening heeft toegezegd dat vertegenwoordigers van de wel zij nsdiscipline ad hoe bij de werkzaamheden van deze ambtelijke adviesgroep zullen worden betrokken, dus op de momenten dat dit nodig is, waardoor er op deze mensen ook geen onnodig tijdsbeslag komt als de ad viesgroep zich bijvoorbeeld alleen met technische uit werkingszaken bezig houdt. Gezien die toezegging hebben wij er geen behoefte aan om een en ander nog eens door middel van een motie vast te leggen. De heer BEIJEN: Mevrouw de voorzitter! Ik zal graag nog horen, in het kader van de evaluatie van de bevindingen met de bouw van de wijk Overhees II, of wij een doorstromingsrapport kunnen verwachten en op welke termijn dit dan zal komen. Ik meen dat wij aan een dergelijk rapport méér hebben om inzicht te verkrijgen in de vraag voor wie wij moeten bouwen op korte termijn, waarbij ik natuurlijk ook denk aan de uitkomsten van het woningbehoefte-onderzoek van één- en tweepersoonshuishoudens, dan aan de mede deling van mevrouw Van Stiphout dat het gemiddelde inkomen van de woningzoekenden f. 22.000,— per jaar is. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Van Stiphout heeft gezegd dat er maar twee bezwaren zijn ingediend tegen het noodkamp dat de gemeente Amersfoort wil gaan realiseren vlak tegen Soest aan. Ik moet hierbij wel aantekenen dat de angst om bezwaren door te geven, zeker aanwezig is. Er le ven dan ook bij veel méér mensen bezwaren dan alleen bij deze twee. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! De heer Oldenboom neemt het mij kennelijk min of meer kwalijk dat ik van een bepaald, in zijn ogen verkeerd, uitgangspunt uit ga- De heer OLDENBOOM: Neen, dat heb ik niet gedaan. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Hij neemt het mij dus kennelijk niet kwalijk, maar vindt toch wel dat ik van het verkeerde uit gangspunt uitga, als ik uitga van 25 woonwagens. Ik moet er wel op wijzen dat het college in de eerste plaats gehouden is om de wet uit te voeren. Er is een woonwagenwet aangenomen in het parlement en wij hebben een gemeenschappelijke regeling aangenomen. Die zaken dienen dan door het college te worden uit gevoerd. Ik wil hierbij best voor ogen houden dat het mogelijk is dat de woonwagenbewoners zich zodanig gaan integreren dat de overgang van woonwagen naar woonhuis reëel gaat worden; daarover moet dus zeker geen misverstand bestaan. Overigens wil ik de heer Oldenboom nog erop wijzen dat minister Gardeniers deze week nog heeft gezegd dat zij het niet langer accepteert dat gemeenten zo traag zijn met het realiseren van woonwagenkampen. Zij is dan ook van plan, zeer binnenkort die gemeente besturen onder dwang te zetten. Daarnaast wijs ik ook erop dat de raad een kamp voor 25 woonwagens heeft geaccepteerd, met de aanteke ning dat er daar in eerste instantie maximaal 20 mo gen komen. De vijf resterende plaatsen zijn dan be stemd voor de zogenaamde natuurlijke groei, op zich zelf een heel normale zaak in de ruimtelijke ordening. De heer Beijen heeft gevraagd om een doorstromings rapport. Daarover ben ik wat verbaasd, want ik meende dat er al een driemaandelijks doorstromingsrapport komt dat steeds in de leeskamer ter inzage wordt ge legd. Een dergelijke rapportage is er ook voor Overhees tweede fase dat nu gereed komt. Wanneer die rappor ten echter de laatste tijd niet meer ter inzage worden gelegd, zal ik ervoor zorgen dat dit met ingang van vol gende week weer wél het geval is. Hoofdstuk V, Volkshuisvesting, wordt zonder hoofde lijke stemming voorlopig vastgesteld. De voorzitter schorst hierna, te 12.50 uur, de vergade ring tot 14.00 uur. Wanneer de vergadering is heropend, stelt de voorzit ter aan de orde: Hoofdstuk VI, Openbare werken, met het voorstel inzake verhoging van de reinigingsrechten. Dit hoofdstuk wordt zonder discussie en zonder hoof delijke stemming voorlopig vastgesteld. Het voorstel inzake verhoging van de reinigingsrech ten wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Hoofdstuk VII, Eigendommen niet voor de openbare dienst bestemd, wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. Hoofdstuk VIII, Onderwijs, cultuur en recreatie. Onderwijs. Hierbij zijn tevens aan de orde: Voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling voor het jaar 1979: a. als bedoeld bij artikel 55 der Lager-onderwijswet 1920 voor het gewoon lager onderwijs; b. als bedoeld bij artikel 189, 5e lid van het Besluit Buitengewoon Onderwijs 1967 voor het buitengewoon onderwijs. Voorstel tot vaststelling van het getal wekelijkse les uren vakonderwijs aan de openbare scholen voor g.l.o. voor het jaar 1979. De heer GERTH:M;vrouw de voorzitter! Gisteren is er al kort gesproken over de mogelijke aanstelling van een schoolbioloog. Thans wil ik opnieuw benadruk ken dat de schoolbioloog één van de meest fundamen tele onderwerpen van ons leven kan behandelen en de jeugd ertoe kan brengen om veel handelingen die zij nu verricht, te veranderen. Met name kan de school bioloog ervoor zorgen dat de jeugd aandacht krijgt voor de natuur en niet meer voor vernielingen. De schoolbioloog kan een zodanige fundamentele veran dering teweeg brengen dat wij aan de aanstelling van een dergelijke functionaris een zeer hoge prioriteit geven. In Soest hebben wij ook een zeer actieve afde ling van het IVN en deze afdeling heeft al de toezeg ging gedaan dat zij bereid is de schoolbioloog te steu nen. De schoolbioloog zal in Soest ook vooral een soort manager moeten zijn, teneinde de leraren ver trouwd te maken met allerlei zaken en de praktische toepassing van het IVN.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 346