wij niet goed weten wat wij ermee aan moeten. Er is nauwelijks iemand naar toe te krijgen en een aantal instellingen heeft al geprobeerd om het openlucht theater nieuw leven in te blazen, maar de mensen wil len er gewoon niet naar toe. Op dit ogenblik ligt er een verzoek van het I.V.N. en de bosbaas om gebruik te kunnen maken van het gebouwtje dat bij het open luchttheater is. Wij zullen ons hierop beraden en zul len er dan te zijner tijd op terugkomen. De kostenstijging van de muziekschool is niet alleen gelegen in het feit van de accommodatie. De extra huisvestingskosten bedragen f. 38.500,-, maar er zit ook een stijging van f. 16.000,- bij de administratie kosten en een stijging van f. 22.000,- voor de post ondersteuning van de directeur. Voorts is er sprake van een stijging van het aantal uren met 30, waarbij in wezen maar 15 uur overblijft voor nieuwe zaken, want er is nu al in Soest een wachtlijst voor 15 uur. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Met het bestuur van de kinderboerderij en het bestuur van De Borg is afgesproken dat men onderling zal komen tot een voorstel omtrent de activiteiten die men samen zou kunnen plegen. Voorts is afgesproken dat daarna aan de hand van dit voorstel met het college opnieuw overleg zal worden gepleegd. Daarbij zal ook de kwestie van de overkapping wel weer naar voren ko men, terwijl dit punt ook in het AWOS terug zal ko men. Ik meen dat wij dit ene punt nu niet uit het AWOS-overleg naar voren moeten halen. Er kan op dit punt geen enkele toezegging worden gedaan over een eventuele uitvoering van de overkapping. Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! Me vrouw Van Stiphout heeft gesproken over een af spraak om karakteristieke plekjes zoveel mogelijk te bewaren door middel van bestemmingsplannen. Dat geldt echter - ik wijs hierop om misverstanden te voorkomen - alleen voor nieuwe bestemmingsplannen waarin wij dit soort plekjes en gebouwen kunnen in passen. Bij bestaande bestemmingsplannen ligt het an ders. Mevrouw Greefhorst noemde weer het voorbeeld van het kapelletje en bij dat soort zaken moeten wij proberen op minnelijke basis tot overeenstemming te komen, zonder dat wij te voren kunnen zeggen dat het ook tot succes zal leiden. De heer NUIJTEN: Mevrouw de voorzitter! Bij de behandeling van de begroting in de commissie recrea tie en bosbeheer is met zoveel woorden gezegd dat de consequenties van mijn voorstel om de subsidies waar devast te maken, op een rijtje zouden worden gezet. Mijn vraag is alleen om hierover met een notitie te ko men, bijvoorbeeld in de commissie financiën. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me vrouw de voorzitter! Als eenmaal de bepaling is inge voerd dat een sloopvergunning vereist is, kan dit dan niet ook voor bestaande bestemmingsplannen gelden? Wethouder MENNE: Dat geldt niet voor dat kapel letje, want wij kennen nog niet de bepaling dat een sloopvergunning vereist is. De VOORZITTER: Ik vraag mij wel af hoe hard een bepaling inzake een sloopvergunning kan zijn in het ge val dat er bijvoorbeeld in een bestaand bestemmings plan op de betreffende grond een winkelbestemming ligt. Maar goed, wij kunnen dit verder bespreken aan de hand van de wijziging van de bouwverordening die het college over enkele maanden aan de raad zal voorleggen. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Ik heb nog een vraag over volgnummer 08.7010, waar het gaat om subsidies voor de verschillende oranjevereni gingen. Wanneer nu twee van de drie hier genoemde verenigingen formeel niet meer als zodanig bestaan, gaan dan de rechten - voor zover er van rechten sprake is - automatisch over op de opvolgende verenigingen? De VOORZITTER: U doelt er kennelijk op dat de oranjevereniging Beatrix nu is omgezet in een stich ting. De heer VERHEUS: En het oranjecomité Soesterberg bestaat niet meer. De VOORZITTER: In Soesterberg zijn toch weer men sen bezig op dit punt en als ik mij goed herinner, zijn er toch gesprekken gaande. Wij zullen dit punt nader bekijken, mijnheer Verheus. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Vanmorgen heeft de heer Onderdelinden gesproken over de zorg rond het ziekenhuis Zonnegloren. Ieder een die ooit in een ziekenhuis in Soest komt te liggen, heeft veel waardering voor het werk van AROS. Ik heb begrepen dat AROS wel subsidie heeft gevraagd, maar geen subsidie heeft gekregen. Ik vind dat in we zen bijzonder jammer, want het gaat hier om een groep vrijwilligers die nu bij de gratie van bijdragen van burgers en instellingen moet leven. Waarom heeft de gemeente hieraan niet meegewerkt? De VOORZITTER: Als ik mij goed herinner heeft AROS voor het jaar 1978 een aanvraag om subsidie ingediend. Die hebben wij toen afgewezen om princi piële redenen, omdat een en ander niet paste in onze subsidieverordening. Wel heeft deze groep toen geld gekregen uit de zogenaamde kermispot en ik meen te weten dat dit voor 1979 opnieuw het geval zal zijn. Bovendien krijgen wij nog wel eens de vraag waar men geld aan kan geven voor een goed doel en dan wijzen wij dikwijls op deze groep. Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONEN- BERG: Mevrouw de voorzitter! Ik kan nu niet zeggen waarom AROS niet past in onze subsidieverordening. Ik ben bereid hierop in de commissie terug te komen. De heer ONDERDELINDEN: Mevrouw de voorzitter! De heer Van Poppelen heeft even gesproken over be zorgdheid die ik had uitgesproken ten aanzien van Zonnegloren. Ik heb echter gedoeld op bezorgdheid ten aanzien van de emotionaliteit waarin het Zonne- glorengebeuren zou kunnen komen te verkeren. Ik zeg dit maar ter vermijding van misverstanden. Hoofdstuk VIII, Onderwijs, cultuur en recreatie, wordt zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. De voorstellen inzake de Regionale Muziekschool Amersfoort en de Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek te Soest worden achtereenvolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Hoofdstuk IX, Sociale zorg en maatschappelijk werk. Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de voorzitter! Naar aanleiding van een brief die bij de raadsstukken heeft gelegen van het provinciaal over leg kindercentra Utrecht zullen wij graag horen of het college bereid is met de stichting peuterspeelzalen Soest contact op te nemen om na te gaan in hoeverre de ideeën van het provinciaal overleg kindercentra Utrecht in Soest te verwezenlijken zijn. Onzes inziens zijn de ouderbijdragen voor velen een belemmering om hun kinderen naar de peuterspeelzalen te laten gaan. Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mevrouw de voor zitter! Nu de indicatiecommissie werkt, heeft de fe- 145

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 352