Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees ter en wethouders is voorgesteld, e. Brief d.d. 23 oktober 1978 van de heren F.G.J.M. van den Boomen en H.M. Wenting inzake de verkeers situatie op de Waldeck Pyrmontlaan met het voorstel te antwoorden overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-brief. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik heb de indruk dat er wel wat concreter kan worden geant woord op de vragen die door bewoners van de W al- deck Pyrmontlaan worden gesteld over de verkeerssi tuatie in 't Hart. De vaagheid die er nu is blijkt uit de eerste alinea van de brief waarin wordt gezegd: „De uitkomsten van dit onderzoek vragen uiteraard een nadere analyse. Het is een vrij ingewikkelde pro cedure en het vergt, mede omdat juist in de laatste maanden van het jaar een toenemende druk op de verkeersadviesbureaus valt waar te nemen, nog enige maanden." Ik meen dat deze zinnen wel ter zijde kunnen worden gelaten. Bij de algemene beschouwingen heb ik van de wethouder begrepen dat het rapport van Goudap pel en Coffeng in maart a.s. zal verschijnen. Ik zie de wethouder nu met zijn hoofd schudden, maar dan zal ik toch concreet horen wanneer het dan wél zal ver schijnen. Ik stel in ieder geval voor de zojuist door mij geciteerde zinnen te wijzigen in: „De uitkomsten van dit onderzoek zullen in maart bekend worden", of dan een ander tijdstip, als het maar concreet wordt aange geven. De rest van deze alinea kan dan mijns inziens vervallen. Voorts staat aan het slot van de brief: „Wij hopen in het voorjaar 1979 de procedure te kun nen afronden." Ik stel voor dat hier concreet wordt aangegeven wan neer met de bewoners zal worden overlegd. Dat staat verder nl. niet duidelijk in de antwoordbrief terwijl de bewoners dit wel hebben gevraagd. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ook ik had, evenals de heer Goote, willen vragen om de antwoord brief wat concreter te stellen. Overigens staat als onder werp van de antwoordbrief aangegeven „Verkeerssi tuatie Soestdijk-'t Hart. Ik meen dat de briefschrijvers daar niet zo over in zitten; het gaat hen vooral om de eigen straat en het onderwerp dat nu wordt genoemd, maakt de vaagheid van de antwoordbrief alleen maar groter. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Ook wij menen dat de antwoordbrief te vaag is en concreter moet worden gesteld, met een nadere aan duiding van het tijdstip waarop een en ander besproken zal worden met de bewoners. Het antwoord dat nu is opgesteld, is mijns inziens niet in relatie tot het pro bleem dat naar voren is gebracht. De heer Wenting heeft al enkele keren eerder geschreven aan de raad en wij moeten nu zoeken naar een oplossing waarbij voor al het zware verkeer van de wegen wordt gehaald. Mo gelijk kan op korte termijn al iets worden gedaan door het plaatsen van borden, waardoor dat verkeer de weg langs het paleis en de Koningsweg zal gebruiken. Wel licht zelfs moet de Beetzlaan tot B-weg worden ver klaard. In ieder geval willen wij een oplossing op korte termijn voor dit probleem. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Evenals de andere sprekers zien ook wij graag dat er meer concrete toezeggingen in de antwoordbrief ko men. Wij hebben ook nog gedacht aan het nemen van noodmaatregelen, maar in het algemeen is dat nogal moeilijk omdat dit meestal weer consequenties voor andere wegen heeft, in dit geval met name voor de Beetzlaan. Wellicht is het echter wel mogelijk om ge woon vrachtverkeer op de Waldeck Pyrmontlaan te verbieden. De Beetzlaan is, met het oog op de daar gevestigde kruidenier, moeilijk af te sluiten voor vrachtverkeer, maar nu de Dalweg open is, is er geen enkele reden meer voor vrachtverkeer om de Waldeck Pyrmontlaan te gebruiken. Misschien kan dus alvast voor de Waldeck Pyrmontlaan een proef worden geno men met het plaatsen van een verbodsbord voor vrachtverkeer. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Het rapport van het bureau Goudappel en Coffeng zal be gin januari a.s. bij ons op tafel liggen. Ik stel mij voor dat wij dit rapport dan zo snel mogelijk intern door nemen en in februari a.s. met de bewoners gaan spre ken. Als wij met hen overeenstemming hebben be reikt, kunnen wij maatregelen nemen. Ik zie dan ook nu weinig in het nog nemen van tijdelijke maatrege len, want in het vroege voorjaar hopen wij een en an der al te kunnen afronden. Wij hebben dit alles overigens pas zeer kort geleden vernomen. Nu wij dit echter weten, is er mijns inziens helemaal geen bezwaar tegen om in de antwoordbrief wat concreter te zijn en te melden dat de bewoners erop kunnen rekenen dat met hen in februari a.s. overleg zal worden gepleegd. Dat zal dan overigens niet alleen de Waldeck Pyrmontlaan betreffen, maar het hele Hart. Uit het rapport zal dan wel blijken of wij, vooruitlopend op zaken als bijvoorbeeld verkeers lichten op het Nieuwerhoekplein, alvast iets kunnen doen door middel van het plaatsen van verbodsborden voor vrachtwagens. De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzit ter! Onlangs zijn er kennelijk verkeerstellingen ge weest op de Waldeck Pyrmontlaan, nadat de Dalweg al was geopend; ik heb er althans meters zien staan. Zijn hiervan al resultaten bekend? Als ikzelf een conclusie zou moeten trekken, zou ik zeggen dat het verkeer in derdaad is afgenomen na de opening van de Dalweg, maar ik weet dat niet zeker. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Na opening van de Dalweg is er op meerdere plaatsen ge teld, niet alleen op de Waldeck Pyrmontlaan, maar ook op de Verlengde Talmalaan, de Molenstraat enz. Ik heb echter nu geen enkel cijfer bij de hand. Ik zal er evenwel voor zorgen dat ze op 8 januari a.s. in de commissie openbare werken op tafel liggen. De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit ter! Mag ik nu aannemen dat de antwoordbrief wordt aangepast? De VOORZITTER: Jazeker. In de antwoordbrief zal in ieder geval de termijn van februari a.s. worden ge noemd voor het overleg met de bewoners. Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees ter en wethouders is voorgesteld, met inachtneming van de toezegging van de voorzitter, f. Brief d.d. 2 november 1978 van de heer J.S.M. Haug, Joh, Poststraat 96 te Soest aangaande de overlast van faraomieren in het flatblok Joh. Poststraat 2-100 en de brief van burgemeester en wethouders d.d. 22 no vember 1978 met het voorstel deze brieven voor ken nisgeving aan te nemen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 358