het geven van werkgelegenheid, beperkte groei, enz.,
zaken waarop wij nog wel eens terug zullen komen.
De VOORZITTER: De door mevrouw Van Gelder
voorgestelde zin wordt dus aan de antwoord-brief toe
gevoegd.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees
ter en wethouders is voorgesteld, met inachtneming
van de toezegging van de voorzitter,
o. Brief d.d. 13 november 1978 van de Soesterbergse-
straatwinkeliers betreffende de winkels aan de Soester-
bergsestraat.
Besloten wordt te antwoorden overeenkomstig de ter
inzake gelegde ontwerp-brief.
p. Brief d.d. 20 november 1978 van een aantal bewo
ners van de Postweg, waarin verzocht wordt de huidige
kijkplaats aan de Batenburgweg op te heffen met het
voorstel te antwoorden overeenkomstig de ter inzage
gelegde ontwerp-brief.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Wij heb
ben hierover al eerder gesproken en ik heb toen een
gloedvol betoog gehouden over het opheffen van die
uitkijkplaats. De heer Blaauw was het daarmee niet
zo eens en dacht dat het alleen voor de pers was be
doeld, maar het blijkt nu dat een en ander in het hart
is getroffen van een aantal bewoners die een brief heb
ben geschreven met een aantal argumenten om aan te
geven dat het een enorme toestand voor hen is, die
uitkijkplaats. Het is jammer dat de brief niet puntsge
wijs wordt beantwoord door het college, want er staan
nogal wat zaken bij die
De VOORZITTER: Met de bewoners gaan praten is
veel beter dan puntsgewijs beantwoorden.
De heer VISSER: Ja, ik ben blij dat het college met de
mensen gaat praten, maar er staat ook bij dat dit pas
zal gebeuren als een eenvoudige kijkplaats gereed is.
De VOORZITTER: Neen, als het plan voor een een
voudige kijkplaats gereed is.
De heer VISSER: Maar de bewoners hebben hele
maal geen behoefte aan een plan; ze willen helemaal
geen kijkplaats en willen eerst met het college praten,
vóórdat een plan wordt uitgewerkt voor een kijkplaats.
De VOORZITTER: Wij doen dat anders, mijnheer
Visser. Er wordt eerst een praatplannetje gemaakt,
aan de hand waarvan een gesprek kan plaatsvinden.
Dat is altijd veel beter dan wanneer men zonder iets
tegen elkaar aan gaat praten. U zult ook best begrij
pen dat dit de bedoeling is. Ik stel voor dat wij nu dit
punt als afgedaan beschouwen.
De heer VISSER: Neen, ik was nog niet klaar met
mijn betoog. Overigens wilt u kennelijk over de ene
brief langer praten dan over de andere; dat is altijd
nogal opvallend.
De VOORZITTER: Bent u het eens met de inhoud
van de antwoordbrief?
De heer VISSER: Neen, daarmee ben ik het niet
eens.
De VOORZITTER: Wilt u dan wijzigingen voorstel
len?
De heer VISSER: Ja, inderdaad, nl. dat erin komt te
staan dat het college éérst met de bewoners gaat pra
ten, alvorens een plan uit te werken voor een eenvou
dige kijkplaats.
De VOORZITTER: Ik heb al gezegd dat wij toch
éérst een plannetje willen maken en dan willen gaan
praten.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Het
plannetje wordt gemaakt in opdracht van de wijkraad.
De VOORZITTER: Van wijlen de wijkraad!
De heer VISSER: In de brief staat dat deze bewoners
teleurgesteld zijn in de houding van de wijkraad die
niet met de mensen heeft gesproken. Deze mensen wil
len helemaal geen kijkplaats, omdat dat vervuilend
werkt in verband met de busladingen mensen die dan
komen kijken, terwijl ook de herrie van de vliegtuigen
is toegenomen doordat de beplanting is weggehaald.
De VOORZITTER: De discussie gaat nu veel te ver.
Er zijn nog veel meer bewoners dan die, welke nu
hebben geschreven dat ze helemaal geen kijkplaats
willen. Er wordt nu eerst een plannetje gemaakt en
dan wordt met de bewoners die nu een brief hebben
geschreven, gesproken. Dan kan worden nagegaan of
wij op één lijn kunnen komen.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees
ter en wethouders is voorgesteld.
De heren Visser en Nuijten, alsmede mevrouw Tomas
sen-Hol sheim er verkrijgen op hun verzoek aanteke
ning in de notulen dat zij zich met de genomen be
slissingen niet hebben verenigd.
q. Brief d.d. 2 november 1978 van de Stichting Regio
naal Dienstverleningscentrum Kleinbedrijf Utrecht i.o.,
inzake toetreding tot het dienstverleningscentrum,
met voorstel de brief om advies in handen te stellen
van burgemeester en wethouders.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! In de brief
stond dat vóór 15 december antwoord werd verwacht.
Geeft dat geen problemen?
De VOORZITTER: Wij hebben nu pas, op 20 decem
ber, raadsvergadering. Er komt ook nog een advies
over, zodat er nog enkele maanden bij zullen komen.
Deze stichting die nog in oprichting is zal daar zeker
geen moeite mee hebben.
Met betrekking tot het stuk wordt hierna besloten
overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemees
ter en wethouders is voorgesteld,
r. Brieven d.d. 5, 11 en 12 december 1978 van respec
tievelijk de S.G.P. Soest (mede namens het G.P.V. en
de R.P.F.), de Gereformeerde Gemeente Soestdijk en
de N.H. Wijkgemeente „Ichtuskerk", over het wegla
ten van het ambtsgebed uit het voorgestelde nieuwe
reglement van orde voor de raadsvergaderingen, met
voorstel deze brieven te betrekken bij de beraadslagin
gen over het betreffende agendapunt,
s. Brief d.d. 9 december 1978 van de Handbalvereni
ging B.D.C. te Soest betreffende aanleg verhard hand
balterrein met voorstel deze brief om advies in handen
te stellen van burgemeester en wethouders.
Met betrekking tot deze stukken wordt besloten over
eenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en
wethouders is voorgesteld.
t. Brief d.d. 27 november 1978 van de oudercommis
sie van de basis- en kleuterschool „De Regentuuter",
met het verzoek een stopverbod in te stellen voor de
rechterzijde van de Weegbreestraat (gerekend vanaf de
Eigendomweg) met voorstel de brief ter afdoening in
handen te stellen van burgemeester en wethouders.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Mevrouw
de voorzitter! Wij zullen graag zien dat, zo mogelijk,
wordt voldaan aan dit verzoek.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Voorgesteld
156