voor de beroepschriften zich op formele gronden ge conformeerd, hoewel ook zij begrijpt dat de prakti sche kant heel anders kan liggen. Overigens begrijpt de heer Beijen wel de noodzaak van het nemen van maatregelen, want hij spreekt bijvoor beeld over een brandvrije deur. Dat zou natuurlijk op timaal zijn en het zou ook het meest gewenst worden door de brandweer, naar ik aanneem. In ieder geval heeft de commissie het nu voorgelegde advies moeten geven aan de hand van de voorliggende informatie. Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! Ik moet toch de opmerking van de heer Beijen bestrijden dat controle niet mogelijk zou zijn. Men kan immers ge woon gaan kijken of de deurdranger is aangebracht en of deze werkt. Wat de opmerkingen van de heer Nuijten betreft, wijs ik erop dat het college de heer Visscher een vergunning heeft verleend onder voorwaarde. Aan die voorwaarde wil de heer Visscher niet voldoen en daarom is hij daartegen in beroep gekomen. De raad dient daarom gewoon een besluit hierover te nemen. De VOORZITTER: En ter voorbereiding daarvan heeft de commissie voor de beroepschriften advies uit gebracht. Het is allemaal zo klaar als een klontje. Er zijn trouwens aardige boeken over gemeenterecht! Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Voorstel tot het instemmen met de gewijzigde ge meenschappelijke regeling inzake de instandhouding van een muziekschool. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de reconstructie van de Soesterbergsestraat. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot voortzetting van de besprekingen ter voorbereiding van de fusie van woningbouwcorpora ties in Soest. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Wij zijn voorstanders van het voortzet ten van deze fusiebesprekingen. Met name de opmer king in het voorstel dat de mogelijkheid aanwezig blijft voor de woningbouwvereniging St. Joseph om aan de ze besprekingen opnieuw te gaan deelnemen, achten wij van groot belang. Wanneer de fusie een feit gaat worden zullen alle huurders van gemeentewoningen een nieuwe eigenaar krijgen. Dat betekent dat bij de ze mensen toch onzekerheid bestaat over de vraag wat er zal gaan gebeuren. De vraag is dan ook wat hieraan het beste kan worden gedaan. Het is nu een te laat stadium om de mening van deze bewoners over een eventuele fusie te vragen, zoals dat ook mogelijk is bij woningbouwverenigingen, gezien de voortgang van de fusiebesprekingen. Daaraan hadden wij eerder moeten denken toen wij het principebesluit namen. Wel verzoeken wij het college na te gaan welke moge lijkheden er nu nog zijn voor het zo goed mogelijk hierbij betrekken van bewoners van gemeentewonin gen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! In de fusiegroep wordt al gesproken over moge lijkheden van een vergaande vorm van bewonersparti cipatie, binnen de opzet van de nieuwe vereniging. Als de concept-statuten van de nieuwe vereniging gereed zijn, zullen die ook worden voorgelegd aan alle bewo ners van de woningen van de corporaties, terwijl de ge meente die zou kunnen voorleggen aan de bewoners van de gemeentelijke woningen. De bewoners kunnen dan zelf nagaan of hun inspraak in de nieuwe vereni ging voldoende tot zijn recht zal komen. Een en ander kan dus heel goed in de procedure worden ingebouwd. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Zo als mevrouw Korthuis al heeft aangegeven, zullen wij te zijner tijd de nodige informatie kunnen geven. Bij de bewoners is er natuurlijk al het een en ander be kend; zij zullen er het nodige over gelezen hebben en met de bewonerscommissies wordt er nu al over ge sproken. Op zichzelf echter zullen wij inderdaad de bewoners nog nadere informatie moeten verstrekken over deze zaak. Wat de laatste zin van het voorstel betreft waarop me vrouw Van Gelder nog heeft geattendeerd, neem ik aan dat zij het ook eens is met de zinsnede „mits geen vertragingen ontstaan". Er heeft immers tot nu toe al genoeg vertraging plaats gevonden en wij willen nu gezwind doorgaan met de besprekingen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen. 83 Voorstel tot verpachting van gronden voor het jaar 1979. 84 Voorstel tot het machtigen van burgemeester en wet houders inzake de verkoop van 4 bouwkavels in het „Slangebosje". 85 Voorstel tot het garanderen van rente en aflossing. 86 Voorstel tot het niet-ontvankelijk verklaren van het A.R.O.B.-bezwaarschrift van mr. G.H. Olgers terzake van de plaats van het woonwagencentrum. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit ter! Het is de laatste keer dat onze raad in 1978 bijeen is. Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om u mede te delen dat ik vanaf 1 januari a.s. het fractie voorzitterschap zal overdragen aan de heer Onderde- linden. Het is bekend dat van een gezin van een frac tievoorzitter een extra offer wordt gevraagd, zeker bij een gezin met opgroeiende kinderen. Daarom heb ik reeds geruime tijd geleden te kennen gegeven deze taak na een periode van vier jaar te willen overdragen. Ik ben blij dat de heer Onderdelinden bereidis zijn schou ders eronder te zetten en ik stel uiteraard een groot vertrouwen in hem. Het fractievoorzitterschap was voor mij een bijzondere ervaring. Voor het vertrouwen dat ik heb ondervonden en voor de goede verstandhou ding met de andere fractievoorzitters, de heren Van Poppelen, De Wilde en Visser en sinds september jl. ook de heer Jonker, ben ik dankbaar. Graag spreek ik de hoop en de verwachting uit dat de heer Onderdelin den ook dat vertrouwen zal mogen genieten en op even plezierige wijze met de andere fractievoorzitters zal mogen samenwerken. Overigens moet ik nog zeg gen dat ik natuurlijk ook in de dank betrek de huidige fractievoorzitter van het C.D.A., mevrouw Greefhorst. De VOORZITTER: Mevrouw Korthuis, ik dank u graag voor al hetgeen u als fractievoorzitter aan het werk van de raad hebt bijgedragen. Wij wensen even eens uw opvolger veel sterkte, want het fractievoorzit terschap legt inderdaad een extra beslag op het gezin en anderen die de fractievoorzitter bijzonder dierbaar zijn. Dat kan zeker ook gelden voor een gezin waar geen opgroeiende kinderen zijn. Ik wens mevrouw Korthuis nog veel vrije tijd, hoewel ik dat niet zo zie zitten!

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1978 | | pagina 366