met hoge snelheden wordt gereden. Het college
schrijft: „Wij kunnen dat niet geheel delen". Als er zou
staan „geheel niet", was het duidelijker geweest; nu
moet ik toch concluderen uit de term „niet geheel", dat
er toch wél te hard wordt gereden op deze weg, in dit
geval tussen de Schrikslaan en de Julianalaan, waar
meestal weinig auto's langs het trottoir geparkeerd staan,
omdat de mensen die daar wonen, hun auto altijd elders
kunnen zetten. Het lijkt mij ook niet verstandig wan
neer het college zou besluiten om de Waldeck Pyrmont-
laan maar aan te sluiten op de Vrxjheidsweg, een oud
plannetje in Soest om dit te doen en daardoor een snel
weg dwars door Soest te maken. Immers, bij deze door
trekking komt er ongewild een snelle verbinding met
Baarn en de Stadhouderslaan. Ik raad het college aan
om zich hierover nog eens te bedenken en in ieder geval
de bewoners hierbij ruimschoots van te voren te betrek
ken.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzitter'
Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Visser in het
begin van zijn betoog, dat het beter is om in deze geval
len de beantwoording van de brief even aan te houden,
zodat de antwoordbrief meteen namens de gemeenteraad
uit kan. Over de wenselijkheid van de door de heer Vis
ser genoemde doortrekking zal ik nu niet spreken; dat
punt is nu niet aan de orde Ik wil het college wel vragen
om in aanvulling op de reeds aan de briefschrijvers ge
zonden brief nog een brief aan hen te zenden, waarin
wordt toegezegd dat, als plannen ingevolge het ontwik
kelingsplan zouden worden uitgewerkt over een even
tuele reconstructie, de bewoners daarbij van te voren
worden betrokken, zoals ook is gezegd in de beant
woording van de vragen die over de begroting zijn ge
steld. De heer Van Aalst heeft deze toezegging toen van
de voorzitter van de commissie openbare werken verkre
gen
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! De brief is
gedateerd 16 september 1977 en verzonden aan zowel
burgemeester en wethouders als aan de raad Op 20 ok
tober 1977 is door de r aad deze brief in handen van
burgemeester en wethouders gesteld, om advies Burge
meester en wethouders antwoo'den vervolgens zelf op
25 oktobe- 1977 Waarom heeft het zo enorm lang ge
duurd voordat, deze kwestie nu weet in de raad aan de
orde is gesteld' Dat had toch op z'n minst in de raads
vergadering van novembe' 1977 kunnen gebeuren. Fat
soenshalve zou de gemeenteraad daarvoor toch wel een
verontschuldiging moeten aanbieden aan de heer Wenting.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Ook
ons heeft het enigszins bevreemd waarom het allemaal
zo lang heeft geduurd. Wij zullen daarop graag antwoord
krijgen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Er is hier sprake
geweest van een misverstand, binnenshuis, dat is ont
staan doordat de brief zowel aan burgemeester en wet
houders als aan de gemeenteraad was gericht. Er waren
dus twee exemplaren van de brief die een verschillend le
ven zijn gaan leiden op de secretarie. Op zichzelf mag
dat natuurlijk niet voorkomen en wij zijn thans doende
om het systeem op dit punt waterdicht te maken. Als
een brief zowel aan het college als aan de raad is gericht,
moet er naar onze mening één antwoordbrief uitgaan die
in de raad besproken moet zijn Het is immers mogelijk
- gelukkig is dat niet zo in dit geval - dat de gemeenteraad
een heel andere brief zou willen zenden dan het college
en dat zou tegenover de inwoners van Soest een volmaakt
onverteerbare zaak zijn.
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Ik heb de tij
dens de genoemde commissievergadering gemaakte aan
tekeningen nog eens nagekeken en daaruit is gebleken
dat de heer Van Aalst tijdens deze commissievergadering
inderdaad heeft gevraagd om een brief in de zin zoals
mevrouw Korthuis nu heeft aangegeven, aan de bewoners
te schrijven. Ik heb toen echter vervolgens, namens het
college, toegezegd dat de bewoners in ieder geval bij
een en ander betrokken zouden worden en de heer Van
Ailst heeft toen gezegd, dat het wat hem betreft zo
wel goed was, na deze toezegging.
Wat de opmerking van de heer Visser over de hoge snel
heden betreft, merk ik op dat uit de antwoordbrief van
het college al blijkt dat er toch wel een grond van waar
heid zit in de stelling over die hoge snelheden; anders
zou het college wel de term „geheel niet" hebben ge
bruikt. Op dat laatste stuk van de Waldeck Pyrmontlaan
zal inderdaad vermoedelijk wel wat harder worden gere
den. Er wordt in ieder geval intensief gecontroleerd en
ik neem dan ook aan dat daar de nodige bekeuringen
vallen,
De VOORZITTER: Ik kan niet uit mijn hoofd zeggen
waar precies de meeste bekeuringen voor snelheids
overtredingen worden gegeven. Overigens meen ik toch
dat dit betreffende stukje weg nog wel zo smal is dat
er niet zo gék hard kan worden gereden, maar ik zal
hierop nog eens de aandacht van de politie vestigen.
Daarnaast heeft de heer Visser nog over de aansluiting
op de Vrijheidsweg gesproken, maar ik meen dat wij
niet alles overhoop moeten gaan halen. Dat punt is
helemaal niet aan de orde en er staat ook geen woord
over in de brief.
Ik constateer overigens, dames en heren, dat u akkoord
gaat met het zenden van een aanvullende brief waarin
wordt medegedeeld dat wij, als ei daar bepaalde zaken
aan de orde komen, de bewoners van te voren zullen
raadplegen.
Met inachtneming hiervan wordt met betrekking tot
het stuk zonder hoofdelijke stemming besloten over
eenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en
wethouders is voorgesteld,
d. Brief van 14 november 1977 van de heer H. Joosten,
Parklaan 24a te Soest betreffende klachten tegen de
onbewoonbaarmakïng van het pand Parklaan 19. Voor
gesteld wordt in te stemmen met het door het college
van burgemeester en wethouders gegeven antwoord
d.d. 9 december 1977, afdeling I, nummer 6060. De
commissies openbare werken en ruimtelijke ordening
kunnen zich met het bovenstaande verenigen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ook voor deze
brief geldt hetgeen ik reeds over de wijze van afdoe
ning bij het vorige ingekomen stuk heb vermeld. Dit
soort dubbele beantwoording van ingekomen brieven
zullen wij in de toekomst trachten te vermijden.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik moet wel
even kwijt dat ik het niet ermee eens ben, dat het colle
ge zo maar een schitterend huisje tegen de vlakte heeft
gegooid. Daarom vind ik het ook jammer dat de brief
van 31 december niet op de lijst van ingekomen stukken
staat. Ik begrijp dat niet goed, want wij hebben een keer
in de raad afgesproken dat de ingekomen brieven nog
zoveel mogelijk op de lijst van ingekomen stukken wor
den gezet en 31 december is toch alweer enige tijd gele
den, Het gaat hier om de brief van de stichting Huisves
ting Buitenlandse Werknemers, met een aantal schitte
rende foto's. Als u daarop ziet hoe een aantal mensen