54
het nodige kunnen leren en het college van Soest zal
hieraan zeker de grootst mogelijke aandacht geven
Voorts is aan de orde geweest de kwestie van de keuze
tussen een woning of een woonwagen. Het college
heeft, na de discussie in de gecombineerde commissie
vergadering, de vrijheid genomen om hierover in mon
deling overleg te treden met het bestuur van het schap.
Ik kan nu zeggen dat het schapbestuur een eerlijke po
ging wil doen - het bestuur is ook bereid dit schrifte
lijk te bevestigen - om na te gaan, op welke wijze dege
nen uit het Amersfoortse centrum die graag naar
Soest willen, kunnen worden begeleid bij het eventueel
trekken in een woning, als zij daartoe bereid zijn. Daar
naast is door het bestuur van het schap de verzekering
gegeven, dat het zich bewust is van de moeilijke beslis
singen voor de gemeenteraden, zeker ook de gemeen
teraad van Soest, omdat deze de grootste verantwoor
delijkheid - althans na Amersfoort - krijgt te dragen
als één na de grootste gemeente in deze regio. Het
schapbestuur is dan ook bereid om te pogen als het
kamp eenmaal gereed is, in eer ste instantie daar een
wat kleiner aantal woonwagens naar toe te laten gaan;
het bestuur denkt daarbij aan ongeveer 15 wagens,
juist om de overgang niet te moeilijk te maken, maar
ook om niet te zijner tijd met problemen te maken te
krijgen als kinderen van de woonwagengezinnen later
ook in een eigen woonwagen willen gaan wonen, waar
door het aantal van 25 in de toekomst weer zou kun
nen worden overtroffen. Het schapbestuur is dus be
reid, met een kleiner aantal wagens dan 25, te starten
in Soest.
De heer De Wilde heeft voorts genoemd dat het schap
bestuur de verzekering heeft gegeven dat er in Soest
geen sloopterrein zal komen. Het schapbestuur heeft
dit nogmaals onderstreept.
De heer DE WILDE: Mevrouw de voorzitter! Ik on
derstreep graag hetgeen door de heer Visser is gezegd
over het overleg met de omwonenden, hetgeen ook
door het college is toegezegd. Ik ben graag bereid om
aan die besprekingen ook deel te nemen. Ik begrijp
op zichzelf best dat het voor de mensen die nu op de
publieke tribune zitten, onbevredigend is datje niets
mag zeggen over dingen die je direct aangaan. Maar
daar is nu eenmaal niets aan te doen; zo is nu eenmaal
de vergaderorde van een gemeenteraad. Op een andere
plaats zullen wij het gesprek met elkaar moeten voe
ren,
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit
ter! Ik vind deze benadering van de heer De Wilde zeer
logisch. Ook wij willen graag bij de uitwerking van de
ze zaak actief meedenken en meewerken. Ook wij be
seffen dat het voor degenen die het betreft en die nu
ook op de publieke tribune zitten, niet eenvoudig is;
er wordt een enorme wissel op hen getrokken. Ik zeg
graag alle mogelijke steun toe om de problemen zo
min mogelijk te laten zijn
De VOORZITTER: Dames en heren' Wij zeggen graag
toe dat wij met de betrokken bewoners een discussie
zullen aangaan over deze zaak,
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor de aanschaffing van een huisvuilophaalcombina-
tie.
De heer STAM: Mevrouw de voorzitter! Wij gaan ak
koord met het gevraagde krediet, maar ik wijs erop
dat er nog wel enkele zaken in onderzoek zijn. Wor
den wij daarover nog geïnformeerd?
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter!
Dit zal gebeuren in de commissie voor openbare wer
ken. Er zijn al enkele zaken bekend geworden en die
zijn ook genoemd in het verslag dat bij de stukken ter
inzage heeft gelegen. De andere zaken komen echter
nog nader aan de orde in de commissie.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
55 Voorstel tot het vaststellen van een nieuwe Wijkraad
verordening Soesterberg.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Mevrouw de voorzit
ter' Over dit voorstel is uitvoerig in allerlei instanties
gesproken, onder andere de wijkraad zelf en de juri
dische commissie. Onze fractie kan zich in grote lij
nen met dit voorstel verenigen. In de praktijk zal na
tuurlijk nog moeten blijken, door de invulling van
de wijkraadsleden, dat het werkelijk een levendig or
gaan zal zijn, met een meer actieve en betere plaats in
de Soesterbergse gemeenschap dan nu vaak mogelijk
is geweest.
In dat kader vragen wij ons ook af of het niet beter is
om in artikel 1 de naam „wijkraad" te wijzigen in
„dorpsraad". Soest en Soesterberg vormen eén ge
meente en er mag ook geen scheiding optreden, maar
wel is Soesterberg toch een eigen leefgemeenschap,
terwijl er nog heel wat gemeenten in Nederland zijn
die kleiner zijn dan Soesterberg, Het gaat hier niet
om een zeer principiële kwestie, maar wij menen
toch dat met de term „dorpsraad" meer wordt bena
drukt dat het hier gaat om een eigen leefgemeenschap
en dat men hiervan zélf het nodige zal moeten maken.
Wat artikel 63 betreft, waar het gaat over de bezoldi
ging, menen wij dat de leden van het dagelijks bestuur
een jaarwedde zouden moeten hebben, terwijl de an
dere wijkraadsleden een presentiegeld zouden moeten
krijgen, dan wel een onkostenvergoeding of iets derge
lijks, maar niet een echte jaarwedde Dat zouden wij
toch enigszins overtrokken achten.
Op zichzelf zijn wij dus bijzonder gelukkig met dit
voorstel. Wij wachten de verdere invulling af en zijn
bijzonder benieuwd, hoe deze wijk- of dorpsraad zal
draaien.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitterEr is thans
een belangrijk voorstel aan de orde. De raad staat op
het punt een verordening aan te nemen, waarmee
een deel van zijn bevoegdheden worden afgestaan Dat
is in het algemeen geen natuurlijk proces bij overheids
organen. ik verwijs daarvoor maar naar de zeer moei
zame wijze, waarop nationale overheden van een aan
tal landen bevoegdheden afstaan aan een Europese
autoriteit. In deze tijd zien wij ook steeds meer con
centraties, waar door steeds minder organen veel macht
krijgen. Bij dit voorstel gaat het echter om het over
dragen van een aantal bevoegdheden aan een wijkraad,
een bijzonder goede zaak, omdat de bevoegdheden
daardoor dichter bij de burger worden gebracht.
Op een aantal opmerkingen die in de juridische com
missie zijn gemaakt, is het college nader ingegaan in
de stukken en de toelichting, Dat geldt echter niet
voor alle opmerkingen. Zo is door mij in de juridische
commissie de vraag gesteld om te onderzoeken of
overdracht van bevoegdheden in het kader van de
bouwverordening mogelijk/wenselijk zou zijn Die
vraag is echter niet beantwoord. Ik teken hierbij na
drukkelijk aan dat ik op dit punt geen uitgesproken
mening heb; het is alleen mijn bedoeling het college
uit te nodigen de voor- en nadelen van een dergelijke
69