Ook in mijn politieke kring zullen er mensen zijn die
niet zo blij zijn met deze gedachten. Ik meen echter, in
ernst tot deze keuze te moeten komen.
Tegen het deel van het voorstel dat de aula betreft,
hebben wij niet zoveel bezwaar. Overigens heb ik begre
pen dat in het contact met Zonnegloren ook nog het
mortuarium aan de orde is geweest en ik neem aan dat
dit punt in het programma van eisen naar voren zal ko
men.
Ik vraag mij ook nog af of het college, zowel met betrek
king tot de uitbreiding van de begraafplaats als met be
trekking tot de nieuw te bouwen aula, enige indicatie
druft te geven over de kosten die hiermee gemoeid zul
len zijn. Daarnaast vraag ik mij nog af of er ten aanzien
van het rooms-katholieke deel van de begraafplaats
straks nog speciale voorzieningen zullen moeten worden
getroffen. Of kunnen de voorzieningen die in de aula
worden getroffen, ook tegelijkertijd dienst doen voor
het rooms-katholieke gedeelte van de begraafplaats? Uit
een oogpunt van doelmatigheid zou dat natuurlijk een
zeer goede oplossing zijn.
In het voorstel wordt helemaal niet gesproken over ste-
debouwkundige regelingen. Spelen bepaalde bestem
mingsplannen en de wetgeving op het punt van de ruim
telijke ordening hierbij nog een bepaalde rol? Ik vraag dit
omdat het bekend is dat een aantal burgers overwegende
bezwaren zal hebben tegen de nu gedachte uitbreiding.
Normaliter hebben zij dan de mogelijkheid om op basis
van bestemmingsplanprocedures in beroep te gaan. Zal
dat ook hier mogelijk zijn?
Wethouder mevrouw VAN STIPHOUT-CROONENBERG:
Mevrouw de voorzitter! De heer Hilhorst heeft geopperd
dat het nemen van een beslissing naar een later tijdstip
zou kunnen worden verschoven. Dat lijkt mij toch niet
goed mogelijk, omdat de rooms-katholieke gemeenschap
op dit ogenblik niet meer over voldoende begraafplaat
sen beschikt en dus echt nieuwe ruimte nodig heeft.
De heer De Wilde kan ik antwoorden dat er bij rooms-
katholieke begrafenissen inderdaad meestal gebruik kan
en zal worden gemaakt van de aula, na de kerkdienst. Er
zal wel een apart deel van de begraafplaats moeten wor
den toegewezen aan de rooms-katholieke gemeenschap,
omdat voor rooms-katholieke begrafenissen nu eenmaal
gewijde grond nodig is.
In het programma van eisen is inderdaad even „ertus
sendoor geslipt" dat bij de bouw van de aula ook reke
ning zal moeten worden gehouden met een eventuele
uitbreiding met een mortuarium. Het is nl, mogelijk dat
Zonnegloren in de toekomst niet meer de faciliteit van
bewaarplaats voor stoffelijke overschotten zal kunnen
verschaffen.
De heer Visser heeft gesteld dat een ruimte met 80 zit
plaatsen en 100 staanplaatsen een veel te grote ruimte
wordt. De commissie voor maatschappelijk werk heeft
zich hierover in andere plaatsen georiënteerd, waarbij is
gebleken dat men bij een dergelijke ruimte echt niet kan
spreken van „enorme ruimtes".
Wethouder EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Ik kan
mij de ongerustheid van de heer Van Poppelen over een
aantal in het stuk opgenomen zaken wel voorstellen. Ik
moet er wel op wijzen dat het terrein waterpassen en
het karteren daarvan altijd moet plaats vinden. Dat moet
ook gebeuren bij ieder normaal uitbreidingsplan. Wat
het bodemkundig onderzoek betreft, ben ik het eens met
de woorden van de heer Van Poppelen. Ik neem aan dat
zoiets in het totaal van de opdracht verwerkt is en dat
het de bedoeling is hier en daar wat sonderingen te ple
gen, vooral op de nieuwe gebieden, met name op de helling
van de spoorlijn en dat het daarbij zal gaan om een luttel
bedrag. Ik kan hierover echter ook geen concrete uitspra
ken doen; ik ben geen grondtechnicus en kan er als zoda-
nig dus weinig over zeggen. Datzelfde geldt voor het door
de heer Van Poppelen genoemde drainageplan; ook ik
meen dat er daar weinig te draineren zal vallen, maar ik
heb daarvan op dit ogenblik eigenlijk geen flauw benul.
Het lijkt mij dan ook nuttig dat wij trachten de verschil
lende kostenfactoren van de opdracht nader te specifi
ceren. Ik ben geneigd om te zeggen dat het grootste deel
van het bedrag van f. 20.000,- (dat Overigens op zich
zelf ook weer niet zó'n groot bedrag is) op zal gaan aan
het maken van een begroting en een rapport en het ver
vaardigen van een beplantingsplan en indelingsschetsen,
met alle zaken die daarbij komen. De door de heer Van
Poppelen genoemde zaken zullen waarschijnlijk maar
een fractie van het bedrag van f. 20.000,- kosten, maar
ik kan het verder niet met zekerheid zeggen.
De VOORZITTER: Dames en heren! De heer De Wilde
heeft nog gevraagd naar stedebouwkundige regelingen
op dit punt, een zaak waarover ook in de commissie
voor ruimtelijke ordening al is gesproken. Zeer formeel
geredeneerd, zou men misschien op basis van het oude
plan in hoofdzaken (dan afgezien van de bouw van een
nieuwe aula) kunnen stellen dat deze uitbreiding van de
begraafplaats kan plaats vinden zonder een bestem
mingswijziging door te voeren. Op de bewuste plaats zijn
nl. in het oude plan in hoofdzaken enkele kruisjes ge
plaatst, hetgeen „begraafplaats" aangeeft. Wij zijn dit
echter niet voornemens te doen. Wij menen dat hier een
bestemmingswijziging moet worden doorgevoerd en dat
daarvoor een apart plannetje zal moeten worden opge
steld, dat tegelijkertijd met de uitgewerkte plannen aan
de raad zal worden voorgelegd.
De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! De
wethouder is nog niet ingegaan op mijn opmerkingen
over het beplantingsplan, waaraan wij zware eisen willen
stellen, zoals ik heb aangegeven in eerste termijn.
Wethouder EBBERS: Juist vanmiddag heb ik hierover
nog een bespreking gevoerd, mevrouw de voorzitter. Ik
meen ook dat het beplantingsplan zeer belangrijk is;
daar zal grote aandacht aan moeten worden besteed. Het
totale plan, inclusief het beplantingsplan, dient mijns
inziens ook eens te worden besproken in de commissie
voor openbare werken of in een ander kader.
De heer VAN POPPELEN: Ik wil daarnaast nog mijn
waardering uitspreken voor het duidelijke standpunt dat
de heer De Wilde heeft ingenomen ten aanzien van de
uitbreiding van de begraafplaats.
De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De waarde
ring voor het standpunt van de heer De Wilde is bij mij
niet zo groot. Het klinkt natuurlijk wel heel geweldig
als hij nu zegt dat het zo flink is om hierin een bepaald
standpunt in te nemen en dat een deel van zijn achter
ban het daarmee niet eens is, maar ik had toch liever ge
zien dat hij dit had gezegd in een openbare commissie
vergadering, zodat wij de discussie hadden kunnen mee
maken. Wij gaan nu f. 40.000,- uitgeven aan gemeen
schapsgeld en daarover wordt een beslissing genomen in
een besloten commissievergadering. Bovendien wordt be
sloten dat er grond in beslag zal worden genomen voor
een uitbreiding van de begraafplaats, op de Eng; ook dat
gebeurt in een besloten commissievergadering. Op mijn
vraag of u de opdracht nog eens ter inzage wilt leggen,
hebt u geen antwoord gegeven en ik neem dan ook aan
dat de opdracht gewoon de deur uitgaat en dat de plan-