Het is ons opgevallen dat de betrokkenen er erg laat
over zijn geihformeerd, dat hun zaak in de commissie
openbare werken zou worden behandeld. Zij hebben
op 21 februarijl. een brief d.d. 20 februari 1979 gekre
gen waarin stond, dat er op 19 februari 1979 een ver
gadering van de commissie openbare werken zou zijn.
Ik zou u willen voorstellen in de commissie algemene
bestuurszaken deze materie, dus het voorlichten van
burgers en het betrekken van burgers bij commissie
vergaderingen, toch nog eens even door te nemen, zo
dat de ambtenaren weten hoe zij betrokkenen kunnen
uitnodigen voor commissievergaderingen.
Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Ik
heb er natuurlijk niet het minste bezwaar tegen de be
trokken bewoners van de Bosstraat te schrijven dat
hun riolering binnenkort wordt opgeknapt. Bovendien
is het zo, dat zij dit waarschijnlijk morgen ook wel in
de krant zullen lezen.
Dat, zoals de heer Visser heeft gezegd, de betrokke
nen niet aanwezig zijn geweest in de vergadering van
de commissie openbare werken waarin het voorstel is
behandeld, is niet helemaal waar. Eén van hen is daar
nl. wel
De heer VISSER: Ja, die bewoner is op mijn advies
naar die vergadering gegaan.
Wethouder HOEKSTRA: Dan hebben de betrokken
bewoners een dubbel advies gehad, want zij zijn ook
bij mij geweest en ik heb hun nadat ik had medege
deeld wanneer de zaak in de commissie aan de orde
zou komen desgevraagd ook medegedeeld, dat zij de
commissievergadering konden bijwonen. Zodoende
heeft een der bewoners, naar ik meen de heer Postma,
de commissievergadering bijgewoond. Ik laat nu ove
rigens maar in het midden wie de eer van het advise
ren van de betrokkenen heeft.
Mevrouw de voorzitter. Ik wijs erop dat alle openbare
commissievergaderingen in een vaste rubriek in ver
schillende kranten worden aangekondigd, met vermel
ding van de agenda. Als de heer Visser wil dat alle be
trokkenen bij een zaak worden aangeschreven als de
zaak in een commissie wordt behandeld, is het de vraag
wie de betrokkenen zijn. In het onderhavige geval be
hoort misschien alleen een aantal Bosstraatbewoners
tot de betrokkenen, maar er kunnen in de commissie
openbare werken ook best voorstellen worden behan
deld ten aanzien waarvan je half Soest zou moeten
aanschrijven. Juist daarom publiceren wij in verschil
lende kranten. Ik voel eigenlijk niets voor het bedoelde
aanschrijven van betrokkenen, want dan vergeet je
maar zo iemand. De aankondiging van openbare com
missievergaderingen in de kranten is er een bewijs van,
dat iedereen welkom is. En misschien wil de pers nu
wel noteren, dat iedereen op elke openbare commis
sievergadering welkom is.
Voorstel tot verkoop van gronden in het bestem
mingsplan Steenberghe I te Soesterberg aan N.V.
Grondbedrijf van de N.V. Bouwfonds Nederlandse Ge
meenten voor de bouw van 50 premiekoopwoningen.
De heer EBBERS: Mevrouw de voorzitter! Het spijt
mij aan de ene kant een beetje, dat het in het onderha
vige geval uitsluitend over premiekoopwoningen gaat.
In Soesterberg bestaat een geweldig grote behoefte aan
wat grotere woningen. Zulke woningen komen daar
nagenoeg niet vrij. In verband hiermede is mijn vraag
of het nieuwe rapport inzake de geluidshinder die het
gevolg is van de aanwezigheid van het vliegveld, al bin
nen is. Als dat rapport eens beschikbaar kwam, zouden
wij misschien alsnog een tiental grotere woningen in de
huursector kunnen bouwen, zodat een tiental van de
moeilijke gevallen die er zijn, zou kunnen worden opge
lost. De desbetreffende mogelijkheden worden bepaald
door de zogenaamde Kosten-lijnen, ten aanzien waar
van, als ik goed ben geihformeerd, er nogal aanzienlijke
verschuivingen hebben plaats gevonden.
De VOORZITTER: Dames en heren! Het rapport in
zake de geluidshinder is nog niet binnen. Het moet al
lang klaar zijn, maar wij hebben het nog niet.
Ten aanzien van de onderhavige vijftig woningen is hier
al een beschikking binnen. Ik stel u dan ook voor toch
maar akkoord te gaan met het voorstel. Daarbij moeten
wij dan maar hopen dat er in Soesterberg een keer soe
laas komt ten aanzien van de geluidshinder. Maar ja,
het is óf de weg óf boven.
De heer EBBERS: Boven valt het best mee.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
51 Voorstel om alsnog een gedeelte van de kosten van ver
betering van de waterafvoer in het Soesterveen ten las
te van complex XXV van het grondbedrijf te brengen.
52 Voorstel tot vaststelling van een nieuwe Verordening op
de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Wet
Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen.
53 Voorstel tot het vaststellen van nieuwe voorwaarden voor
een individueel abonnement op de levering van signalen
door het CAI-bedrijf.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
54 Voorstel tot het wijzigen van de Verordening op het
beheer van het grondbedrijf.
De heer BOLHUIS: Mevrouw de voorzitter! In het
voorstel zoals het nu voor ons ligt, trekt één passage
van de vier passages wel in het bijzonder de aandacht.
Ik bedoel de passage:
„De commissie ging ook nu met het concept-besluit
akkoord."
Waarom trok deze zin zo mijn aandacht? Om het irri
terende karakter misschien? Neen. Meer om mijn te
leurstelling over de wijze waarop het college nu rea
geert. Teleurstelling, omdat ik meen dat hiermede aan
de commissie financiën en grondbedrijf geen recht
wordt gedaan. Teleurstelling, omdat hierdoor naar mijn
gevoelen weer personen en zaken door elkaar gehut
seld dreigen te worden. Teleurstelling, omdat naar ik
altijd heb gedacht - daarbij ben ik ook groot gebracht -
dat stukken van burgemeester en wethouders aan de
raad ten doel hebben een zaak te verduidelijken, de
motieven aan te dragen, eventuele vragen te beant
woorden respectievelijk vragen te voorkomen. Dit
stuk heeft een geheel ander karakter. Het is mij ont
gaan waarom dat het geval is. Dit stuk roept nl. wel
vragen op. Als dat dan de bedoeling is, zal ik de hand
schoen opnemen. Het is u bekend dat ik heb getracht
dat te voorkomen, maar die poging leed schipbreuk.
Ook dat constateer ik met teleurstelling.
Voor een goed begrip - ik wil streven naar duidelijk
heid, beknoptheid en overzichtelijkheid - moet ik te
ruggaan in de geschiedenis en allereerst in herinnering
brengen wat hierover in de vergaderingen van de com
missie financiën en grondbedrijf is besproken; te be
ginnen met de vergadering van 11 januari jl„ een ver
gadering die achter gesloten deuren plaats vond, wat
mij enige beperking oplegt. Ik meen dat ik toch wel
mag citeren een vraag die ikzelf heb gesteld (en die u