chtse O.S.- >ofde- chok n toen che >mmis- el-8- r de de ge- elijke- zich an, de ens de u wel kent", lijstje dat in het herziene bestemmingsplan staat ver meld; het woningbouwproject dat de vorige week zo stuntelig werd gepresenteerd met geheimzinnig ge- souffleer over niet te noemen huurgelden en koop sommen, die de volgende dag triomfantelijk in de krant prijkten. Soms schaam ik me over het gebrek aan tact op onze voorlichtingsavonden. Ik vraag u dringend - en ik hoop dat ik spreek na mens de meerderheid van deze raad - dat u nu op houdt met het lanceren van geheime geschriften, dat u ophoudt met het passeren van raadscommissies (ik denk met name aan het nieuwe probleem de Leusder- hei) als het om belangrijke plannen gaat, dat u ermede ophoudt raadsleden zo slecht te informeren en dat u de ambtenaren richtlijnen geeft ten aanzien van wat zij wel en wat zij niet mogen zeggen. Ik hoop dat na de zeven magere jaren nu eindelijk eens de zeven vette jaren aanbreken waarin wij creatief en vooruitstrevend, in een open verhouding met de raad en de burgerij en in wederzijds vertrouwen, gezamenlijk iets kunnen gaan doen voor het welzijn van onze inwoners. Daar om wil ik u de volgende vragen voorleggen: 1. Waarom zijn het ontwerp-eerste herziening bestem mingsplan Overhees (geelroze toelichting en witte voorschriften) van december 1978 en de bijbehorende plantekening augustus 1978, die mij beide door een burger ter hand zijn gesteld, nooit voor de raadsleden ter inzage gelegd? 2. Waarom is de tekst van beide boekwerkjes (17 blz. en 12 blz.) voordat zij naar de artikel-8-instanties werden verstuurd voor overleg (wat waarschijnlijk in januari 1979 is gebeurd) nooit aan de commissie ruim telijke ordening voorgelegd ter toetsing (zoals de in spraaknota 1976 toch duidelijk aangeeft)? 3. Bent u bereid de reacties (die vóór 1 maart binnen moesten zijn) in de eerstvolgende vergadering van de commissie ruimtelijke ordening te behandelen en/of deze reacties voor ons ter inzage te leggen? 4. Bent u bereid het herzieningsplan zo snel mogelijk in te trekken ten behoeve van het woningbouwplan dat aangepast moet worden aan het bestaande bestem mingsplan Overhees? 5. Zo niet, bent u dan bereid de eerste herziening als nog in overleg met de commissie inspraak en voorlich ting zo snel mogelijk aan de bevolking voor te leggen? Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! Naar aanleiding van de eerste vraag van de heer Visser deel ik mede dat het ontwerp van de eerste herziening van het bestemmingsplan Overhees compleet met kaart, toelichting en voorschriften vanaf 5 januari jl. ter inzage ligt in de zwarte map waarop staat: Leesmap raad. De heer VISSER: Mag ik hier even op inhaken, me vrouw de voorzitter? Ik heb De VOORZITTER: Neen, mijnheer Visser. Nu heeft de heer Menne het woord, daarna krijgt u weer het woord en dan mag u in tweede instantie meer doen dan één vraag stellen. Daarna kunnen andere leden van de raad het woord krijgen. Nu heeft en houdt de heer Menne het woord. De heer MENNE: Mevrouw de voorzitter! Ten aan zien van vraag 2 van de heer Visser wil ik het volgen de naar voren brengen. Verleden week in de informe le raadsvergadering is het college bij monde van mij ervan uitgegaan dat de onderhavige herziening vol doende bekend was bij de commissie ruimtelijke orde ning en alle raadsleden. De zaak is immers verschillen de keren aan de orde geweest. Op 25 juli 1978 is het voorbereidingsbesluit in de commissie ruimtelijke ordening behandeld. Dat betrof ook de uitbreiding naar de Boerenstreek, die overigens in het ontwikkelingsplan staat aangegeven als reserve woongebied. Op 17 augustus 1978 is het voorbereidingsbesluit in de raad gekomen. Wij hebben toen zwart op wit ge steld: Let u op de uitbreiding. Er stond bij: Wijziging Overhees tweede fase. Op 26 september 1978 is er in de commissie over ge sproken vanwege een inpassing van een kwekerij. Om dat die zaak een persoonlijk karakter had, heeft de commissie er toen achter gesloten deuren over gespro ken. Bij die gelegenheid heeft de kaart die ik nu voor mij heb liggen en waarop staat aangegeven over welke uitbreiding het gaat en hoe de uitbreiding kan worden verwerkelijkt, op tafel gelegen. Wij hebben toen duide lijk gemaakt wat er met betrekking tot de inpassing van de kwekerij aan de hand was. Daarbij hebben wij ge wezen op de wenselijkheid van voortzetting van de voorbereidingswerkzaamheden. Daarmede was de commissie het eens. Maar (en nu komt het) er is inderdaad verzuimd de commissie ruimtelijke ordening de herziening ter be spreking voor te leggen. De heer Visser heeft gelijk met zijn opmerking, dat de herziening aan de commis sie ruimtelijke ordening had moeten worden voorge legd voordat ze aan de overleginstanties werd verzon den. Ik kan er nu alleen maar mijn excuses voor aan bieden dat dat niet is gebeurd. Wat vraag 3 betreft, verklaar ik mij bereid om de reac ties in kwestie zodra ze binnen zijn (wij hebben de re actie van de provinciale planologische dienst nog niet binnen) voor te leggen aan de commissie ruimtelijke ordening. Dat behoort eigenlijk tot de procedure. Ten aanzien van de vragen 4 en 5 deel ik mede dat ik in de eerstvolgende vergadering van de commissie ruimtelijke ordening de eerste herziening alsnog ter bespreking zal voorleggen. Dan kunnen wij ons daar erover beraden wat wij het beste kunnen doen om een spoedige realisering van de woningen niet in ge vaar te brengen. Ik ben bereid om in overleg met de wethouder voor inspraak en voorlichting na te gaan welke mogelijkheden er in dit stadium zijn voor voor lichting en inspraak. De zaak bevindt zich nu nog in het stadium van vooroverleg. De reacties zijn nu aan het binnenkomen. Als ze binnen zijn en hier verwerkt en besproken zijn, wenden wij ons tot de provinciale planologische commissie. Het is normaal dat daar ook inspraakresultaten kunnen worden beoadeeld. Ik stel mij voor dat wij nagaan hoe dat op de beste wijze zal kunnen gebeuren. Ik ontraad de totale intrekking van de eerste herzie ning, aangezien er daardoor tijd verloren zou gaan en niet zou kunnen worden begonnen met de bouw van 60 a 100 woningen. Wat het aantal woningen betreft, zijn wij in dezen afhankelijk van de wijze waarop er zal worden gereageerd door een eigenaar die buiten het gebied woont. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! De vragen zijn geheel naar voldoening beantwoord. Ik ben daar erkentelijk voor. Op mijn eerste vraag is door de heer Menne geant woord dat het ontwerp van de eerste herziening van het bestemmingsplan Overhees al vanaf 5 januari jl. ter inzage ligt. Ik zou nu wel eens raadsleden willen horen die het gezien hebben. Het bedoelde ontwerp staat nl. niet op het lijstje waarop de inhoud van de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 114