De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Het zal u bekend zijn dat ik op dit punt dezelfde problemen heb als de heer Visset. Ik heb geen behoefte om ze te herhalen. Ik ben het volledig met hem eens. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Er wordt ook in het onderhavige geval natuurlijk aller eerst advies ingewonnen bij de A.V.C., zoals dat ge beurt met betrekking tot elke verkeersm aatregel waarom wordt gevraagd. De VOORZITTER: Ik neem aan, dames en heren, dat als het advies van de A.V.C. binnen is, burgemeester en wethouders bekijken of het een nuttig advies is. Dan gaan we een bord plaatsen en dan zullen wij dat de heer Stoll mededelen. Ik begrijp eerlijk gezegd de moeilijkheid niet. De heer VISSER: Er zijn geen moeilijkheden, mevrouw de voorzitter. Het is gewoon een principekwestie. Wij vinden dat wanneer burgers brieven schrijven aan de raad, daarop moet worden geantwoord door de raad, ook als het een bevoegdheid betreft die wij in handen van burgemeester en wethouders hebben gelegd. Het college had moeten voorstellen de onderhavige brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders om advies. Dan had het college rustig het advies van de verkeerscommissie kunnen afwachten, dan had hier toch een concept-briefje op tafel gelegen en dan had den wij zoals het behoort netjes de burger in kwestie kunnen antwoorden. Wij maken bezwaar tegen de door het college voorgestelde gang van zaken. De VOORZITTER: Dames en heren' Ik wil het de heer Visser nog wel een keer uitleggen. Als burge meester en wethouders een bevoegdheid hebben, kunnen zij die bevoegdheid niet aan de raad overdra gen. Dat zullen wij ook niet doen, want wij mogen het niet en wij willen het ook niet. Dan zal het zo zijn, dat burgemeester en wethouders een beslissing nemen, daarvan mededeling doen en de desbetreffen de brief wanneer hij klaar is, voor de raad ter inzage leggen. Zo gaat het. Ik zou nu graag vernemen of het standpunt van de he ren Visser en Jonker door de meerderheid van de raad wordt gedeeld. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Ik meen, mevrouw de voorzitter, dat de brief voor ons ter inza ge komt te liggen in de leeskamer De VOORZITTER: Dat klopt. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: en dat als hij niet naar de zin van de raad is, wij alsnog kunnen zeggen, dat wij meer of minder parkeren wil len. Er is dan naar ik dacht altijd nog een handvat. De VOORZITTER: Dan kunt u daarna een zaak altijd weer aan de orde stellen. Met betrekking tot het stuk wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig hetgeen daarom trent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. Mevrouw Allard-Knol, de heren Gerth, Jonker, Nuijten, mevrouw Tomassen-Holsheimer en de heer Visser ver krijgen op hun verzoek aantekening in de notulen dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben vere- nigd. e. Brieven inzake de toekomstige bestemming van de voormalige Margrietschool van: 1. mevrouw A.J. Aldershof, Heideweg 41, Soest; 2. de heer R. Wasman, Haverweerd 17, Soest; 3 de heer A. van de Haar, Scalmeijerpad 14, Soest; 66 4. het bestuur van de Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek, Albert Cuyplaan 202, Soest; 5. de oudercommissie St. Carolusschool te Soesterberg, alsmede de aan het college van burgemeester en wet houders gerichte brieven van 20 februari en 6 maar t 1979 van het Van der Huchtschoolbestuur met het voorstel de onder 1 tot en met 5 genoemde brieven om advies in handen te stellen van het college van burge meester en wethouders. Met betrekking tot dit stuk wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig hetgeen daaromtrent door burgemeester en wethouders is voorgesteld. f. Brief d.d. 2 maart 1979 van de gemeente Vleuten- De Meern inzake de ombuigingsoperatie van het I.A.M. De VOORZITTER.' Dames en heren! Ons oorspron kelijke voorstel met betrekking tot deze brief luidde als volgt: „Voorgesteld wordt de brief te beantwoorden zodra de hierop betrekking hebbende voorstellen van het I.A.M. bekend zijn. Deze voorstellen, welke behandeld zouden worden in de vergadering van het algemeen bestuur op 6 april 1979, zijn nog niet gereed. Bij brief van 29 maart 1979 deelt het dagelijks bestuur van het I.A.M. mede, dat de vergadering wordt uitge steld. Burgemeester en wethouders zijn ernstig veront rust over deze gang van zaken." Wij hebben vrijdag 30 maart jl. een brief van het da gelijks bestuur van het I.A.M. gekregen waarin staat, dat zijn voorstellen in kwestie nog niet gereed waren en dat dat bestuur daarom de behandeling ervan wilde uitstellen tot een op 18 mei a.s. te houden vergadering om dan een oriënterende bespreking mét het alge meen bestuur te hebben en in juni a.s. een vergadering wilde houden waarin er spijkers met-koppen zouden worden geslagen. Ons college was daarmede niet zo ge lukkig. Tijdens de vergadering van het college over de ze zaak is getracht bij een vijftal gemeenten een soort adhesie te verkrijgen voor een poging onzerzijds om de voor 6 april 1979 geplande vergadering alsnog te laten doorgaan. Maar de colleges van de vijf gemeenten die door ons zijn opgebeld, zagen het anders dan wij. Wij kunnen natuurlijk moeilijk in ons eentje een vergade ring vragen. Wij kunnen dus niet anders doen dan wach ten op de stukken die ons zullen bereiken en die op 18 mei a.s. in de vergadering van het algemeen bestuur van het I.A.M. in eerste lezing zullen worden behan deld. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! De bij het college bestaande ernstige verontrusting bestaat ook bij mij. Het I.A.M. gaat zo langzamerhand op een bo demloze put lijken en nu wordt het nemen van be slissingen weer enkele maanden uitgesteld. Het zou misschien, hoewel wij ons natuurlijk geen overdreven voorstelling van het effect moeten maken, toch zo kunnen zijn, dat het college schriftelijk nogmaals bij het I.A.M. blijk geeft van de verontrusting waarvan het ons nu deelgenoot maakt. De heer VAN POPPELEN: Mevrouw de voorzitter! Het onderhavige punt is uitvoerig behandeld tijdens de laatstgehouden begrotingsbehandeling en ik heb er weinig behoefte aan nu te herhalen wat ik toen heb gezegd. Wel wil ik iets herhalen dat u toen heeft ge zegd, nl. Het I.A.M. moet het nu echt goed gaan doen of helemaal niet meer.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 119