68 Enkele dagen vóór Pasen 1978 heb ik het stuk plant soen in kwestie bekeken. Het zag er toen nogal behoor lijk verwaarloosd uit. De plantsoenendienst heeft het vervolgens op zeer korte termijn opgeknapt. Ik ben het met het college eens voor zover het niet het totale perceel grond in kwestie wil verkopen. Maar ik ben het totaal oneens met het antwoord zoals het college ons dat in concept heeft voorgelegd. De ge meente heeft verleden jaar tegen de heer Peters gezegd, dat zij hem de grond in kwestie niet wilde verkopen, maar wel wilde verpachten. De grond is toen inder daad verpacht aan de heer Peters en wel tot 1 januari 1979. Ik heb daartegen in een commissievergadering direct bezwaar gemaakt, en wel door te zeggen: Wan neer het over een stuk agrarische grond gaat, kan ik mij voorstellen, dat men het van jaar tot jaar ver pacht, maar als het over het verpachten van een tuin gaat, is het klinkklare onzin om het van jaar tot jaar te doen, want wanneer men heesters in een tuin plant, doet men dat niet voor een jaar. Door met de heer Peters een pachtcontract aan te gaan heeft men hem duidelijk toegezegd, dat hij de grond die de gemeente hem niet wilde verkopen, wel kon pachten. Het heeft mij verbaasd dat in december jl. het pacht contract werd beëindigd en dat men in het plantsoen in kwestie aan het werk is gegaan voordat de heer Peters het wist. De heer Peters heeft tegen verschillende leden van deze raad gezegd, dat de gemeente hem niet het hele per ceel grond in kwestie behoeft te verkopen, doch dat hij met een strook ter breedte van 1 meter al tevre den zou zijn. Ik persoonlijk zou het college dringend in overweging willen geven de heer Peters zo mogelijk inderdaad een strook ter breedte van 1 meter te ver kopen. Ik vind dat de gemeente de heer Peters lang zamerhand eens recht moet doen, gegeven alle beloften die hij, zij het van een ambtenaar, heeft gekregen. Het gaat uiteindelijk om een strook grond ter breedte van 1 meter. En ik ben niet bang voor precedentwerking, want als wij straks het voorstel aannemen dat als punt 11.(67) op de agenda staat, gaan wij in Soesterberg precies hetzelfde doen. De heer ONDERDELINDEN: Mevrouw de voorzitter! Ook tegenover mij heeft de heer Peters verklaard, dat hij erg blij zou zijn als hij van het onderhavige perceel grond een strook ter breedte van 1 meter zou kunnen kopen, al was het alleen maar omdat hij, aan ischias lij dende, dan gemakkelijker in zijn auto kan stappen. De heer Peters heeft allerlei materiële voorzieningen (een omrastering met schaaldelen en dergelijke) ge troffen die nogal wat geld hebben gekost. Hij is graag bereid om die terug te trekken. Mijn fractie vindt dat aan de heer Peters een strook grond ter breedte van 1 meter dient te worden ver kocht. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ook mijn indruk is, dat er - niet door het college, maar door een hoge ambtenaar - verwachtingen zijn gewekt. Ik wijs erop dat ik nu niet heb gezegd dat er toezeggingen zijn gedaan. Ik ben het er met de heer Van Poppelen over eens, dat wat de verpachting of ingebruikgeving betreft de pro cedure toch wel merkwaardig is geweest. Ik vind met name de beëindiging van de ingebruikgeving per 1 ja nuari jl op z'n zachtst gezegd eigenlijk toch wel een tikje onbehoorlijk, want de argumenten die daarvoor in de stukken naar voren komen, met name het feit dat het vermoeden zou bestaan dat de heer Peters een vijver zou aanleggen en heesters zou verplanten, vind ik niet terug in de argumentatie waarom de pachtover eenkomst is beëindigd. Ik vind dit niet zo'n goede zaak. Ik kan niet zien welk algemeen belang in de knel komt door of zich verzet tegen het door de gemeente aan de heer Peters verkopen van een strook grond ter breedte van bijvoorbeeld 1 of 2 meter. Er zijn ter zake door het college nauwelijks argumenten aange voerd. Mij is als argumentatie ter ore gekomen: par keerruimte en een draai van een bus. Deze argumen tatie, die het algemeen belang betreft, heb ik nergens in de stukken kunnen vinden. Ik meen dat deze argu mentatie hard gemaakt moet worden. Zolang dat niet het geval is, kan ik niet zien dat er voldoende argu menten van algemeen belang zijn die zich verzetten te gen het aan de heer Peters verkopen van een strook grond ter breedte van enkele meters. Ik ben in dezen in het geheel niet bang voor precedent werking, want in het kader van agendapunt 11 (67) zul len wij vanavond zonder slag of stoot aan de heer Bunskoek in Soesterberg een stukje grond van 10 m2 verkopen en in het verleden hebben wij in Overhees ook al dergelijke perceeltjes verkocht. Wij zijn in prin cipe voor het aan de heer Peters verkopen van een strook grond ter breedte van enkele meters, tenzij het college in zijn wederwoord zodanig sterke en harde argumenten op tafel kan brengen, dat wij ervan worden overtuigd, dat het algemeen belang zich hiertegen ver zet. Mevrouw TOM ASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de voorzitter! Progressief Soest kan zich aansluiten bij de vorige sprekers. Wij hebben geen bezwaar tegen het aan de heer Peters verkopen van een strook grond ter breedte van een paar meter, zodat hij gemakkelijk in en uit zijn auto kan stappen. In de vorige raad is gesproken over het inventariseren van dit soort terreintjes in Overhees. Heeft het college nog desbetreffende plannen? Mevrouw GREEFHORST-VAN O VERDAM: Mevrouw de voorzitter! Ook ons zijn argumenten betreffende het algemeen belang ter ore gekomen. De heer Van Poppelen heeft voor zich zelf gesproken. De rest van onze fractie zou graag wat meer duidelijkheid hebben. Wat ons over het parkeren en het draaien van bussen ter ore is gekomen lijkt aannemelijk, maar wij zouden er graag wat meer over vernemen. Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! Naar aanleiding van desbetreffende opmerkingen van de heer Jonker moet ik zeggen dat wij inderdaad geen formele toezeggingen hebben gedaan en dat er in dezen ook he lemaal niet van een prestigeslag sprake is. Wij hebben als gemeentebestuur te maken met erg veel mensen die bepaalde wensen hebben. Het kan gebeuren dat iemand die meer welbespraakt is en meer volhoudt dan anderen, eens wat krijgt. Ik vind dat dat in de gemeen te Soest niet een argument mag zijn om iemand te be voorrechten boven anderen. Wij hebben, zoals men zwart op wit in verschillende brieven kan lezen, bij herhaling gesteld, dat het niet de bedoeling van het gemeentebestuur is om te verkopen. In het onderhavige geval is er op 14 juni 1978 tot 1 ja nuari 1979 verpacht. Dat is het resultaat van een vol houder, een welbespraakt iemand die op een gegeven moment een voet tussen de deur heeft gekregen. Meer niet. Er is betrokkene helemaal niets toegezegd, ook ven wel ven te S Er i Pet naa van gez of tro me gen Wij kee hoi dat De ver ore de dig kui de pla aar kal gei Te ovi da; he 19 ste Ij oo bri alt stc he ho ruj m; vr<

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 121