desbetreffende voorwaarde is opgenomen. Als dat niet
het geval is, zou het opnemen van zo'n voorwaarde he
lemaal conform de wensen van de club zelf zijn. Na de
proefperiode zou kunnen worden bezien of er met
betrekking tot de leeftijdsgrens wellicht een wijziging
zou moeten worden aangebracht.
Wat de openingstijden op zondag betreft, dacht ik dat
wij zouden kunnen bekijken hoe dicht wij bij het tijd
stip 11.00 uur kunnen komen, zodanig dat in elk ge
val niet de zondagsrust voordien zou worden ver
stoord.
Ook ik hoop te mogen rekenen op volledige medewer
king van ouders en bestuur, opdat de proef na een jaar
als geslaagd zal kunnen worden beschouwd.
Mevrouw GREEFHORST-VAN O VERDAM: Mijn
heer de voorzitter! In de voorwaarden is de leeftijds
grens niet opgenomen. Door de ouders, voor wie wij
overigens alle waardering hebben, is erop gewezen, dat
bij de bond het crossen vanaf de leeftijd van zes jaar is
toegestaan. Ik meen dat het beter is de leeftijdsgrens
12 tot 18 jaar op te nemen.
De VOORZITTER: Ik meen dat wij dat hierbij kun
nen toezeggen.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mijnheer de
voorzitter! U heeft het wel over 11.00 uur gehad,
maar over 19.00 uur heb ik niets gehoord. Het lijkt
mij toch wel belangrijk dat het na 19.00 uur ook weer
rustig is.
De VOORZITTER: Dit is een zaak die wij toch het
liefst even met de club willen bekijken. Ik zou mij nl.
kunnen voorstellen, dat op zondagmorgen de zaak
toch wat anders ligt dan op bijvoorbeeld woensdag
avond.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Ik doelde op
de zondagavond.
De VOORZITTER: Ja, sorry, ik ook. Ik zou dit toch
even met de club willen bespreken voordat ik mij hier
daaromtrent vastleg.
Mevrouw GREEFHORST-VAN O VERDAM: Mag ik
nog even, mijnheer de voorzitter? Ik heb in tweede in
stantie vergeten iets te zeggen over de openstellings
tijden. Ik merk nu dat de meerderheid van de raad wat
de openstelling van de crossbaan op zondag betreft
11.00 uur een plezierig tijdstip vindt. Kunnen wij
daar nu niet van uitgaan?
De VOORZITTER: Als de raad vindt dat 11.00 uur
het vroegste tijdstip zou moeten zijn, dacht ik, als ik
zo rondkijk, dat wij daarvan zouden kunnen uitgaan.
Het gaat nu, zo blijf ik bij al deze dingen zeggen, om
een proeftijd en het kan best zijn, dat na verloop van
tijd blijkt, dat gezien de macht van de geluiddempers
het misschien ook anders zou kunnen zijn. Ik kan dat
op dit moment niet beoordelen. Maar ik begrijp dat
men het liefst uitgaat van 11,00 uur als openingstijd
stip ook gezien de correspondentie en de voorbespre
king.
De heer GERTH: Mijnheer de voorzitter! Was het ant
woord op de brief van de heer Verwoert, dat niet bij
de stukken was gevoegd, ongeveer hetzelfde als het
antwoord aan de Mixed Hockey Club Soest?
De VOORZITTER: Ja.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mijnheer
de voorzitter' Ik heb begrepen, dat het college nu de
toezegging heeft gedaan, dat op zondag het openings
tijdstip 11.00 uur zal zijn en dat de eindtijd 19.00
uur zal zijn. Heb ik dit goed begrepen?
84
De VOORZITTER: Neen. Ik meen dat wij zouden
kunnen zeggen, dat, gezien ook de wens die toch ook
vanuit de raad naar voren is gekomen, het openings
tijdstip op zondag op 11.00 uur zou moeten worden
vastgesteld, maar met betrekking tot het sluitingstijd-
stip op zondagavond heb ik graag even de vrijheid om
er met de club over te spreken, waarbij ik overigens
wel rekening zal houden met de wens dat het op zon
dagavond niet te laat wordt.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Dan merk
ik voor de duidelijkheid op, mijnheer de voorzitter,
dat wat ons betreft met betrekking tot de sluitingstijd
niet per se het tijdstip 19.00 uur behoeft te gelden.
De VOORZITTER: Akkoord. Dit is precies wat ook
ik bedoelde.
Dames en heren. Ik neem aan dat ook de andere frac
ties met betrekking tot het sluitingstijdstip op zondag
avond het college graag de gelegenheid geven om een
nadere bespreking te hebben met de club.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Ja.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Ik geloof dat dat in
derdaad goed is, mijnheer de voorzitter. Het betreft
hier tenslotte een proeftijd en tijdens de proeftijd kan
er worden ingegrepen. Als je nu zou beginnen met
van tevoren alles heel stringent vast te leggen en
enorme beperkingen op te leggen, zou er nauwelijks
meer sprake zijn van een proef. Ik zou zeggen: Laten
wij er echt een proeftijd van maken en dan bekijken
of het gaat.
De VOORZITTER: Ja, akkoord. Maar ik denk dat
men desondanks op de zondagmorgen toch wel spe
ciaal wil letten met betrekking tot het openingstijd
stip.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Voorstel tot wijziging van de Verordening, regelende
de taak, samenstelling en werkwijze van de commissie
culturele zaken.
De heer VISSER: Mijnheer de voorzitter! Wij zijn
het van harte met het voorstel eens voor zover het de
samenstelling en de werkwijze van commissies betreft.
Maar voor zover het gaat over het opnemen van bur
gers in commissies in het algemeen, waarmede het
voorstel begint, moet ons toch van het hart, dat het
lijnrecht staat tegenover de afspraken die wij in sep
tember 1978 hebben gemaakt. Het is ook volkomen
schizofreen, dat nu enerzijds de burgers in de commis
sie culturele zaken geweldig worden opgehemeld en
dat er wordt gesteld, dat zij daar zelfs niet gemist kun
nen worden en dat anderzijds het gemeentebestuur
van Soest niet bereid is om het in een andere commis
sie ook eens uit te proberen. Ik denk bij dit laatste
met name aan een omstreden commissie als de com
missie ruimtelijke ordening. Ik wil niet weer alle mo
tieven en argumenten aanvoeren waarom wij zulke
grote voorstanders zijn van het opnemen van burgers
in commissies. Dat is al eens duidelijk in een commis
sievergadering naar voren gebracht.
Met de mening van het college dat de burgers in com
missies niet goed functioneren, aangezien zij toch
niet worden betrokken bij het bestuur en niet de taak
van de raadsleden verlichten zijn wij het hartelijk on
eens. Wij zijn ervoor dat ook in andere commissies dit
experiment wordt aangegaan. Het experimenteren in
dezen neemt in den lande trouwens hand over hand toe.
Ook in de literatuur hierover merkje toch dat het een
gewone zaak van de wereld is en dat in de wetten daar
ook duidelijk de mogelijkheden voor openliggen.
104