AWOS heeft daar zijn argumenten voor. Ik wil daar geen waarde-oordeel aan hechten. Maar het is wel zo, dat wij een zeer gedegen wensenlijst op tafel gekregen hebben en dat wij het als college niet juist vonden dat rapport op die manier naar de raad te zenden. Wij hebben afgesproken dat de AWOS-leden hun eigen rapport toegestuurd krijgen en dat alle officiële instel lingen, waaronder de gemeenteraad, het rapport krij gen vergezeld van een advies van burgemeester en wethouders. Want daar behoren wij voor te zorgen. Wij hebben vier weken de tijd gehad om dat advies te maken. Ik mag aannemen dat de raad dat geen ruime termijn vindt. De raad zal binnen korte termijn het rapport vergezeld van het advies van burgemeester en wethouders ontvangen. Wat het drukwerk betreft, is er zonder meer een mis verstand geweest tussen de afdeling die vroeg om een opgave van de kosten van het drukwerk en de drukkerij die een kostenopgave heeft gemaakt. Er zijn extra exemplaren van het eerste rapport bijgedrukt. In totaal kan men dat plus het drukken van verkorte versies, de lijsten van instellingen en verenigingen enz. vergelijken met ongeveer 1500 exemplaren extra. Het is duidelijk dat de desbetreffende rekening te laat gepresenteerd is, waardoor wij pas anderhalve maand geleden gecon fronteerd werden met het grote bedrag van de eerste druk. Het doorgeven van rekeningen van de ene afde ling naar de andere afdeling zal een keer ter discussie moeten komen. Ik neem aan dat dat een taak is in de commissie financiën en grondbedrijf. Het is op dit mo ment niet mijn zaak. Met betrekking tot de tweede druk heeft mevrouw Blommers gevraagd of wij niet hadden kunnen stencil- len of goedkoper hadden kunnen uitkomen. Naar aan leiding hiervan wijs ik erop dat wij de goedkoopste manier hebben gevonden. Gegeven de hoeveelheid ma teriaal waarmede wij hadden te maken, was stencillen alleen maar duurder geweest. Op de vraag van de heer Verheus waarom het druk werk op een dure manier is gebeurd en waarom wij niet even hebben gewacht totdat het goedkoper had gekund wijs ik erop, dat wij hadden te kiezen of te de len. Er lag een aantal doelstellingennota's uit 1976 en er lag een concept-nota van verleden jaar en het is na tuurlijk niet mogelijk om tegen het AWOS of tegen al le burgers van Soest die hebben meegepraat, te zeggen: Sorry, u allen heeft wel meegepraat, maar wij vinden het niet de moeite waard om het te drukken. Dat kan niemand verkopen. Om de raad een exemplaar van de nota aan te bieden was het sowieso nodig dat ze ge drukt werd, omdat wij niets anders ingeleverd kregen dan een dummy met schriftelijke wijzigingen daarin en wij er niet mee konden volstaan dat geheel te sten cillen en het dan toe te sturen aan de raadsleden en allerlei instellingen. De nota moest gefatsoeneerd en vervolgens opnieuw gedrukt worden. Wij hadden ter zake van tevoren met een kredietaanvraag bij de raad moeten komen, maar tegelijkertijd lagen de over schrijdingen op tafel, plus het feit dat er toch iets ge drukt moest worden. Toen zijn wij inderdaad zo bru taal geweest te zeggen: Dan sturen wij deze handel in één keer naar de gemeenteraad. Dat is misschien niet fraai, maar een andere oplossing is, lijkt mij, ook niet makkelijk te vinden. Ik hoop dat ik nu naar voldoening heb kunnen ant woorden, want ik denk dat er zonder een schuldvraag bij Jantje of Pietje op tafel te leggen geen andere mo gelijkheid is om een eerlijk antwoord te geven. 122 De VOORZITTER: Dames en heren! Ik zou willen constateren dat het woord „kredietbewaking", dat hier nu enkele malen is gevallen, hier eigenlijk niet op zijn plaats is. Als er - laat ik nu zeggen: door het colle ge, dat de verantwoordelijkheid op zich neemt - op drachten worden gegeven die niet in het verleende krediet zitten, dan kun je niet spreken over krediet bewaking, maar dan spreek je gewoon van het geven van opdrachten zonder dat de raad daarvoor een kre diet heeft verleend. Blijkens de afrekening van het bu reau Stad en Landschap is dit bureau ten aanzien van de werkzaamheden die het had begroot, binnen het verleende krediet gebleven. Het feit dat de totale kos ten van Stad en Landschap veel meer zijn geweest dan oorspronkelijk is begroot, is te wijten aan de ex tra opdrachten die aan Stad en Landschap zijn gege ven. Aangezien wij geen schuldige willen zoeken, kunnen zoeken, is dat onze schuld. Welnu, dat is dan zo. Als in ons gemeentelijke apparaat een afdeling iets gedrukt moet hebben, wordt er onder vermelding van het aantal bladzijden waarover het vermoedelijk zal gaan, telefonisch om een prijsopgave gevraagd aan on ze drukkerij. Onze drukkerij geeft dan een prijsopga ve ook per telefoon. Zo werkt dat nu eenmaal met je eigen bedrijf. Dan kan blijken dat er meer werk bij de drukkerij binnenkomt. Op het eerste moment zul je dat waarschijnlijk niet eens merken. Wil je het wel vanaf het eerste moment merken, dan moetje elke dag iemand velletjes laten tellen. Op een gegeven moment kan blijken dat er te veel komt. Dan zegje: Het lijkt mij een beetje veel worden. Pas als dan uit eindelijk de zaak klaar is, kun je duidelijk uitmaken hoeveel papier, hoeveel uren werk enz. daarin is gaan zitten. Wij kunnen hier met ons allen mooi over een desbetreffende kredietbewaking praten, maar ik stel dat wij in dezen eigenlijk hebben te maken met het feit dat er geen goede offerte gedaan is en dat er soms geen goede offerte kan worden gedaan doordat je niet van tevoren exact hebt kunnen bepalen wat er uiteindelijk moest worden gedrukt. Ik meen dat waar het hier experimenten betreft waar bij je bij het begin niet zo precies kunt uitmaken waar je uitkomt, wij echt moeten constateren, dat wij hiervan met ons allen hebben geleerd en dat wij wat de financiële kant betreft ook duidelijk met een be paalde afdeling afspraken moeten maken waarbij in derdaad iemand exact verantwoordelijk wordt ge steld voor de bewaking van het krediet. En als dan een onderdeel dreigt helemaal uit de pan te rijzen, bij voorbeeld doordat er veel meer bladzijden en lijsten moeten worden gedrukt dan men oorspronkelijk had voorzien, dan moet er natuurlijk ogenblikkelijk aan de bel worden getrokken. Dat is nu niet gebeurd, maar wij hebben er weer wat van geleerd. Ik geloof dat ik het hier nu maar bij laten moet, want ik weet niet hoe ik u vanavond een volmaakt waterdicht sy steem aan de hand moet doen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! U heeft gezegd dat de verantwoordelijkheid geheel bij het col lege ligt De VOORZITTER: Altijd. De heer VISSER: en u heeft ook nog eens nadruk kelijk gesteld dat u niemand als schuldige wilt aanwij zen. Welnu, dan kom ik toch terug op mijn verzoek waarop niemand is ingegaan, nl. mijn verzoek om schrap ping van een zin op pagina 2 van het voorstel. De zin luidt aldus:

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 175