heeft het college ons toegezegd op korte termijn daar toe te zullen overgaan. De duidelijkheid waar wij om hebben gevraagd, is tot heden nog niet gegeven. Wij betreuren dat. De bewoners hebben recht op die dui delijkheid. Wij hebben begrip voor het onbehagen dat spreekt uit de brief van het bewonerscomité Ossendam- weg en Vondellaan d.d. 18 juli jl. Naar onze mening zijn echter de in de brief gedane voorstellen nu onmo gelijk te overzien. Daar zal eerst met de bewoners in commissies over moeten worden gesproken. Er zijn in het verleden beloften gedaan - te veel, moeten wij nu constateren, want, hoe wij het ook wenden of keren, tegelijk met het besluit om de Centrumweg niet te rea liseren viel in wezen het besluit dat de route Ossen- damweg-Vondellaan een verbinding voor autoverkeer door Soest zou blijven. In alle oprechtheid moeten wij er nu voor de bewoners in goed overleg het beste van zien te maken. Onze brief van april was bedoeld om dat overleg op gang te brengen. Daarom betreuren wij het, dat het nog steeds niet is gestart. Voor een goede samenwerking en onze geloofwaardigheid is het uit den boze, dat het zo lang duurt. Wij dringen er dan ook met klem op aan, dat het overleg binnen de kortst mogelijke tijd wordt begonnen. Graag horen wij van het college een desbetreffende toezegging. Wij pinnen ons nog niet vast op de cijfers zoals ze in het beleidsplan zijn verwerkt. Daarover spreken wij ons uit als in de komende tijd prioriteiten en finan ciën aan de orde komen. De heer ONDERDELINDEN: Mevrouw de voorzitter! Ook de V.V.D.-fractie is tevreden over het ontwerp-be- leidsplan zoals het nu voor ons ligt. Wij onderschrijven de filosofie dat de begroting alleen niet meer voldoet als beheersingsinstrument in handen van de raad als hoofd van de gemeente. Het gaat inderdaad om inte grale beleidsplanning, elk jaar te heroverwegen en aan te passen en te concretiseren via een eveneens regel matig aan te passen prioriteitenlijst en een meerjaren begroting. Het is een goede zaak dat wij daartoe thans toch komen, al zal er nog wel een gewenning nodig zijn om een en ander goed uit de verf te laten komen en de Soester samenleving daarvan te kunnen laten profiteren. De V.V.D.-fractie vindt het beleidsplan een goed plan, al komt het op het belangrijkste aspect in zijn volle omvang nog niet uit. Ik doel nu op het aspect van het welzijn, het punt waarom, zoals onze toenmalige frac tievoorzitter, mevrouw Korthuis, in haar algemene beschouwing met betrekking tot de gemeentebegroting 1979 in de raadsvergadering van 18 december 1978 heeft opgemerkt, alles draait. Mevrouw Korthuis heeft toen onder andere ook gezegd: „Het gaat er tenslotte om dat wij de hoofdlijnen bepa len. Daarom willen wij voorstellen dat wij telkenjare in het voorjaar een beleidsnota en een prioriteitenlijst ter bespreking van het college ontvangen, opdat het colle ge met de resultaten van de bespreking daarvan bij de opstelling van de begroting rekening kan houden". Welnu, deze wens van de V.V.D.-fractie zal zijn geho noreerd wanneer ook het welzijnsplan zal zijn vastge steld en in het nu voorliggende beleidsplan zal zijn ge ïntegreerd. Dat stemt haar, waar het plan bovendien nog erg goed aansluit aan de begrotingsopzet, tot gro te voldoening. Weliswaar komen hoofdstukken als „Verkeer" en „Ruimtelijke ordening" nog niet of nauwelijks aan bod en zal daaraan nog hard gewerkt moeten worden, maar er is in het plan wel een aanzet toe gegeven, zo dat én het verkeer én de ruimtelijke ordening in de sfeer van een gezond integraal beleid kunnen en zul len worden betrokken. Wat het verkeer betreft, wil ik evenals mevrouw Greef- horst niet nalaten een opmerking te maken over de kwestie Vondellaan-Ossendamweg. Hier is sprake niet alleen van niet-gehonoreerde verwachtingen, maar ook van diepe teleurstelling bij bewoners die het wat de verkeersveiligheid en het verkeerslawaai betreft niet meer zien zitten. Gelet op de verwachtingen die hun grondslag vonden in het niet-vastgestelde Centrum plan, lijkt het niet alleen juist, maar ook billijk dat, waar financiële tegemoetkomingen wellicht een onge wenst precedent zouden scheppen, het college de raad adviseert met betrekking tot hetgeen toch voor deze bewoners kan of moet worden gedaan. Misschien is het verlenen van faciliteiten bij het betrekken van een andere woning of iets anders mogelijk. Iets moet er toch wel gebeuren. Wil het college zich hierover eens beraden en met adviezen komen? Na alles wat ik nu gezegd heb nog het volgende. Het zal duidelijk zijn, dat mijn fractie het niet opportuun acht thans inhoudelijk op het plan van de heer Visser in te gaan. Ze wil vasthouden aan de met betrekking tot de collegevoorstellen afgesproken procedure. Na vaststelling van het beleidsplan en het welzijns plan zal de raad zich gaan buigen over de prioriteiten. Onze fractie ziet vooral daar een grote verantwoorde lijkheid van de raad, nl. de taak om te trachten die in overeenstemming te brengen met de noden en behoef ten zoals die in onze gemeente liggen, en wel door het leggen van de juiste accenten. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ook wij vinden dat het behandelen van het concept-beleids plan een bijzonder belangrijke zaak is. Ik meen datje zonder overdrijving kunt spreken van een mijlpaal, omdat wij nu de eerste stap zetten op een stuk syste matische beleidsplanning. Ik wil beginnen met na mens mijn fractie grote waardering uit te spreken voor dit stuk. In commissies zijn woorden gevallen als „vaag", „een pover stuk", „een nota zonder duidelij ke visie". Wij willen, zoals ik trouwens ook in de com missies heb gedaan, uitspreken dat wij grote waarde ring hebben. Vaagheid heb ik alleen ten aanzien van ruimtelijke ordening gesignaleerd. Bij de behandeling van het desbetreffende hoofdstuk wü ik daarop nog even terugkomen. Het gaat om integrale beleidsplanning. Planning is systematisch aangeven watje wilt, hoe je het wilt, waarmede je het wilt en wanneer je het wilt. Waarom deze planning? Omdat de overheidstaken dermate in gewikkeld worden,dat wanneer je niet zou plannen, je in meerdere mate tot ad hoe beslissingen zou komen. En ad hoe beslissingen kunnen nooit goede afwegin gen in zich bergen. Wanneer je niet plant, dreigt, ge zien de complexiteit van zaken, dat het een rommel tje wordt. Het zal u niet verbazen dat de fractie van de P. v.d. A. een sterke voorstander van planning is. Dat is niet sinds vandaag of gisteren het geval. In de derti ger jaren werden door de voorganger van deze partij al plannen naar voren gebracht op economisch gebied. Planning vindt dus onze hartelijke ondersteuning. Het tweede element in integrale beleidsplanning is het element „integraal". Ook het integrale van de beleids planning is naar ik meen een zeer wezenlijke zaak. Het houdt in dat de totaliteit der sectoren in onderling

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 197