lege zich de bewaking voor en wanneer evalueren wij dit? Het college relativeert zijn eigen stuk als een eerste stapje. Dan is het welzijnsplan de volgende maand klaarblijkelijk de tweede stap van het college. Wij had den liever gezien dat het college deze hinkstapsprong ineens genomen had, omdat ook het AWOS-rapport duidelijke uitspraken doet over andere beleidsterrei nen dan alleen het welzijn. Wij hebben in onze alterna tieve nota het totale beleid vastgelegd, al hebben wij dan niet de blijkbaar zaligmakende systematiek van de gemeentebegroting gevolgd, waarvan het college zelf in de inleiding zegt, dat ze niet meer voldoet als beheer- singsinstrument en dat daarbij de behoeften niet meer integraal worden bezien en afgewogen. Onze keuze van volgorde van de diverse beleidsterrei nen staat dichter bij de bevolking van Soest, die maar één ding wil: het algemeen welzijn door het scheppen van een goed woon- en leefklimaat, burgers te betrek ken bij het beleid, het voeren van een open bestuur en het handhaven van de karakteristiek van deze gemeen te. U weet wel: Soest blijft Soest. Door hiervan af te wijken ontstaan impasses, die het college op bladzijde 1 van het voorstel signaleert, zeg gende dat op bepaalde gebieden in het verleden her haaldelijk concrete plannen niet zijn aanvaard. Wij vin den deze uitspraak onterecht en wij stellen het college voor deze zinsnede zo te wijzigen, dat ze luidt als volgt: doordat in het verleden herhaaldelijk minder geslaagde plannen op het nippertje met veel energie en inzet van de bevolking zijn afgewezen. Wat het afwijzen betreft, zeg ik: Gelukkig maar! Een groep die duidelijk het slachtoffer dreigt te wor den van deze impasse, zijn de bewoners van de Ossen- damweg-Vondellaan. Het valt mij op, dat iedereen het zo opneemt voor deze mensen. Het college stelt voor hun brief van 18 juli jl. bij de besprekingen van van avond te betrekken. Dat doet de brief geen recht, om dat het gevaar bestaat dat hun problemen zodoende tussen de wal van woorden en het schip van het be leidsplan terechtkomen. Gaarne zien wij van de kant van het college een voorstel om te komen tot een schriftelijk advies, met name ten aanzien van de door de bewoners geuite wensen, en wel na nog een uitvoe rig gesprek, dat het college het bewonerscomité trou wens heeft toegezegd. Hun inbreng vanaf de publieke tribune in de vergadering van de commissie ruimte lijke ordening van een aantal weken geleden is niet te rug te vinden in het evaluatierapportje dat onderaan op bladzijde 2 van het voorstel begint. Daardoor komt het college al meteen in conflict met zijn eigen doelstellin gen en subdoelstellingen op bladzijde 6 van het beleids plan, waar de burger centraal staat. Ik zou nog vele an dere voorbeelden kunnen geven van burgers die niet betrokken worden bij het beleid. Het beleid van een gemeente kan onmogelijk meer al leen gedragen worden door een gemeenteraad, een col lege van burgemeester en wethouders of een ambtena renkorps, maar zal alleen slagen als de burgerij zich kan vinden in het beleid en erbij betrokken wordt. Dan kom je er niet met prachtige formuleringen en plannen waarvan ik er in de loop van de afgelopen vijfjaar al een hele stapel thuis verzameld heb voor de oudheidka mer. Het Soester publiek bereik je niet met ongelezen boekwerkjes die vanuit een ivoren toren geschreven zijn, maar dat bereik je alleen door midden tussen de mensen te gaan staan en af te dalen naar de basis. In dit verband wijs ik erop dat over de verkeersproblema tiek in Winschoten in het Algemeen Dagblad viel te lezen: „De bevolking maakt de plannen en de gemeente heeft inspraak." Het college zal merken hoe plezierig dan besturen wordt en het zal dan minder het gevoel hebben, dat het al jarenlang plannen maakt die toch niet doorgaan. De impasses in Soest zijn overbekend, maar het gebrek aan creativiteit en de vaak aanwezige politieke onwil om de problemen op te lossen zijn er de oorzaak van, dat er nog vele nota's geschreven moeten worden om de beide hoofddoelstellingen van het college te verwe zenlijken. Wij hebben deze gedachte uitvoerig in een alternatief neergelegd en zullen verder vanavond D'66 en de P. v.d. A. steunen in een aantal amendementen die zijn tot stand gekomen door een paar gesprekken die wij als bijzonder plezierig hebben ervaren. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Van avond zijn wij dan zo ver, dat het beleidsplan 1979 van de gemeente Soest ter vaststelling voor ons ligt. Het gaat vergezeld van een tweetal aanbiedingsbrie ven en diverse andere nota's, waar ik straks nog nader op terugkom. Eerst maar de aanbiedingsbrief gedateerd 24 juli 1979, waarin het college op bladzijde 2 nadrukkelijk vraagt te willen uitspreken of wij met de gedachte van integrale beleidsplanning akkoord gaan. Het antwoord van D'66 is ja. Wij vragen er al jaren om. Voorts informeert het college naar ons oordeel over de wijze waarop deze gedachte uitgewerkt en aan de raad voorgelegd is. Ons antwoord hierop is: Ervan uit gaande dat alle begin moeilijk is, vinden wij het een verdienstelijke eerste poging, die echter op een aantal onderdelen nog bijgewerkt moet worden. Wij vinden het jammer, dat er geen tweede behande ling in de commissies heeft plaats gevonden. Dat is er naar mijn gevoel een van de hoofdoorzaken van, dat wij ook een aantal zaken die eigenlijk in de tweede be handeling in de commissies hadden thuisgehoord, van avond nog aan de orde hebben. Ik herinner mij zeer duidelijk dat de heer Goote zowel in de commissie ruimtelijke ordening als in de commissie algemene be stuurszaken erop heeft gewezen, dat hij gedwongen was om met dit soort zaken in de raad terug te komen. W ij hebben ter bespoediging van de behandeling van hedenavond de amendementen met enige andere frac ties vooraf kunnen doornemen en op elkaar kunnen afstemmen. Achteraf moet ik zeggen dat wij het be treuren dat wij door tijdnood niet meer eveneens tot een dergelijke afstemming met de V.V.D. en het C.D.A. zijn gekomen. De vraag van mevrouw Greef- horst was volkomen terecht. En er zou ook helemaal niets principieels tegen zijn geweest. Dat hadden wij gewoon beter van tevoren kunnen doen. Ik kom nu bij de andere aanbiedingsbrief, gedateerd 9 mei 1979. Hierin vraagt het college op de bladzijden 4 en 5 onze mening over enige concrete investerings projecten die nog in 1979 gerealiseerd zouden moe ten worden. Graag zouden wij van het college verne men of het deze vraagstelling inderdaad volhoudt en als straks het een en ander goedgekeurd zal zijn, ons daaraan zou willen binden. Dan komen wij er nog na der op terug. Als blijkt dat de laatstgenoemde aanbie dingsbrief inmiddels achterhaald is door de tweede aanbiedingsbrief, is daar geen noodzaak toe. De brief van de bewoners van de Ossendamweg en de Vondellaan spreekt boekdelen. Wij hebben de indruk

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 199