De VOORZITTER: Wij als college hebben er geen moeite mee, maar ik kan mij voorstellen dat sommige mensen er wel moeite mee hebben, want ik heb er nu ook lang over moeten nadenken. Ik meen datje zou kunnen zeggen dat het zo vroeg mogelijk signaleren waarvan sprake is in subdoelstelling 1.10.02, toch iets anders is. Maar het hoeft niet anders te zijn. Ik vind evenwel dat je er dan in de rubriek „Activiteiten en middelen" toch wel iets over zou moeten zeggen. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENDan kom je inderdaad op het punt dat dat de systeembegelei ding, de tweede poot van de toekomstige OAD, is. Ik denk dat dat ook niet zo moeilijk is. De VOORZITTER: Het is allemaal niet zo moeilijk, maar je kunt er verschillend over denken of het alle maal onder dat ene valt. Ik heb er echter geen moeite mee. Heeft de wethouder er moeite mee? Wethouder PLOMP: Neen, mevrouw de voorzitter. De VOORZITTER: Goed. Ik constateer dat de raad er ook niet veel moeite mee heeft. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten aan subdoelstelling 1.10.02 op pagina 34 van het be leidsplan toe te voegen: het verlenen van steun aan leerlingen in achterstandsituaties. Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb nog een algemene opmerking naar aanleiding van ons beleidsplan en de reactie daarop. Het college stelt in zijn globale vergelijking van zijn beleidsplan en het alternatief van Progressief Soest, dat deze plannen niet wezenlijk van elkaar verschillen. Wij kunnen het hierover niet met het college eens zijn, maar het lijkt mij niet zinvol om hierover nu in discus sie te gaan. Het college schrijft dat één punt het be langrijkste verschilt van het beleidsplan van het colle ge, nl. dat Progressief Soest schrijft dat bij het verwe zenlijken van doelstellingen vooral aandacht geschon ken zal worden aan het openbaar onderwijs. Het colle ge schrijft als reactie daarop, dat het een dergelijke opvatting niet heeft vermeld, omdat dit een verkeerde indruk wekt met betrekking tot de zorg voor het bij zonder onderwijs. Als dit zo is, kan volgens mij het omgekeerde ook het geval zijn. Progressief Soest ziet inderdaad als eerste taak van het gemeentebestuur, in dit geval als bestuur van het openbaar onderwijs, te laten blijken dat men in de eerste plaats verantwoor delijkheid draagt voor het openbaar onderwijs in zijn gemeente, zonder daarbij zijn plichten met betrekking tot het bijzonder onderwijs te verzaken. Wij hadden dit graag teruggevonden in het beleidsplan. Het verheugt ons dat het college in subdoelstelling 1.10.08 op pagina 36 van het beleidsplan aandacht besteedt aan het onderling afstemmen van de school tijden van de verschillende onderwijsinstellingen, al zagen wij dit liever als maatregel opgenomen. In subdoelstelling 1.10.13 op pagina 37 van de be leidsnota zag ik het laatste woord, te weten „volwas senen", graag veranderd in: niet-leerplichtigen. Dit impliceert dan tevens de groep niet-leerplichtigen tot 21 jaar. De heer GERTH: Mevrouw de voorzitter! Subdoel stelling 1.10.06 op pagina 36 van het beleidsplan luidt als volgt: „Het bevorderen van een goede samenwerking tussen de scholen en de openbare bibliotheek;" Ik zou hieraan graag toegevoegd zien: en het informa tiecentrum. Wij weten overigens nog niets van het informatiecen trum af. Ik vraag mij af hoe ver wij zijn met het om bouwen van de St. Josephschool tot informatiecen trum. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Op de vraag van mevrouw Tomassen betreffende het vervan gen van het woord „volwassenen" door het woord „niet-leerplichtigen" zou ik willen zeggen, dat wij naar mijn mening hier dat verschil toch niet zouden moeten maken. Ik meen dat „onderwijs aan volwassenen" een goede uitdrukking is, die je niet zou moeten vervan gen door een andere. Met betrekking tot de vraag van de heer Gerth betref fende het informatiecentrum, die misschien niet direct met onderwijs te maken heeft, kan ik zeggen dat wij eigenlijk sinds kort weten dat wij het informatiecen trum van de gemeente Soest dicht bij het huidige ge meentehuis zullen kunnen krijgen. Het is nl. zo,dat het bekende reisbureau Holland International gaat verhuizen en wij hebben de hoop dat als alles mede werkt, wij half oktober op de plek naast de VVV waar genoemd reisbureau zich nu nog bevindt, ons in formatiecentrum zullen kunnen openen. Dit is naar mijn mening een zaak die in de eerste plaats fi nancieel aantrekkelijk is en bovendien wat de plek betreft zeer aantrekkelijk is. De VOORZITTER: Dit is, menen wij, een aardige me dedeling. Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Inder daad. Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Hoe zit het nu rriet de jeugd van 17 tot 21 jaar? Daar kan toch ook vormingswerk voor zijn? Wethouder PLOMP: Dat klopt, mevrouw Tomassen. Die jeugd krijgt ook de aandacht die ze nodig heeft. Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Ik had het dan graag opgenomen gezien als vormingswerk voor jong volwassenen. De VOORZITTER: Dat komt volgende maand aan de orde. Wethouder PLOMP: Ik geloof dat dit een zaak is, me vrouw de voorzitter, die ook in het AWOS aan de or de is. De VOORZITTER: Ja. Wethouder PLOMP: En aangezien deze twee zaken el kaar moeten aanvullen, komt dat de volgende keer op z'n pootjes terecht. Sector VIII wordt, met inachtneming van de aange brachte wijziging, zonder hoofdelijke stemming voor lopig vastgesteld. Vervolgens wordt sector IX (Sport en Recreatie) zon der discussie en zonder hoofdelijke stemming voorlo pig vastgesteld. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot voorlopige vaststelling van het beleidsplan 1979 in zijn geheel, met inachtneming van zowel de heden avond aangebrachte wijziging als de in het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 juli 1979 voorgestelde wijzigingen, alsmede met dien verstande dat de behandeling van de schriftelijk ingediende amendementen en de definitieve vaststelling van het beleidsplan in september a.s. zullen plaatsvinden. 106 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de restauratie van het pand Vredehofstraat 31, Soest. 157

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 210