gerichte brief van de heer Van Dam d.d. 10 augustus 1979 ontvangen waarin staat: ^Alvorens tot behandeling/vaststelling van bovenge noemd plan over te gaan verzoek ik u het volgende in overweging te nemen. Alhoewel de welstandscommissie uit welstandsover wegingen haar goedkeuring gaf aan mijn bouwplan wijziging woon/winkelpand naar uitsluitend woonpand passend in het beschermd dorpsgezicht, bied ik u aan het plan nogmaals met u, de welstandscommissie en eventueel de monumentenzorg te bespreken en indien nodig zo te wijzigen dat het pand nog meer geïnte greerd wordt in de omgeving van de oude kerk. Tevens bied ik de gemeente Soest aan het recht van eerste koop als ik ooit tot verkoop zou moeten over gaan. De procedurevorm zou kunnen zijn, dat wij beiden een door de rechtbank beëdigd makelaar be noemen, die dan de prijs bepalen. Bij verschil beslist een derde makelaar." Een kopie van deze brief is gezonden aan alle fractie voorzitters. Ik achtte het nuttig hier van deze brief mededeling te doen, teneinde ook de gehele raad te doen kennis ne men van de inhoud ervan. De heer BEIJEN: Mevrouw de voorzitter! Wij hebben bij brief van 6 augustus jl. aan burgemeester en wet houders verzocht om uitstel van de behandeling van dit agendapunt en om het nogmaals terugbrengen hiervan in de commissie ruimtelijke ordening. Op dit verzoek is negatief gereageerd. Alvorens inhoudelijk op de onderhavige ingewikkel de zaak in te gaan stel ik nu nogmaals voor, dat het voorstel nogmaals wordt teruggebracht in de com missie ruimtelijke ordening voor advies en vervolgens in de raadsvergadering van september a.s. wordt be handeld. De heer VISSER: Wij sluiten ons hierbij aan, me vrouw de voorzitter. Het gaat in dezen over een bestemmingsplan dat al veertien jaar oud is en dat nodig binnen tien jaar her zien had moeten worden. Wij vinden het onzin om terzake nu, na veertien jaar, nog een onteigenings procedure in werking te stellen waarbij zo veel geld gemoeid is, dat straks elke vierkante meter f. 10.000,— kost. Wij zijn van oordeel dat er best iets anders gecreëerd kan worden, iets dat misschien geld opbrengt. Er worden in dit verband heel wat bedragen genoemd. Ik heb al een bedrag van f. 800.000,- horen noemen. Ik heb van de heer Van Dam een brief gehad waarin sprake is van kosten ad in totaal f. 1 miljoen. Wij hebben ook nog Mikimo; dat past ook precies in het bestemmingsplan. Ik weet niet wat het college daarmede wil. Verder is er de kosterswoning. Ik meen dat wij op dit moment, terwijl er zo bezuinigd moet worden, geld wel beter kunnen besteden. Ik zeg dit nog afgezien van het feit dat de heer Van Dam (het in dividu, waar wij zo voor staan) er moeite mee heeft om daar weg te gaan. De VOORZITTER: Mae ik u nu even onderbreken, mijnheer Visser? Ik dacnt dat u iets wilde zeggen over het ordevoorstel van de heer Beijen. U begint nu in houdelijk, maar ik vind dat de raad eerst een beslis sing moet nemen over het ordevoorstel. Dames en heren. Wij hebben onze antwoordbrief op het verzoek van de V.V.D.-fractie niet dan na ruim beraad geschreven. Wij vinden het vaststellen van het onderhavige onteigeningsplan zo langzamerhand een normale zaak. Het betreft hier een van de weinige be stemmingsplannen die volmaakt goedgekeurd zijn. Wij vinden dat u dit onteigeningsplan gerust kunt vaststellen. Een van de voorwaarden waaraan je moet voldoen voordat je juridisch verder met de onteige ning komt, eventueel bij de rechter, is dat je in minne lijk overleg tracht de grond in handen te krijgen; je moet dit ook schriftelijk kunnen bewijzen. Wij zien geen enkele reden om op dit moment het onteige ningsplan niet vast te stellen en het college niet de ge legenheid te geven om de hele procedure te beginnen en af te werken. Dit is de reden waarom wij vinden dat het ordevoorstel van de heer Beijen niet moet worden aangenomen. De heer BOLHUIS: Mevrouw de voorzitter! Een ont eigeningsprocedure duurt in het algemeen vrij lang. Ik kan mij daarom eigenlijk niet goed voorstellen waarom wij het verzoek van de V.V.D.-fractie om één maand uitstel niet zouden inwilligen. Wij kunnen best met een maand uitstel akkoord gaan. Laten wij het voorstel maar in de volgende raadsvergadering be handelen. Een maand meer of minder doet er niets toe. De VOORZITTER: Neen, maar wij hebben niet het gevoel dat een uitstel van een maand in deze zaak iets zou oplossen. De heer OLDENBOOM: Dat gevoel hebben wij ook niet. De heer BOLHUIS: Neen, dat zeg ik ook niet, maar ik wil wel een maand uitstel op verzoek van de V.V.D.-fractie toestaan. De VOORZITTER: Wij hebben er wel eens moeite mee, dat allerlei dingen die op de agenda staan, worden uitgesteld. Wij werken zo nooit meer wat af. Wij vonden geen enkele reden aanwezig om de zaak een maand uit te stellen. Maar de beslissingen zijn aan de raad. De heer JONKER: Onze fractie is het met u eens, mevrouw de voorzitter. Wij geloven ook niet dat uit stel in het belang is van de heer Van Dam. Hij wil graag duidelijkheid op korte termijn. De VOORZITTER: Precies. Hij heeft er zelfs om ge vraagd. De heer STORIMANS: Brengt u het ordevoorstel maar in stemming, mevrouw de voorzitter. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Onze frac tie is verdeeld ten aanzien van het ordevoorstel. Een deel van de fractie steunt het, een ander deel gaat met het college mee. Het ordevoorstel van de heer Beijen wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met 14 tegen 11 stemmen. Voor stemmen de leden: Stam, Van den Brakel, Van Pop pelen, Nuijten, Visser, Oldenboom, mevrouw To- massen-Holsheimer, mevrouw Korthuis-Elion, me vrouw Blommers-Biezeno, Verheus, Beijen, Bolhuis, Onderdelinden en mevrouw Greefhorst-Van Overdam. Tegen stemmen de leden: mevrouw Van Stiphout- Croonenberg, Gerth, Menne, Goote, Jonker, mevrouw Allard-Knol, mevrouw Van Gelder-Cornelissen, Van Logtenstein, Storimans, Plomp en Ebbers. 120 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van het plaatsen van abri's. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik herinner

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 213