P.L.J.r
l.b.
hebben een redelijk alternatief te maken voor de
voorliggende planning van onteigening. Maar kenne
lijk hebben wij daarmee nog niet voldoende ervaring.
De heer NUIJTEN: Mevrouw de voorzitter! Ik heb
aan mijn steun aan het voorstel de voorwaarde ver
bonden, dat wij in de commissie ruimtelijke ordening
op korte termijn zouden discussieren over wat er pre
cies verder met het betrokken gebied gaat gebeuren.
Mag ik aannemen dat het college tegen deze discus
sie geen bezwaar heeft?
De heer MENNE: Wanneer het bestemmingsplan uit
gewerkt gaat worden, zal het plan tijdig ter tafel ko
men in de commissie ruimtelijke ordening en andere
betrokken commissies. Dat lijkt mij vanzelfsprekend.
De heer BEIJEN: Mevrouw de voorzitter! Ik wil
graag een stemverklaring afleggen. Het gaat mij erom,
dat wij nu nog steeds geen volledig - zelfs geen glo
baal - inzicht hebben gekregen in de financiële conse
quenties van het voorstel.
De VOORZITTER: Daarom is het voorstel in de vo
rige vergadering niet aangehouden. Het voorstel is de
vorige keer aangehouden, omdat de heer Beijen in de
commissie ruimtelijke ordening bepaalde zaken aan
de orde wilde stellen. Bovendien: als het gaat om een
onteigeningsplan, is het niet gebruikelijk dat er van
de kant van het college financiële suggesties worden
gedaan.
Ik stel voor de heer Beijen aantekening in de notulen
te geven, dat hij zich niet met het voorstel verenigt,
evenals mevrouw Tomassen en de heer Visser.
De heer ONDERDELINDENMevrouw de voorzit
ter! De heer Blaauw en ik zijn eveneens tegen het
voorstel om financiële redenen.
De VOORZITTER: Waarvan akte.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Mevrouw Tomassen-Holsheimer en de heren Beijen,
Blaauw, Onderdelinden en Visser verkrijgen op hun
verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich met
deze beslissing niet hebben verenigd.
De VOORZITTER sluit hierna, te 19.40 uur, de ver
gadering.
Nr. 9
van het
der ger
19.30
VOOR
SECRI
Tegenv
W.A. I
J.J. vai
lissen,
Overdt
Elion,
derdel:
C. Ver
Afwez
Stam
De VC
berich
Stiphc
Logtei
154
155
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d.
21 febryari 1980.
secretaris,
Mr. J.M. Kruitwagen.
De voorzitter,
G.A.W.G.A. Plomp.
206