de woningbouwverenigingen Goed Wonen en Patri monium hebben die inspraak op een goede demo cratische manier wel gehad. De mensen van deze ver enigingen die aan de fusiebesprekingen hebben deel genomen, hebben de zaak regelmatig teruggekoppeld naar de leden van hun vereniging. Nu weet ik wel dat de huurders van de huizen van de gemeente geen le den zijn van welke huurdersvereniging dan ook. (zij waren bij de fusiebesprekingen vertegenwoordigd door twee raadsleden), maar het is toch wel een zaak voor de gemeente de betrokkenen op tijd in te lichten en hen het concept van de statuten te laten zien. Straks vormen zij het grootste deel van de nieuwe ver eniging. Het is dan zaak dat zij niet met de geheel ge reed zijnde statuten om de oren worden geslagen, maar dat de gemeente (door middel van haar voorlich tingsapparaat) deze mensen heeft benaderd met de vraag wat zij ervan vinden. Dankzij ons politiek café is al gebleken dat er toch wel een aantal frustraties bestaan. Wij hebben over een heleboel zaken opheldering kunnen geven, maar er bleek bij voorbeeld dat er bewonerscommissies be staan (in de vorm van stichtingen en verenigingen) met rechtspersoonlijkheid en met eigen statuten. Er bleek ook dat die commissies vooral veel moeite heb ben met artikel 19 van de statuten van de nieuwe ver eniging. Dat artikel handelt over het oprichten van be wonerscommissies. Het bestuur van de nieuwe vereni ging krijgt door dat artikel enorm veel invloed op die commissies. Dat stuit de mensen tegen de borst. Zij zeggen dat zij hun eigen statuten zelf wel maken. Die hebben zij trouwens vaak al. Hoe ziet het college trouwens het functioneren van die commissies binnen de nieuwe vereniging? Een en ander houdt namelijk in dat er straks een stichting binnen een vereniging of een vereniging binnen een vereniging bestaat. Tijdens ons openbaar fractieberaad is gelukkig een aantal vraagpunten met betrekking tot artikel 19 doorge praat en opgehelderd, maar het punt van een vereni ging binnen een vereniging is nog niet opgelost. Daarom lijkt het mij verstandig wanneer het college dit voorstel aanhoudt en eerst met de 2300 huurders van gemeentewoningen gaat praten. Het argument dat men niet met 2300 mensen om de tafel kan gaan zit ten, kan nooit een excuus zijn om de mensen niet bij elkaar te roepen. Ik ken methoden om de bevolking van Soest in te lichten. Die methoden kent het college ook: met mooie folders en vierkleurendruk prenten. Het is vandaag de dag niet te verkopen om de mensen op deze manier de statuten voor te leggen. Zij hebben daarover nu niets te vertellen, laat staan dat zij hun mening hebben kunnen zeggen. Misschien valt het al lemaal best mee, maar ik vind dat het college de statu ten alsnog aan de mensen of aan de reeds bestaande bewonerscommissies moet voorleggen en moet vragen of men het daarmee eens is en of een en ander juri disch mogelijk is. Daarbij denk ik dan vooral aan arti kel 19 van die statuten. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Ik heb indertijd aan de wieg van de huidige stichting gestaan. Dit is in zeker opzicht een min of meer historisch mo ment. Wij gaan het woningbezit van de gemeente - dat nu door de SSW wordt beheerd - straks overgeven aan de nieuwe vereniging. Onze fractie steunt dit voorstel van harte. Wij betreuren het dat St. Joseph heeft gemeend - om welke reden dan ook - op dit moment in ieder geval niet aan deze fusie te zullen meedoen. Te meer ook omdat St. Joseph in de beginfase van de SSW een van de meest constructieve partners was. Dat dient hier in alle eerlijkheid en duidelijkheid te worden gezegd. Wanneer ik nu alle verhalen lees en hoor, is St. Joseph, vergeleken bij toen, zo'n 180 graden gedraaid. Dat alles neemt niet weg dat St. Joseph heel goede dingen heeft gedaan in onze gemeente, speciaal op het gebied van de sociale woningbouw. Ik kan mij dan ook aansluiten bij de heer Visser en ik roep vanaf deze plaats St. Joseph op om alsnog te trachten in goed onderling overleg tot de nieuwe vereniging toe te treden. Alleen dan krijgt men een zo hecht moge lijke eenheid en daarmede zijn de belangen van de volkshuisvesting in onze gemeente alleen maar ge diend. Bestaande stichtingen van bewoners die (daarin heeft de heer Visser gelijk) inderdaad rechtspositie hebben, hebben gecorrespondeerd over artikel 19. Ook ik ben er wel benieuwd naar hoe die stichtingen gaan functi oneren binnen de nieuwe vereniging. De heer Visser wil doen voorkomen dat de huidige bewoners van gemeentewoningen totaal onkundig zijn van wat zich heeft voltrokken. Dat is natuurlijk niet zo. Indien ik goed ben geïnformeerd, hebben alle be woners een schrijven van brugemeester en wethouders ontvangen, waarin deze fusie is aangekondigd. Ik meen dat het op de weg van de bewoners ligt (men krijgt hen overigens nooit alle 2300 bij elkaar) om - mede aan de hand van de ontvangen brief - lid te wor den van de nieuwe vereniging. Door lid te worden heeft men natuurlijk volledig inspraak in het doen en laten van die vereniging. Wij wachten rustig af hoe een en ander zich zal gaan ontwikkelen. In het verleden hebben zich, met name in de samen werking tussen de participanten, nog wel eens wat communicatiestoringen (en nu druk ik het voorzichtig uit) voorgedaan. Dat is eigenlijk begonnen naar aan leiding van de positie voor het gemeentepersoneel. Ik ben dan ook zeer benieuwd hoe die positie in de nieuwe vereniging zal zijn. Ik ben er - gelet op het toenmalige schrijven van het ABP- niet zo erg gerust op dat de gemeenteambtenaren die nu bij de SSW zijn geplaatst (en straks naar ik aanneem bij de nieuwe vereniging zullen worden geplaatst), ambtenaar kun nen blijven. Er is destijds door het ABP gesteld dat zij, volgens een bepaald artikel in de Burgelijke Pensioen wet, ambtenaar zijn, zolang de gezagsverhouding tus sen de werkgever (i.c. de gemeente) en de betrokken ambtenaren blijft gehandhaafd. Maar er ontstaat nu natuurlijk een heel nieuwe situatie. Er is sprake van een vereniging die uiteraard eigen rechtspersoonlijk heid heeft, maar bovendien zelfstandig en los van de gemeente opereert en toch een aantal gemeenteamb tenaren in dienst heeft. Ik heb er echt mijn twijfels over of de destijds aan het ABP voorgelegde positie wel gelijk is aan de nu voorgestelde. Die positie was destijds trouwens ook al niet zo eenvoudig. Er is nu sprake van een heel andere constructie, want de ge meente participeert niet. Ik kan een en ander best ver keerd zien en ik hoop uiteraard dat ik ongelijk heb, maar ik ben er bang voor. Ik meen dat wij deze nieuwe vereniging constructief tegemoet moeten treden. Het onderhavige voorstel ge tuigt daar al van, omdat het college bereid blijkt (on der bepaalde voorwaarden) het gemeentelijk woning- bezit aan de nieuwe vereniging over te dragen. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ook ik spreek namens mijn fractie onze heugenis uit over het 211

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 262