taakgroepen in het AWOS een andere prioriteit had den gekregen dan in het collegevoorstel. Als voor beeld is aangehaald de prioriteit die de werkgroep volksgezondheid heeft toegekend aan het punt "on dersteunen uitbreiding tandheelkundige hulp op school". In het collegevoorstel heeft deze activiteit een veel hogere prioriteit gekregen. Wat dat betreft moet ik opmerken dat alleen de taak groepen prioriteiten hebben gesteld, maar dat het AWOS als totaliteit geen kans heeft gezien prioritei ten te stellen. Dat is misschien wel jammer voor ons allemaal, maar het zij zo. Ik denk dat het AWOS dat net zo moeilijk heeft gevonden als deze raad. De raad zal de prioriteiten echter moeten stellen. Het AWOS heeft dus eigenlijk een stukje huiswerk toevertrouwd aan de raad. Ik denk dat een van de redenen is dat een aantal door de taakgroepen gestelde prioriteiten op een andere plaats terechtgekomen is, dat de betrok ken prioriteiten niet waren gesteld door de totaliteit van het AWOS. Wanneer men alle door het AWOS ge stelde prioriteiten bij elkaar neemt, kan de uiteinde lijke schuiverij van prioriteiten tot een andere oplos sing leiden. De heer Storimans vraagt zich af waarover wij eigen lijk praten. Alles optellend (en dan rekent hij nog alleen de finan ciën en niet de mankracht mede) komt hij op f. 68 miljoen. Zelfs indien de prijs van de twee noodzake lijke gebouwen er wordt afgetrokken, blijft er f. 45 miljoen nodig. Wanneer de zaken op de huidige ma nier doorgaan, hebben wij elk jaar een financiële ruimte van f. 300.000,00, wat een investeringsmoge lijkheid van f. 3 miljoen betekent. Hij zegt: Laten wij dan ieder jaar f, 3 miljoen besteden en dan zijn wij klaar. Maar de raad heeft juist om het beleidsplan ge vraagd, om die f. 3 miljoen zo verantwoord mogelijk te besteden en om te voorkomen dat er "hap-snap" voorstellen worden gedaan. Daarvoor is deze demo cratische tussenstap (het opstellen van de prioriteiten lijst) nodig, evenals daarvoor de nog democratischer wijze waarop het stuk welzijn tot stand is gekomen, nodig was. De heer Onderdelinden heeft gezegd dat wij op de goede weg zijn. Ik wil er nogmaals op hameren dat het bijstellen waarover hij sprak, niet moet betekenen dat men in het voorjaar de hele zaak maar eens gaat omzetten. Indien men de prioriteiten enigszins wil wijzigen, of indien men enigszins wil schuiven, zal dat alleen kunnen gebeuren wanneer zich een bepaalde calamiteit voordoet of wanneer er een nieuwe zaak op ons afkomt. Want het is wel de bedoeling dat het be leidsplan het beleid voor een gr oot aantal jaren vast legt. De verder te volgen procedure wil ik straks als een apart punt aan de orde stellen, want misschien zijn er nog andere fracties die willen ingaan op het betoog van de heer Onderdelinden daaromtrent. De heer Visser heeft gesteld dat de burger er niets meer van begrijpt, omdat het college zelf in het voor stel nog een verlanglijstje heeft opgenomen. Een mens neemt altijd een erfenis mede. Men hoopt altijd maar dat het een prettige erfenis is. Vorig jaar hadden wij een A-lijst en een B-lijst van investeringen. Wij hebben toen voorgesteld de investeringsruimte die wij had den, te gebruiken voor projecten van de A-lijst. Van een aantal projecten op de A-lijst heeft de raad gezegd dat zij konden worden uitgevoerd. Van andere projec ten is gezegd dat daaraan geen fiat werd gegeven, dat daarmede moest worden gewacht, dat een en ander eerst moest worden uitgelegd, dat het project niet nodig was, of dat er eerst moest worden bekeken of het nodig was. Wij hebben nog een stukje van de in vesteringsruimte over. In het onderhavige voorstel hebben wij een lijst opgenomen van projecten die vo rig jaar al in de planning zaten en waarvan wij nog dit jaar een voorstel tot uitvoering willen doen. Deze pro jecten komen, indien dat niet lukt, tussen de projec ten waarover wij nu praten. De raad heeft natuurlijk alle recht om die voorstellen te verwerpen. Hij hoeft niets aan te nemen van hetgeen wij voorstellen. Ik hoop alleen dat wij nog iets mogen terugzeggen, wan neer de raad iets niet doet en iets anders wel. Het voorstel met betrekking tot de Koninginnelaan, waarover de heer Visser sprak, is nog niet uitgewerkt. De voorstellen met betrekking tot de in ons lijstje ge noemde zaken wel. Wij hopen ten aanzien van de door ons genoemde zaken op zeer korte termijn met concrete voorstellen te kunnen komen. Daarmee kun nen wij de investeringsruimte voor 1979 wegwerken. In november zullen wij de uiteindelijke prioriteiten lijst maken, zodat de raad bij de begrotingsbehande ling 1980 in december a.s. kan beginnen met de af wikkeling van het beleidsplan. Wij kunnen best vijftien jaar bezig zijn met het uitvoe ren van deze lijst van projecten, voorzieningen en acti viteiten. Maar wanneer wij doorgaan met het van dag tot dag bekijken welke voorziening leuk is en aan welke groep het prettig is toe te geven, werken wij te lang zonder dat daaraan een afgerond beleid ten grondslag ligt en dat kan niet in een gemeente met 40.000 zielen. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Een van de sprekers heeft gezegd dat wij niet op allerlei mo menten moeten komen met schuifwerk. In de pers heeft hij al kunnen lezen dat pas kort geleden het bestuur van de Sportstichting bijeen is geweest om een advies voor te bereiden dat bij de bespreking van vanavond een rol zou kunnen spelen. De Sportstich ting heeft dat advies aan het college medegedeeld - hetgeen ook in de krant heeft gestaan - en het advies is ook aan de raadsleden uitgereikt. Het college heeft daarbij gezegd dat, als de raad het advies van de Sportstichting wil overnemen, het college daartegen geen bezwaar heeft. Daarmee is het college mijns in ziens duidelijk geweest. Dat het advies van de Sportstichting pas is gekomen, komt omdat het bestuur van de Sportstichting wat later heeft vergaderd over het uit te brengen advies dan de andere commissies die advies hebben uitge bracht. De adviezen van de andere commissies konden dus nog worden verwerkt in het voorstel; het advies van de Sportstichting moest later aan de raad worden uitgereikt. De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! De heer Goote verwijt mij dat ik een potje zou dammen. Zijn opmerking (en ik geloof dat hij dat zelf tijdens het uitspreken al constateerde) is uiteraard volledig niet ter zake doende, want hij sprak over het ver schuiven van de stukken van links naar rechts en van rechts naar links. Mevrouw de voorzitter. U hebt zelf gezegd dat de raad met goede argumenten moet komen om bij een herziening te verschuiven. Ik veronderstel dat u al tijd aanneemt dat wij met goede argumenten komen en dat dit niet bij wijze van uitzondering is. De VOORZITTER! Natuurlijk! De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Het enige dat ik heb willen benadrukken is dat, wanneer iets in

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 272