zenden guldens. Wanneer men de raming heeft, zal men haar ieder jaar bij moeten stellen. De voorzitter stelt vervolgens aan de orde het voor stel van de heer Visser om het punt "verfraaiing Koninginnelaan" naar categorie I te verplaatsen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Indien er geen dissidenten in de zaal zijn, wil ik wel genoegen nemen met de aantekening dat onze fractie De VOORZITTER: geacht wil worden te hebben voorgestemd. De heer VISSER: U voelt het precies aan! Het voorstel van de heer Visser wordt zonder hoofde lijke stemming verworpen. Op hun verzoek wordt in de notulen aangetekend dat mevrouw Tomassen-Holsheimer en de heren Visser en Nuijten zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik heb de indruk dat wij in dit hoofdstuk iets zijn vergeten. Ook in de commissies is het punt van de energiebesparing kennelijk aan de aandacht ontsnapt. In het beleids plan komt deze zaak naar voren onder het hoofdstuk economische zaken. Er is een commissie energiebe sparing ingesteld en wij mogen aannemen dat de com missie met voorstellen tot maatregelen komt. Het is denkbaar dat die maatregelen geld gaan kosten. Het betrokken punt staat niet genoemd in het hoofdstuk economische zaken van het voorstel. Ik stel voor om in de categorie "noodzakelijk" iets op te nemen in de zin van "plannen, maatregelen die een uitvloeisel zijn van het energiebesparingsplan". Onze fractie vindt energiebesparing namelijk een zeer noodzake lijke zaak. De VOORZITTER: Ik kan mij voorstellen dat wij dit punt nu opnemen. Ik kan mij ook voorstellen dat wij dit punt bij de herziening in het voorjaar opne men. Dit is een zaak waarover wij het zoeven hadden. Voor deze zaak doorbreekt men op een goed moment de prioriteitenlijst. Maar ik heb er ook niet zo veel moeite mee dit punt reeds nu op te nemen. Wij heb ben in het hoofdstuk economische zaken onder an dere ook staan: "het samenstellen van een nota om trent de winkelvoorzieningen". In het beleidsplan staat de energiebesparing als doelstelling genoemd. De heer GOOTE: Neen, het staat onder "activiteiten en middelen". Ik weet niet hoe lang de commissie nog werk heeft. Maar indien de commissie met te lang werk heeft, kan men zich voorstellen dat de kosten van de te ne men maatregelen op de begroting voor 1980 moeten komen. Om te voorkomen dat wij dit punt tot een speciale noodzaak moeten gaan uitroepen, kunnen wij de energiebesparing opnemen in deze prioriteiten lijst. Dit is een punt dat is te voorzien. De VOORZITTER: De moeilijkheid is dat wij, als wij volgende maand de verticale planning maken, natuurlijk helemaal niet weten wat de kosten zullen zijn van de maatregelen ten behoeve van de ener giebesparing. Ik ben het helemaal niet oneens met de heer Goote, maar zo zullen wij ieder jaar iets tegenkomen dat men bij de aanpassing van het be leidsplan zal moeten inpassen. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Op blad zijde 1 van de onderhavige lijst staat als eerste punt van het hoofdstuk algemeen beheer: "samenstelling inspraaknota". Kunnen wij aan hoofdstuk VII niet toevoegen: "samenstelling energiebesparingsnota"? Wij hebben dan in ieder geval een eerste aanzet. De VOORZITTER: Ik heb er geen bezwaar tegen het punt "samenstelling energiebesparingsnota" toe te voegen aan hoofdstuk VII. Men is op het ogenblik be zig met het samenstellen van die energiebesparings nota. Ik meen dat wij voor wat de mankracht betreft geen moeite zullen krijgen met het vaststellen van de prioriteit, omdat men er al mee bezig is. Ik consta teer overigens dat de raad hiermee instemt. VIII ONDERWIJS. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! In de commissie voor onderwijs en jeugdzaken heb ik ervoor gepleit punt 3 van de cate gorie "zeer gewenst", "het verlenen van faciliteiten ter bevordering van de integratie kleuter- en lager on derwijs f. 50.000,00 per jaar", naar categorie I te brengen. In het verslag van de commissie is dat niet overgenomen. Wij stellen deze verplaatsing voor aan de raad, omdat met name de vernieuwing in het on derwijs is gericht op een meer individuele benadering van het kind, zodat er gelijke kansen worden gebo den en zodat er meer persoonlijke ontplooiingsmoge lijkheden worden geschapen. Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mevrouw de voor zitter! Ik neem aan dat mijn opmerking een tikfout betreft. In punt 6 van categorie I staat: "onderzoeken hoe en op welke wijze een pensioenregeling voor de vaste staf van Artishock tot stand kan worden ge bracht". Ik meen dat wij in de commissie hebben ge sproken over "óf en op welke wijze", en dat is wel wat anders dan "hoe en op welke wijze". De VOORZITTER: Neen, dat ben ik niet met me vrouw Blommers eens. Ik meen dat wij er allemaal van overtuigd zijn dat er geen discussie mogelijk is over de vraag óf er een pensioenregeling moet komen voor de vaste staf van Artishock. Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Maar er is wel dis cussie geweest over de vraag hoe uitgebreid de vaste staf moet worden gezien. Daarop had het woord "óf" betrekking. Dat sloeg op het feit dat niet algemeen wordt aangenomen dat iedereen bij Artishock tot de vaste staf behoort. De VOORZITTER: Dat is wat anders, maar de vaste staf van Artishock zal een pensioenregeling moeten hebben. Er is geen hond meer die geen pensioenre geling heeft. Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de voorzitterIn het beleidsplan staat als subdoelstelling genoemd (punt 1.10.8): "Het realiseren van een goe de onderlinge afstemming van de schooltijden en de schoolvakanties van de verschillende onderwijsinstel lingen". Ik stel voor dit punt over te nemen in de prioriteitenlijst en daarbij ook te betrekken het con tact over een en ander met het bijzonder onderwijs. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Het col lege kan akkoord gaan met het voorstel van mevrouw Van Gelder. Het college kan niet akkoord gaan met het voorstel van mevrouw Tomassen, omdat haar voorstel een zaak betreft die in een subdoelstelling is opgenomen. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSENMevrouw de voorzitter! Bij de behandeling van de beleidsnota heb ik gezegd dat hetgeen door mevrouw Tomassen wordt voorgesteld een middel is om iets te bereiken. Het college heeft toen gezegd dat wij als bestuur van het openbaar onderwijs naast een eigen verantwoor delijkheid voor het openbaar onderwijs ook een be vorderende taak hebben ten aanzien van het bijzon der onderwijs. Om die reden is dit punt als subdoel- 225

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 276