de verbetering van de bestaande accommodatie be
treft, omdat de plannen daarvoor nog niet ver genoeg
zijn. Wij hebben er even over gedacht de redactie van
punt 4 van categorie I, "alsmede de consequenties
voor een eventuele uitbreiding van de staf", ook te ge
bruiken voor het punt "verbeteren van de bestaande
accommodatie Stichting Jongerencentrum (Molen-
soos)". Maar wij geloven dat dit punt nu moet blijven
staan zoals het staat en dat het bij de bijstelling heel
kritisch in de gaten moet worden gehouden.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Wij heb
ben ons, zoals dat ook bij andere punten is gebeurd,
zo veel mogelijk (zo niet geheel) gehouden aan de ad
viezen die wij vanuit de commissies hebben gekregen.
Dit voorstel is de neerslag van het geheel. Wij realise
ren ons natuurlijk best dat er met name met betrek
king tot de Molensoos aspecten zijn die wellicht net
iets meer aandacht vragen dan andere in categorie II
genoemde zaken. Toch hebben wij gemeend op dit
moment niet anders te kunnen doen dan het punt
"uitbreiding staf Molensoos" in categorie II te zetten.
Het bestuur van de Molensoos, waarmee wij kort ge
leden nog een gesprek hebben gehad, heeft mij per
soonlijk medegedeeld dat het voorlopig even uit de
problemen denkt te zijn, doordat het beslag heeft we
ten te leggen - ik meen via de TAP-regeling - op een
medewerker. Ik ben van mening dat wij deze zaak in
derdaad bijzonder goed in de gaten moeten houden
en dat wij natuurlijk - zoals door enkele leden is ge
steld - moeten kijken in hoeverre daarin bij een bij
stelling verandering moet worden aangebracht. Wij
zijn ons terdege bewust van de moeilijk situatie op de
Molensoos.
Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de
voorzitter! Ik heb andere informatie gekregen over de
extra kracht via de TAP-regeling. Ik handhaaf dan
ook mijn voorstel.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Het
is uitdrukkelijk niet zo dat, indien de meerderheid
van mijn fractie tegen dit voorstel stemt, zij het pro
bleem niet onderkent. Wij vinden het nu echter pre
matuur om voor dit voorstel te stemmen.
De heer GERTH: Mevrouw de voorzitter! Wij onder
steunen het voorstel van mevrouw Tomassen,
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitterOok wij ondersteunen het voorstel van
mevrouw Tomassen, want het inzetten van een TAP-
kracht is nog geen blijvende maatregel. Een TAP-
kracht kan slechts worden ingezet voor korte perio
des. De noodzaak van uitbreiding van de staf blijft
dus bestaan.
Het voorstel van mevrouw Tomassen wordt hierna in
stemming gebracht en verworpen met 13 tegen 10
stemmen.
Tegen stemmen de leden: mevrouw Greefhorst-van
Overdam, mevrouw Korthuis-Elion, Storimans,
Plomp, Van Poppelen, Oldenboom, Verheus, Hoek
stra, Menne, Blaauw, Beijen, Onderdelinden en me
vrouw Blommers-Biezeno.
Voor stemmen de leden: Van den Brakel, Visser, me
vrouw Tomassen-Holsheimer, Gerth, Jonker, Goote,
mevrouw Van Gelder-Cornelissen, Bolhuis, mevrouw
Allard-Knol en Nuijten.
XI VOLKSGEZONDHEID.
De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! In het
hoofdstuk volksgezondheid vinden wij bij punt 3 van
de categorie "gewenst":
de mogelijkheden van tussenvoorzieningen ter
voorkoming van (te snelle) opname in een zieken
huis of verpleeghuis onderzoeken".
Ik heb dit punt in mijn algemene beschouwing als
voorbeeld genoemd van een zaak die zeer hoog op de
lijst (bijna bovenaan) van de betrokken AWOS-taak-
groep staat en in het concept-voorstel erg laag is ge
honoreerd. De argumentatie van de taakgroep in het
groene boek (Welzijn in wording) is:
"Het is wenselijk dat bejaarden zolang mogelijk in
hun eigen woonsituatie worden gehandhaafd; voor
het geval dat thuishulpverlening niet mogelijk is, is
het wenselijk een voorziening te creëren waardoor
opname in een ziekenhuis of verpleeghuis niet no
dig is. Gedacht kan worden aan meer mogelijkhe
den van de ziekenafdelingen van de bejaardencen
tra, (meer) buren- of vrijwilligershulp, enz.".
Het is dus een zaak die zeer wel alleen een organisato
rische kant kan hebben. Het is zeker in eerste instan
tie zuiver een zaak van het besteden van aandacht en
tijd en geen zaak die financieel beslag legt. Dat kan
het eventueel wel worden, maar op dit moment is er
alleen om onderzoek gevraagd. Ik meen dat dit een
zeer belangrijke zaak is en dat wij ten opzichte van
het AWOS toch ook verplicht zijn wat meer aandacht
te besteden aan dit door het AWOS zo hoog genoteer
de punt. Ik stel voor dit punt over te brengen van ca
tegorie III naar categorie I.
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw
de voorzitter! Ik stel voor onder het hoofdstuk volks
gezondheid nog een paar punten over te nemen uit
het welzijnsplan. De reden daarvan is dat deze punten
zijn weggevallen bij de overname van de aanbevelin
gen uit het welzijnsplan. Het betreft punten waarvan
de raad in een eerder stadium de wens heeft geuit dat
zij moeten worden uitgevoerd.
Allereerst betreft een en ander aanbeveling 28 uit het
welzijnsplan:
"aandringen op adviserende bevoegdheden van
adequate regionale apparaten met betrekking tot
de intramurale zorg".
Deze aanbeveling is min of meer uitgesproken bij de
oprichting van de districtsgezondheidsdienst.
De VOORZITTER: Staat dat in het welzijnplan als
een aanbeveling?
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Ja, als
aanbeveling 28.
De VOORZITTER: Hebt u dit gebracht in de com
missie voor maatschappelijke dienstverlening en volks
gezondheid?
Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Iemand
anders heeft het voor mij in de commissie gebracht,
nadat ik had ontdekt dat deze aanbevelingen niet in
het voorstel stonden. Ikwas alle aanbevelingen in het
hoofdstuk volksgezondheid van het welzijnsplan
langsgegaan en had bekeken of zij in de onderhavige
lijst stonden vermeld.
De VOORZITTER: Het is natuurlijk niet de bedoe
ling dat er vandaag nog van alles wordt toegevoegd
aan deze lijst. Waar blijven wij dan?
Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mevrouw de voor
zitter! Na telefonisch overleg met mevrouw van Gel
der heb ik in de commissievergadering, waar zij zelf
niet aanwezig kon zijn, aan de wethouder gevraagd
hoe wij een en ander moesten aanpakken. De daaraan
voorafgaande vergadering van de commissie voor
maatschappelijke dienstverlening en volksgezondheid