van fascistische bijeenkomsten en dergelijke te verkla ren, dat naar redelijke verwachting het ontstaan van wanordelijkheden niet kan worden voorkomen. Soest zelf kan op deze wijze - naar het mij voorkomt - zeker voorlopig van dit soort toestanden worden gevrij waard. Om de raad als zodanig zich duidelijk te laten uitspre ken over het gebeurde heb ik de eer namens mijn frac tie een motie in te dienen, waarin ook de strekking van het door mijn fractie geinitieerde en door alle overige fracties tot het hunne gemaakte perscommu niqué doorklinkt. De motie luidt als volgt: "De Raad van de gemeente SOEST, op 15 novem ber 1979 in vergadering bijeen: met afschuw kennisgenomen hebbende van het geen zich in Soest op 20 oktober 1979 tijdens een openbare bijeenkomst van het Nationaal Jeugd- front heeft afgespeeld; gelet op de sterke behoefte welke in de gemeente Soest gevoeld wordt aan een duidelijke afwijzing van elke vorm van discriminatie van minderheids groeperingen; spreekt zijn vertrouwen uit in het beleid van de burgemeester met betrekking tot het hanteren van bevoegdheden ten aanzien van openbare demon straties e.d.; wijst niet alleen elke vorm van discriminatie af, maar rekent het zich tot zijn plicht de optimale in tegratie van zowel nederlandse als buitenlandse minderheidsgroeperingen in de Soester samenle ving te bevorderen. En gaat over tot de orde van de dag. Gedaan te Soest, 15 november 1979". Overigens gaat onze fractie geheel akkoord met het voorstel adressanten te berichten in de zin van de door het college aangeboden notitie ter zake. De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! De ge beurtenissen van zaterdag 20 oktober hebben een golf van verontwaardiging door het land doen gaan. Velen hebben van hun afschuw inmiddels blijk gegeven. De verklaring van de gezamenlijke raadsfracties en bestu ren van 26 oktober heeft in duidelijke bewoordingen het voorgevallene afgewezen. Wij hechten eraan hier namens D'66 nogmaals van onze verontwaardiging over het misselijke en discriminerende optreden ten opzichte van een aantal minderheidsgroeperingen in de Nederlandse samenleving blijk te geven. Wij betreuren het dat vooraf geen overleg met de frac tievoorzitters is gepleegd nadat de voorgenomen de monstratie gemeld was. Wij wijzen erop dat dit zéér recent in de gemeente Den Haag wél gebeurd is. Met de les van het Soester gebeuren vers in het geheugen is door mijn Haagse D'66-collega afwijzend geadviseerd, mede gezien de te verwachten verstoringen van de openbare orde. Natuurlijk weten wij nu meer dan de genen die in Soest medio oktober voor deze beslissing stonden. Wij zijn bereid om aan te nemen, dat op ba sis van artikel 19 van de Algemene Verordening Soest op grond van de ter beschikking staande gegevens te voren niet opgetreden kon worden. Wij betreuren het echter ten zeerste, dat uit het overleg met de officier van justitie geen duidelijke instructies aan de Soester politie zijn voortgekomen om van dichtbij te consta teren of er sprake zou zijn van strafbare feiten op grond van de artikelen 137c en 137d van het Wetboek van Strafrecht, luidende als volgt: "c. Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uit laat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of hun levensovertuiging, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste tienduizend gulden", "d. Hij die in het openbaar, mondeling of bij ge schrift of afbeelding, aanzet tot haat tegen of dis criminatie van mensen of gewelddadig optreden te gen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of hun levensovertuiging, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste tienduizend gulden". Helaas ging daardoor de kans verloren om proces-ver baal op te maken op grond van deze artikelen en de zaak op staande voet te ontbinden. Het is ons duidelijk, dat deze politietaak een zaak van de rechterlijke macht is. Wij betreuren het, dat de Soester politie door de gang van zaken op 20 oktober op ongelukkige wijze in de publiciteit gekomen is. Een landelijk ochtendblad sug gereerde zelfs, dat men niet ingreep, omdat men het elders in de gemeente te druk had met woonwagen bewoners te hinderen. In werkelijkheid werd een de monstratie van woonwagenbewoners op soepele wijze door het verkeer geloodst. Wij geloven dat het goed is, dat op 27 oktober in een spontaan georganiseerde tegendemonstratie velen van hun verontwaardiging blijk hebben gegeven. Wij zouden de fractievoorzitter van Progressief Soest willen verzoeken een nadere uitleg van zijn verhaal met betrekking tot het "pulletje" te geven. Mevrouw de voorzitter. Aan uw afkeer van het fas cisme hebben wij geen enkele twijfel; wij hadden u graag gegund, dat deze ellende op het eind van uw loopbaan u bespaard was gebleven. Ten aanzien van de notitie van het college voor de raadsvergadering van vanavond moet ons nog wel van het hart, dat deze wat koel en formeel overkomt. Als reactie op de brieven waar hij voor bedoeld is, mag er van ons wel wat meer gevoel in gelegd worden. De raadsvergadering van vanavond kan hiertoe goede aan knopingspunten bieden. Wij hebben geen behoefte aan wijziging van de Alge mene Verordening Soest. En wij hopen, dat u en uw opvolger er in goed overleg met de officier van justi tie en de politie in zullen slagen te voorkomen, dat Soest het Lunteren van de jaren tachtig wordt. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik wil aller eerst ook namens mijn fractie nogmaals duidelijk tot uitdrukking brengen de afschuw die ook bij ons leeft over datgene wat tijdens de demonstratie van het Na tionaal Jeugdfront op 20 oktober naar voren is ge bracht. Daaruit ademt een geest van haat, racisme, an tidemocratische gezindheid en verheerlijking van dat gene wat de verschrikkingen van de tweede wereld oorlog veroorzaakt heeft. Na dit gebeuren is ook een verklaring van alle fracties in deze raad in dezelfde zin uitgegeven en ik wil die graag nog onderstrepen. Het is mij gebleken, dat de demonstratie en ook de gebeurtenissen daarna sterk leven onder de bevolking. Dat is mij gebleken uit brieven, reacties en telefoon tjes. Vele van deze reacties hebben de strekking van Kan dat nu zo maar?! En: De politie had toch moeten optreden?! Duidelijk bestaat er naar mijn gevoel op dit punt een stuk niet-begrijpen bij de bevolking. En ook om deze reden dient er naar onze mening hier over duidelijkheid naar voren te komen in deze raad, die daarvoor de plaats is. 235

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 286