Volgens mij staat niets een veroordeling van deze mis daad in de weg, omdat de rijksrecherche de hand heeft kunnen leggen op de geschreven letterlijke tekst van de geschiedenisstudent Duisterhof, voorzitter van het NJF, die hij uitsprak op de Stompert op zaterdag middag 20 oktober. Als u met een aanmelding niets doet, kunnen we de meldingsplicht wel afschaffen. Wij vinden dat de burgemeester van Soest in gebreke is gebleven, omdat op geen enkele manier deze blauw- hemden beperkmgen zijn opgelegd krachtens artikel 168 van de gemeentewet. Een trieste zaak, omdat u in uw ijskoude, kille en ambtelijke (dit bedoel ik in de slechte betekenis van het woord) notitie dit artikel aanhaalt, doch slechts half citeert. Slechts in het belang van de openbare orde, schrijft u, en "bepaaldelijk ter beveiliging van het openbaar ver keer", voegt u er nog aan toe. Maar wat staat er letter lijk in de gemeentewet, mevrouw de voorzitter? Daar in staat: het belang van de openbare orde, zedelijk heid en gezondheid. Nu is het natuurlijk makkelijker de openbare orde te handhaven dan de zedelijkheid. Volgens de juridische medewerker van de Volks krant op 25 oktober heeft de politie ook de taak strafbare feiten op te sporen, te meer daar u sterk het vermoeden had, dat er racistische en discriminerende uitingen zouden worden gedaan. Waarom, mevrouw de voorzitter, heeft u anders die vrijdag vooraf con tact opgenomen met de officier van justitie en reed er een overvalwagen met extra agenten op de Van Weer den Poelmanweg die zaterdagmiddag? Dat zou u toch niet gedaan hebben als het UW demonstreert of de jeugdclub van de Emmakerk die hier vanavond in de zaal aanwezig is. Er kwamen geen bezwaren binnen uit Utrecht, schijft u, maar waar is nu opeens die zaligmakende gemeen telijke autonomie gebleven waar we hier altijd mee schermen, terwijl we zelf een hulpofficier van justitie in huis hebben? De VOORZITTER: Waar zit die hier? De heer VISSER: In het gemeentelijke kader is de commissaris van politie tevens hulpofficier van justi tie. De VOORZITTER: O, daarover heeft u het. Ik dacht dat u bedoelde: in deze zaal. De heer VISSER: Neen, niet in dit huis. Ziet u hoe moeilijk het is om iets goed te verstaan? De VOORZITTER: Ja, dat is uitermate moeilijk. Maar gaat u verder. De heer VISSER: Ja, ik praat wel eens literair, maar dat is inderdaad een stuk moeilijker. De P.v.d.A.-mediadeskundige J. Voogd stelde op 3 november terecht, dat de politie in Soest had moeten ingrijpen. Misschien niet op eigen initiatief, gehinderd als de heer Adema werd door een vliegtuigje, maar op gezag van de burgemeester. Uw passage in de notitie over de politiestaat slaat nergens op. Dan weet u niet waarover u het heeft. Dat is erg genoeg. Ik vind het een drogreden. Een meldingsplicht staat niets in de weg om alle mo gelijke voorzorgsmaatregelen te nemen, geluidsappara tuur op te stellen, opsporingsambtenaren te laten op draven om bij de eerste de beste fascistenkreet in te grijpen en het jeugdfront met vlag en wimpel, laarzen en runetekens naar huis te sturen. Dan was Nederland die week niet over Soest gestruikeld, zoals nu gebeurd Mijn verhaal wordt eentonig, maar een meldings plicht, die wij niet willen afschaffen en veranderen, kent voorschriften die door de burgemeester worden gegeven als de rechten en vrijheden van derden worden aangetast (artikel 19, lid 2). En dat gebeurde op korte afstand van de fusilladeplaats, zoals onze plaatsge noot Gerrit Gerritse, kamerlid van het C.D.A., op 27 oktober tijdens de tegendemonstratie stelde, een fu silladeplaats waar mensen voor onze vrijheden en rechten zijn omgekomen door fascistenhanden in de tweede wereldoorlog. Dit mag in Nederland en in Soest nooit meer gebeuren en daarom onderschrijft Progressief Soest nog steeds de verklaring die de geza menlijke besturen en fracties van deze gemeenteraad op 26 oktober hebben opgesteld - met onder meer deze zinsnede: "Alsof uit de geschiedenis geen lering getrokken is, zijn wij opnieuw geconfronteerd met een uiterst verwerpelijke manifestatie". Dat u aan deze verklaring van de V.V.D., het C.D.A., de P.v.d.A., D'66 en Progressief Soest in uw notitie geen enkel woord wijdt, vinden wij een regelrechte klap in het gezicht van deze gemeenteraad. Wij maken daarom ook bezwaar tegen uw voorstel de zes briefschrijvers in de zin van uw notitie te antwoor den en leggen de raad thans de volgende motie voor: "De Raad van de Gemeente Soest in vergadering bijeen, gezien de notitie van B W d.d. 8-11-1979, nr. 6136, terzake van de demonstratie van het N.J.F. overwegende, dat de fracties en besturen van de in de Gemeenteraad van Soest vertegen woordigende partijen in een gezamenlijke verkla ring d.d. 26-10-1979: - hun afschuw hebben uitgesproken ten aanzien van de openbare bijeenkomst van het Nationaal Jeugdfront op 20-10-1979 - spreken over een uiterst verwerpelijke manifesta tie - en sterke behoefte gevoelen aan een duidelijke af wijzing van het voorgevallene en vooral aan maat regelen die - indien mogelijk - herhaling kunnen voorkomen; dat alle fracties in de Tweede Kamer der Staten Generaal in een verklaring d.d. 23-10-1979 hun af schuw hebben uitgesproken over de inhoud van een aantal pamfletten, verspreid uit naam van 2 or ganisaties, zich noemende Nederlandse Volksunie en Nationaal Jeugdfront; dat bedoelde pamfletten in handen zijn gesteld van de Minister van Justitie zulks ter beoordeling of strafrechterlijke vervolging geboden is; dat het gebeurde een golf van emoties en afschuw heeft losgemaaakt, hetgeen onder andere blijkt uit de aan de Raad gerichte brieven, waarin o.a. het verzoek om herhaling m de toekomst tegen te gaan; eveneens overwegende, dat de achterliggende uit gangspunten bij de tekst van artikel 19 van de Al gemene Verordening Soest op zich een groot goed vormen een derhalve onverlet gelaten moeten wor den; dat het eerder vermelde het noodzakelijk maakt bij als voren bedoelde demonstraties, manifestaties e.d. waarbij sprake is van aantasting van fundamen tele mensenrechten en van discriminatie van ras, geloof, e.d. in de toekomst tijdig en effectief op te treden tegen overtredingen van de wet 237

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 288