in de beleidsvisie op de eerste plaats. Verder staat er in, dat de burgemeester open oog en oor moet hebben voor hetgeen in de plaatselijke gemeenschap gebeurt. En ook staat erin, dat de burgemeester goede contac ten moet onderhouden met alle groeperingen. Ik heb begrepen, dat wat dat betreft D'66 het monopolie heeft, dat de rest dat niet kan, omdat de rest dat al leen maar doet omdat het zo hoort. Dit staat ook in een dissertatie die net in Nijmegen verdedigd is. Ik zou zeggen: Bijzonder aardig. De heer Visser heeft terecht gesproken over de sig naalfunctie. Als hij het woord 'participatie' daarbij gebruikt, dan zeg ik dat ik dat op z'n tijd ook ge bruik, maar dat ik de indruk heb, dat wij er misschien wel eens wat anders onder verstaan. Het is vakman schap, maar het is natuurlijk ook meesterschap. Ik zou haast zeggen: Goede burgemeesters worden ge boren en niet gemaakt. Het burgemeesterschap is natuurlijk wel iets meer dan het vak dat je leert. Wat dat betreft ben ik het helemaal met de heer Visser eens. De ruime ervaring waarover mevrouw Greefhorst heeft gesproken, houdt natuurlijk ook wel eens ver band met de leeftijd. Ik begrijp dat u de leeftijd niet zo strak heeft bedoeld, maar de leeftijd is natuur- altijd even een punt. Bij binnenlandse zaken zit op het ogenblik een directeur-generaal van 32. De the saurier-generaal op financiën is inmiddels 33 ge worden. Daar kom je toch wel weer voortreffelijke figuren tegen. Eigenlijk zou een burgemeester van 32 jaar best eens goed zijn. Zo'n burgemeester heb ben is echt verfrissend. D'66 heeft nog verwezen naar de Europese verkie zingen. Daar zal ik nu verder niet over spreken. Er is door de heer Onderdelinden nog gesproken over het karakter. Wat je nu interesseert is eigen lijk: Wat voor iemand moet je nu in een raad als deze hebben? Eet de raad uit de hand of is hij on handelbaar? Hoe komt een gemeente, een gemeen teraad met inachtneming van alles wat inspraak be treft tot. besluit vorming, bij voorbeeld wat de vast stelling van een bestemmingsplan betreft? Te dien aanzien speelt een burgemeester natuurlijk een grote rol. Hij moet er stevig bij aanwezig zijn en ook weer niet te stevig bij aanwezig zijn. Nu heb ik het dus over iets waar je bij tijden het sterkst naar zoekt. Ik zal de beleidsnota die Progressief Soest mij heeft gegeven, nog eens goed bekijken. Er is door de heer Visser onder meer gezegd, dat de nieuwe burgemeester geen politiek gevoelige porte feuilles moet ambiëren. Dat zeiden ze in de staten ook. Er zijn wel eens stromingen die zeggen, dat wet houders politiek aanspreekbaar zijn en dat de burge meester dat niet is. Welnu, als de burgemeester een paar keer een motie tegen zich gekregen heeft, kan hij ook beter solliciteren. Dat valt dus nog wel mee. Ze zeggen ook wel eens, dat de burgemeester eigen lijk geen portefeuille moet hebben. Zo ver gaat u niet. In de staten hadden ze laatst iets dat zeer poli tiek gevoelig was en sinds die tijd ben ik voorzitter van de emancipatiecommissie. Zo kan het ook wel eens. Dan zeggen ze: Stuur het maar naar hem toe. Wie weet waar een burgemeester of een vrouw als burgemeester nog niet eens goed voor is. Ik vind politiek een heel belangrijk punt. Ik vind religieuze gezindheid ook een belangrijk punt. Ik vind politiek niet het alles beheersende, maar er zijn factoren die dat sterk beïnvloeden. Mijn ervaring is wel, dat als een burgemeester wordt benoemd die niet de politieke richting heeft die iemand had gehoopt, daarmede de waardeloosheid van de profielschets weer gebleken is. Dat is zo het geregelde commen taar dat ik krijg. Twee jaar later zegt men het meestal iets anders. Het gaat natuurlijk in heel sterke mate om de persoon. Het politieke aspect is belangrijk, maar lang niet zo belangrijk als men in de hitte van de dinging naar de functie vaak stelt. In de praktijk trachten de burgemeesters voldoende zich zo gelijk mogelijk tegenover elke partij ('boven de partijen' vind ik altijd een gevaarlijk woord) op te stellen. Zou dat niet zo zijn, dan was er allang over het burge meesterskorps veel grotere herrie geweest en was de gekozen burgemeester allang ingevoerd. Ik ben diep onder de indruk van de berekeningswijze van de heer Onderdelinden, die onder het mom van confessioneel en niet-confessioneel de PPR en Wiegel hand in hand laat lopen. Ik vind dat knap. Ik had het nog nooit eerder zo treffend gezien. Maar ik begreep dat het bij twee keer tien raadsleden niet voor hon derd procent werd gewaardeerd. Wat dat betreft geef ik de heer Goote voor zijn tellen toch wel een tien. Dat is natuurlijk ook tien en dat kun je redelijk bij elkaar tellen, zij het dat het niet één fractie is. Je zou kunnen vragen waarom ze dan niet als één fractie zijn uitgekomen. Maar goed, laten wij niet flauw doen. De CDA-fractie is de grootste fractie. En om nu meteen terug te geven zeg ik: Kunst, als je met z'n drieën bij elkaar kruipt. Maar goed, dat is een tweede. Nu hebben ze allebei wat. Het gaat in dezen natuurlijk altijd ook over het heer lijke groeperen van cijfers. Daar ben ik eerlijk gezegd ook dol op. Wij hebben in Utrecht 42 burgemeesters. In de grootste vijf gemeenten zijn het geen CDA'ers. Dan blijven er 37 over en van hen zijn 30 CDA'er. Daar zit dan natuurlijk toch wel een punt in dat mij als commissaris, die overigens het CDA van harte lief heeft, nog meer dan andere partijen, niet kan ont gaan. In Utrecht had ik de eerste originele D'66'er als burgemeester, de primeur. Alleen, hij gaat naar een andere, grotere gemeente toe. Dat kan ik ook niet hel pen. En dan betekent het natuurlijk niet, dat er direct een andere burgemeester opstapt en zegt: Maar nu moet er plaats komen voor een D'66'er, Men vraagt natuurlijk altijd om gemeentelijke erva ring. Die is natuurlijk het meest bij zittende burge meesters aanwezig. Opkomende partijen beschikken in de regel niet over zittende burgemeesters. Daar heb je de kringloop waar je dan een keer uit moet komen. Later opgekomen partijen dringen toch betrekkelijk langzaam door in deze functies, juist omdat zij na tuurlijk in de regel geen mensen hebben die ter zake ervaring hebben. U kunt dan wel statenleden (ik heb diep respect voor statenleden: dat moet ik wel) en raadsleden noemen, maar dan hebben wij het natuur lijk in wezen niet over bestuurlijke ervaring. Als het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 314