werkelijk te dringen. Op welke wijze worden de plaat
selijke middenstand en de consument bij deze notitie
betrokken en wordt ook de Kamer van Koophandel
hierbij ingeschakeld?
Voordat wij verder met het college van gedachten wis
selen over de ruimtelijke ordening, zien wij graag eerst
de concrete voorstellen tegemoet. Ik merk hierbij op
dat in de loop der jaren miljoenen guldens zijn geïn
vesteerd in opstallen en gronden voor de uitvoering
van in voorbereiding genomen bestemmingsplannen.
In afwachting van de realisering van de plannen heb
ben deze aankopen een enorme financiële last gelegd
op het grondbedrijf. Het verheugt onze fractie dat het
college plannen initieert die gaan leiden tot het afsto
ten van als gevolg van het niet doorgaan van een aan
tal voorlopige bestemmingen niet meer van belang
zijnde complexen. Wij zullen die plannen gaarne met
het college uitwerken in het besef, dat de verminde
ring van de zeer zwaar drukkende rentelasten ons in
staat zal stellen onze krappe financiële jas wat te ver
ruimen.
De begroting 1980 is sluitend, zij het met veel pijn
en moeite. Een oorspronkelijk tekort van
f.1.029.000,- is grotendeels onfctaan door autonome stij
gingen van uitgaven, waartegenover staat dat de bud
gettaire ruimte weer kleiner is geworden door de ver
laging van het volume-accrès van 3,5 naar 2,35% in de
uitkering van het gemeentefonds. Het genoemde te
kort dat hoofdzakelijk is ontstaan door de lastenstij
ging in personeels-, politie- en reinigingskosten, is te
recht voor het college geen aanleiding geweest om
niet tóch een bedrag van f. 300.000,— op jaarbasis op
te nemen als lasten voor nieuwe investeringen, waarbij
ervan uit werd gegaan dat stilstand achteruitgang zou
betekenen. Terecht dus! Wanneer wij bedenken dat
ook hier ten opzichte van 1979 sprake is van een be
snoeiing van f. 150.000,- op jaarbasis, dan realiseren
wij ons dat gedurende het komende jaar voor slechts
f. 3 miljoen nieuwe investeringen zullen kunnen
plaatsvinden. Voorwaar een somber beeld, gelet op de
vele noodzakelijke voorzieningen welke in onze kers
verse prioriteitenlijst zijn opgenomen en ten aanzien
waarvan door de raad derhalve stringente keuzen ge
maakt zullen moeten worden.
Bij dit sombere beeld past overigens een wat vrolijker
noot, nl. de constatering dat in de afgelopen jaren een
behoorlijke reserve is opgebouwd, die voor een aantal
urgente projecten gebruikt zal kunnen worden. Dit
gebruik zal evenwel - en dit moeten wij ons terdege rea
liseren - flinke gevolgen hebben voor de algemene mid
delen. Een ruwe schatting onzerzijds komt op
f. 850.000,- op jaarbasis. Bovendien ontbreekt ons
nog een juist inzicht in de omvang van deze reserves,
omdat de rekening 1977 nog niet uit is. Kunt u ons
mededelen wanneer hierover meer bekend is?
Wanneer denkt het college een eerste aanzet voor de
opstelling van de steeds noodzakelijker wordende
meerjarenbegroting voor te leggen? Het lijkt gewenst
om die zich over vijfjaar te laten uitstrekken. De raad
zal dan hopelijk beter bepaalde consequenties kunnen
overzien. Ónze fractie zag daarbij gaarne het systeem
van de voortschrijdende meerjarenbegroting toege
past. De jaarlijkse brief van de minister van binnen
landse zaken met betrekking tot de te verwachten
uitkering uit het gemeentefonds kan dan bij deze op
zet worden betrokken, omdat deze voor meerjarenop-
zetten gegevens bevat.
Wij gaan ermee akkoord dat de reinigingsrechten
flink stijgen, zij het - omwille van een zo gelijkmatig
mogelijke spreiding over een aantal jaren - minder dan
eigenlijk nodig is. Bij de hoofdstuksgewijze behande
ling zal onze fractie hierop waarschijnlijk nog terugko
men.
Met betrekking tot de onroerend-goedbelasting rijst de
vraag, op welk gemiddeld bedrag per woning wij nu uit
komen. Mogelijk kunt u deze vraag reeds nu beant
woorden, omdat ons dat de mogelijkheid biedt een
vergelijking te treffen met het bedrag van f. 205,- dat
door het ministerie van binnenlandse zaken als rede
lijk peil der eigen heffingen wordt gezien.
Öfschoon ik - zoals ik in het begin van mijn beschou
wing al zei - onnodige herhaling van standpunten wil
vermijden, wil ik toch een extra accent leggen op de
kwestie van het ziekenhuis. Onze fractie ziet het dui
delijk als een plicht van onze gemeente dat nu, samen
met de gemeente Baarn, tegenover „Den Haag" dui
delijk stelling wordt genomen ten aanzien van de
noodzaak van het beschikbaar blijven van een zieken
huis in de onmiddellijke omgeving. Niet alleen kunnen
diverse afdelingen van een dergelijk ziekenhuis, zoals
de röntgenafdeling, het laboratorium e.d., een wezen
lijk deel uitmaken van de eerstelijnsvoorzieningen,
maar ook de kwaliteit van de dienstverlening aan de
patiënt is belangrijk. Immers, met de toenemende
verschuiving van intramurale zorg naar poliklinische
behandeling maakt het wel degelijk uit of de patiënt
die behandeling in de eigen gemeente kan ondergaan,
dan wel naar Amersfoort of Hilversum moet gaan met
alle vervoersproblemen van dien.
Mevrouw de voorzitter! Ook mijn fractie wil niet na
laten te getuigen van waardering voor het vele werk
dat door de ambtenaren in dit jaar is verricht. Elke
werkende mens heeft nu en dan behoefte aan een
blijk van appreciatie, vooral wanneer hij of zij - zoals
uw ambtelijke medewerkers en medewerksters in de
gemeentesecretarie en het politiebureau - alwéér een
jaar heeft moeten werken in een veel te krappe be
huizing, waaraan steeds weer gedokterd moet worden.
Het moeten werken daarin is overigens ook voor het
college een ongemakkelijke omstandigheid, waaraan -
en de raad is het daarover eens - werkelijk zo snel mo
gelijk een einde dient te worden gemaakt.
De leden van de VVD-fractie willen binnen het kader
van hun opdracht ook het komende jaar weer alles
doen wat kan leiden tot meer geluk en meer welzijn
van de gehele Soester bevolking. Wij streven er daar
bij naar, in de eerste plaats nog bestaande knelpunten
op te heffen. Wij doen dat uiteraard vanuit onze libe
rale optiek. Liberalisme impliceert nog immer vooral
aandacht voor de afzonderlijke mens, het gezin, de
kleine organisatie. Wij stellen de geestelijke vrijheid
van de mens centraal, proberen te voorkomen dat de
mens zich eenheidsmens gaat voelen in een grauwe
samenleving, waarin rechten en vrijheden alléén door
de overheid worden verzekerd en de burger alles maar
over zich heen moet laten komen in een toestand van
apathie,die de werkelijke geestelijke vrijheid in de weg
staat. Medeverantwoordelijkheid en respect voor de
medemens zijn onontbeerlijk in een gezonde, krachti
ge samenleving. Vanuit die gedachte zal onze fractie
ook het komende jaar haar steentje bijdragen tot een
goed functioneren van onze raad, in goed overleg en
in goede harmonie met alle overige fracties.
260