het werkplan ruimtelijke ordening. Het is uitermate
belangrijk om te weten welke visie de raad heeft op
het wellicht alsnog voor bepaalde doeleinden gebrui
ken van deze gronden en ik durf niet te zeggen of dit
binnen een halfjaar al helemaal rond kan zijn, want
het gaat om nogal wat complexen die nader zullen
moeten worden bekeken.
Mevrouw Greefhorst heeft bovendien in eerste termijn
nog de vraag gesteld of de raad de voorgelegde begro
ting van het grondbedrijf wel zou kunnen goedkeuren.
Als de raad deze begroting niet goedkeurt, betekent
dit dat de rentelasten voor 1980 al op de algemene
dienst zullen komen te drukken en zou de ruimte die
nog verdeeld kan worden (bij punt 8 van de begro
tingsagenda hebben wij daarvoor een voorstel gedaan)
nog kleiner worden. Het lijkt mij dan ook niet zo'n
goed idee om de begroting van het grondbedrijf niet
goed te keuren. Daarbij moeten wij hopen dat er vol
gendjaar bij de begrotingsbehandeling een nader in
zicht zal zijn gekomen, maar ik kan dat niet garande
ren, gezien de noodzaak om alle complexen binnen
het centrum, de Centrumweg, de Engweg, Kercken-
landt, enz. te bezien in planologische zin. Dat zal nog
al wat tijd in beslag gaan nemen en voor die tijd heeft
het weinig zin om hierop nader in te gaan. De Wilhel-
minalaan is er nu wel uitgehaald en getaxeerd; het
rapport zal binnenkort komen en kan dan in behande
ling komen bij het college en bij de commissie finan
ciën, overigens eerst toch in een besloten vergadering,
gezien de aard van de zaak waar het om gaat.
De heer Visser heeft nog gezegd dat wij nu met een
soort hap-snap-beleid bezig zijn, terwijl hij kennelijk
meer houdt van een rigoureus kapwerk. Ja, dan zal
de heer Visser to.ch eens nader moeten aangeven, waar
dan rigoureus, gekapt zou kunnen worden en zal er
een duidelijke afweging moeten komen. Ik ben op
zichzelf wel voor kappen, maar wij moeten wel be
denken dat wij dan op zichzelf goed werk moeten kap
pen ten behoeve van nieuwe zaken. Men zal het er
toch over eens zijn dat wij heel weinig in Soest doen
dat eigenlijk wel weggelaten zou kunnen worden. Wij
hebben de verschillende posten doorgespit, ook op
automatismen, en wij horen dan graag van de heer Vis
ser of van anderen welke zaken nog zouden kunnen
worden geschrapt. Overigens krijgt men nu in het voor
jaar een eerste aanzet van een meerjarenbegroting.
De heer Jonker heeft in dit verband nog gesproken
over een overzicht van hetgeen is gerealiseerd. Ik
meen dat wij daar nog eens nader over moeten spre
ken, met name wat betreft de vraag op welke termijn
na de afsluiting van een jaar zo-iets mogelijk is.
Wethouder MENNE: Mevrouw de voorzitter! De
heer Onderdelinden heeft de vraag herhaald of binnen
kort duidelijkheid is te verwachten over de bedrijfs
terreinen. Wij zullen inderdaad binnenkort komen
met een overzicht van de mogelijkheden van lokaties
van bedrijfsterreinen, met voor- en nadelen, een zaak
die al enige tijd wordt voorbereid. Ik hoop dat dit tot
resultaten zal leiden.
De heer ONDERDELINDEN: Wat verstaat u hier on
der „binnenkort"?
Wethouder MENNE: Ik meen dat behandeling hiervan
in de commissie ruimtelijke ordening wel in één
maand kan plaatsvinden, dus in januari 1980. Zóveel
praktische mogelijkheden voor bedrijfsterreinlokaties
zijn er nu ook weer niet.
Het ruimtelijke ordeningswerk in Soest is natuurlijk
wel iets dat karakter vergt; ik zeg dat met name aan
het adres van de heer Visser. Het kan vergeleken wor
den met een marathon; een marathon vergt conditie,
uithoudingsvermogen en karakter. In een beleidsplan
is eerder vastgesteld dat er een werkplan ruimtelijke
ordening moet komen en dan is het niet juist dat de
heer Visser zich hiertegen nu weer gaat afzetten door
te stellen dat wij daar eigenlijk niets aan hebben. Het
geen wij eerder met elkaar hebben afgesproken, moet
nu een follow up hebben en dat natuurlijk zo spoedig
mogelijk. Daarvoor is het eerste kwartaal 1980 ge
noemd en daar blijven wij naar streven.
De brief aan de marktkooplieden is ook nog even
door de heer Visser genoemd. Ik wijs erop dat wij
over deze zaak in de marktcommissie met de mensen
zélf hebben gesproken en deze brief blijkt bij andere
gemeenten wél te werken.
De heer Goote heeft opnieuw gesproken over het ver
snellen van de bouw in Overhees III en IV. Daarmee
hangt ook samen de eventuele aanwijzing van Amers
foort tot groeistad. Stel eens dat Amersfoort akkoord
gaat met de bouw van ruim 10.000 woningen tot
1990, dan nog slepen wij een tekort van 7.000 wonin
gen met ons mee. Ook het college vindt dat er zo mo
gelijk versnelling moet worden gebracht in de bouw
in Overhees III en IV. Wij hebben dat ook onder
zocht en daarbij is gebleken dat er bepaalde belemme
ringen voor deze gebieden zijn. Wij proberen zoveel
mogelijk versnelling in de uitvoering te bereiken, maar
of dat voor het gehele gebied kan gelden - gezien de
belemmeringen - is de vraag.
Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De heer
Jonker heeft nog gevraagd - in eerste termijn - of er
eigenlijk iets tegen is om ook bij raadsvergaderingen
een kwartiertje voor het publiek te reserveren, zoals
dat bijvoorbeeld in Baarn gebeurt. Ik meen dat dit
een kwestie is die nader moet worden besproken in de
commissie ABZ. Daar zou ook kunnen worden beke
ken of er eigenlijk wel iets vóór is om voorafgaand
aan de raadsvergadering een kwartiertje voor het pu
bliek te reserveren. Misschien is het ook goed dat
voorafgaand aan de bespreking in de commissie ABZ
de fracties zich eens hierover beraden.
De voorzitter schorst hierna de vergadering voor frac-
tieberaad over de door de heer Visser ingediende mo
tie.
Na hervatting der vergadering verleent de voorzitter
het woord aan mevrouw Greefhorst-Van Overdam.
Mevrouw GREEFHORST-VAN OVERDAM: Me
vrouw de voorzitter! Onze fractie zal tegen de mo
tie-Visser stemmen. Naar onze overtuiging horen de
ze zaken thuis op het hoogste niveau, te weten het
parlement, en niet in de gemeenteraad van Soest. Ik
wijs hierbij nog erop dat wij onlangs een motie van
een andere gemeente over de abortuskwestie niet
hebben ondersteund en ditzelfde moet onzes inziens
gelden voor deze zaak die in de motie-Visser wordt
aangesneden, een zaak waarover landelijk zoveel te
doen is.
De heer ONDERDELINDEN: Mevrouw de voorzit
ter! Iedereen - en natuurlijk ook onze fractie - is te
gen het afschuwelijke wapen dat atoomwapen heet,
maar dan zowel voor als achter het IJzeren Gordijn.
Het is niet juist deze aangelegenheid in de gemeente
raad te behandelen; ze hoort thuis in 's lands verga
derzaal. Op grond daarvan zal de gehele fractie tegen
de motie stemmen.