Het voorstel tot verhoging van de gastarieven, alsmede tot invoering van de calorische verrekening van het aardgas wordt zonder hoofdelijke stemming aangeno men. De centrale antenne-inrichting. De heer VAN DEN BRAKEL: Mevrouw de voorzitter! Ik meen dat er nog wel iets schort op het totale vlak van aanmelding en betaling. Ik hoor in de gemeente w el berichten over mensen die kabeltelevisie hebben, maar niet hebben betaald, terwijl er ook mensen zijn die al wel hebben betaald, maar nog géén kabeltelevi sie hebben. Daar zitten kennelijk nog wat problemen en ik zal dan ook graag zien dat hier eens een onder zoek naar wordt ingesteld. Wethouder HOEKSTRA: Mevrouw de voorzitter! Als het niet op een rijtje staat, zullen wij zo snel mogelijk ervoor zorgen dat het op een rijtje komt. De begroting van de centrale antenne-inrichting wordt zonder hoofdelijke stemming voorlopig vastgesteld. De stichting zwembaden. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! In de schrif telijke beantwoording van vragen zegt het college dat in het stichtingsbestuur binnenkort een discussienota aan de orde zal worden gesteld over mogelijke energie besparende maatregelen in zwembaden. Een woord voerder van het ministerie van volksgezondheid heeft gezegd dat openluchtzwembaden aanzienlijk zouden kunnen besparen op de energie die nodig is voor de verwarming van het water, als de baden later in het seizoen zouden opengaan dan nu het geval is. Bestaan daarvoor plannen in de gemeente Soest? De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Het tekort op de stichting zwembaden is opgelopen tot bijna f. 900.000,-. De uitgaven zijn met f. 125.000,- gestegen, dit wil zeggen met rond 8%. Een analyse leert dat dit gedeeltelijk het gevolg is van gestegen loonkos ten en gedeeltelijk het gevolg van gestegen energieprij zen. Een zwembad is op zichzelf een betrekkelijk mas sieve locomotief die geneigd is om door te gaan op grond van eenmaal ingenomen uitgangspunten. Ik meen dan ook dat het beter is om aan te sluiten op de benadering in vraag 11 van de schriftelijke vragen en antwoorden. Daar wordt in de eerste plaats gevraagd om een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van een grotere rentabiliteit van het zwembad. Dat is natuurlijk een grapje, want rentabiliteit moet zich toch boven het nulpunt afspelen, hetgeen natuurlijk nooit kan worden bereikt met een zwembad. Wel is het mo gelijk dat het college via de budgetmethode stelt dat het zwembad moet proberen de kostenstijging met bij voorbeeld f. 60.000,- te beperken. Met het oog hierop zouden dan alle factoren nog eens moeten worden na gelopen, verwarming, personeelsbestand, toezicht enz. Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter! In vraag 10 van de schriftelijke vragen en antwoorden heb ik gevraagd wat wij ons moeten voorstellen van de vo orgenomen investering van f. 200.000,-. Dit bedrag kon op geen enkele wijze onderbouwd worden en ook het percentage aan energiebesparing dat men hiermee denkt te bereiken, kon niet worden genoemd. Ander zijds betekent het opvoeren van een dergelijk bedrag wel de nodige hoofdbrekens voor ons, omdat wij ons dan moeten afvragen hoe wij zo'n bedrag kunnen dek ken. Nu dit bedrag is opgenomen, lijkt het ons gerecht vaardigd om te eisen van de stichting zwembaden dat men binnen drie maanden met een afgeronde nota komt waarin beargumenteerd wordt aangegeven waar om dit bedrag nodig is en hoe groot het percentage aan energiebesparing is dat hiermee kan worden be reikt, alsmede welke besparing in guldens hiermee wordt bereikt. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Inder daad kunnen er kostenbesparingen worden bereikt door een zwembad later te openen in het seizoen en de temperatuur van het water iets omlaag te brengen, zo als de heer Visser heeft gezegd. De heer VISSER: Het gaat mij alleen om het later opengaan van het openluchtzwembad in het seizoen, iets dat in den lande blijkbaar wordt aangemoedigd door het ministerie van volksgezondheid. Wethouder PLOMP: Ja, dat is duidelijk. Binnen de stichting zwembaden is men dan ook bezig om te be kijken hoe men tot die energiebesparende maatregelen kan komen. De heer Oldenboom heeft een aantal opmerkingen ge maakt over een beperking van de kostenstijging. Die zullen zeker aan het stichtingsbestuur worden doorge geven, hetgeen dan kan nagaan op welke wijze tot een lager bedrag kan worden gekomen. Dit punt zal dus nader in het stichtingsbestuur aan de orde worden ge steld. Mevrouw Allard stelt dat het plezierig zou zijn om een beter inzicht te krijgen in het bedrag van f. 200.000,— dat nu is opgevoerd. Ik kan haar toezeggen dat wij in derdaad zullen proberen ten spoedigste met wat dui delijker gegevens te komen hierover. Ik kan echter niet met zekerheid zeggen dat dit wel mogelijk is binnen drie maanden. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb nog geen goed antwoord gekregen van de wethouder en zal mijn vraag daarom directer stellen. Is het college bereid om voorstellen te doen dat met ingang van 1980 het zwembad later in het seizoen open wordt gesteld? Daarmee laten wij duidelijk zien dat er ener giebesparende maatregelen in Soest moeten worden getroffen. Wethouder PLOMP: Het antwoord hierop is „neen", mevrouw de voorzitter. Ik zal dit eerst graag aan de orde stellen in het bestuur van de stichting zwemba den. Nu kan ik hierop nog geen bevestigend antwoord geven. De heer VISSER: Horen wij dat dan binnenkort, in het komende voorjaar, zodat wij alsnog een maatregel in deze zin kunnen nemen als het stichtingsbestuur het ermee eens is? Wethouder PLOMP: Uiteraard is het natuurlijk het beste als hierover een uitspraak wordt gedaan vóórdat het zwembad wordt geopend in het komende voorjaar. Wij zullen hiernaar zeker streven. De heer VISSER: Ik houd u daaraan! Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter! Ik wil de wethouder adviseren om eens te gaan praten met de commissie energiebesparing waarover de heer Hoekstra zoeven heeft gesproken. Als ik mij goed her inner, is ook verleden jaar bij de begrotingsbehandeling gevraagd, wanneer die nota energiebesparing zwemba den eens komt. Nu zegt wethouder Plomp nog weer dat hij niet kan toezeggen dat die nota er over uiterlijk drie maanden zal zijn. Hij heeft voorts niet geant woord op mijn vraag of in die nota ook zal worden aangegeven welk percentage energie zal worden be spaard en wat dit uitgedrukt in guldens betekent. Als 276

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 337