hebben wij daar rigoureus een einde aan gemaakt, zij het dat voor één instantie nog een aflopende regeling werd getroffen die nu echter per 31 december a.s. af loopt. Bij die instantie gaat het in ieder geval niet om een bank, maar - naar ik meen - om een bepaald kerk genootschap dat zich nog kon beroepen op een toezeg ging uit het verleden. De regeling met dit kerkgenoot schap loopt nu echter ook af. Wij krijgen nog regelma tig verzoeken om gegevens uit het bevolkingsregister, maar die wijzen wij steeds af. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Wat de opmerkingen van de heer Goote betreft over de voor lichting, heb ik vanmorgen begrepen dat nu bekend is geworden wie de nieuwe burgemeester van Soest zal zijn. Dat is mij althans medegedeeld van de zijde van een plaatselijk blad dat vanavond hierover foto's of mededelingen zal publiceren. Ik vraag mij daarbij af, of men bij dat blad dan al van de Commissaris der Ko ningin of de minister heeft vernomen hoe de zaak nu erbij staat, maar als het juist is, betekent het dat wij naar aanleiding van het stuk in Op't Hoogt waarschijn lijk geen reacties behoeven te verwachten. De oproep in Op't Hoogt om een reactie te zenden hoe men de nieuwe burgemeester ziet, kan echter zeker voor ons nuttige informatie verschaffen om de nieuwe burge meester, als hij of zij er eenmaal is, te kunnen vertel len hoe hij of zij past in het nieuwe profiel dat wij hebben gehoord vanuit de bevolking. De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik begrijp uit de beantwoording van de heer Plomp dat wij dit stuk in Op't Hoogt niet serieus moeten nemen. Ik kan mij echter voorstellen dat burgers dit stuk wél se rieus nemen en er ook serieus op reageren. Het moet voor hen dan wel vreemd zijn als zij tot de ontdek king komen dat het niet serieus is bedoeld en dat er vervolgens niets mee wordt gedaan. Dit soort dingen behoren mijns inziens toch niet thuis in het voor lichtingsblad. De heer VISSER: Mevrouw de voorzitter! Ik ben niet tevreden over uw antwoord. In de vorige raadsperio de' hebben die verslagen steeds ter inzage gelegen en ik begrijp niet dat nu ineens het leven zo moeilijk zou worden als ze opnieuw ter inzage zouden worden ge legd. Het is natuurlijk onzin om te zeggen dat het al lemaal in de besluitenlijstjes van b. en w. staat, want die zijn net een cryptisch grafschrift. Het is wel te lezen, maar er valt niets uit te halen. Wanneer u wilt dat wij met uw adviseurs meeleven en steeds op de hoogte blijven van hetgeen er wordt uitgebroed dat van belang is voor onze besluitvorming, is het toch raadzaam om die verslagen ter inzage te leggen. Waar om kon dat anders vier jaar lang wel en nu ineens niet meer? Anders vraag ik het aan de nieuwe burge meester! De VOORZITTER: Dames en heren! Het lijkt mij inderdaad wel goed als de heer Visser met dit punt in de eerste vergadering met de nieuwe burgemeester komt. Ik begrijp niet goed waarom die verslagen vier jaar lang wel ter inzage zouden hebben gelegen, waar bij ik ook aanteken dat ik mij helemaal niet kan her inneren dat ze in die tijd ter inzage hebben gelegen. Maar goed, het is mijns inziens belangrijk dat een ad viesgroep de gelegenheid heeft om te brainstormen, waarbij men ook van mening moet kunnen verande ren. Het lijkt ons dan beter dat de raad pas over een en ander wordt geihformeerd op het moment dat er een zekere lijn naar voren komt. Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! De heer Goote heeft verondersteld dat het stuk inzake de pro fielschets door ons niet serieus is genomen. Ik heb de heer Goote beluisterd in de bijeenkomst met de Com missaris der Koningin en heb nu opnieuw gehoord, hoe naar de mening van de heer Goote de inspraak zal wegen bij burgemeestersbenoemingen. Duidelijk is dat de heer Goote meent dat inspraak daarbij niet veel zoden aan de dijk zal zetten. Wat de serieusheid van de inspraak betreft en de serieusheid waarmee wij de inspraak tegemoet willen treden, kan de heer Goote dan ook nauwelijks een verwijt maken naar anderen toe. Wij kunnen overigens, als reacties worden ge vraagd, nooit van te voren zeggen in hoeverre daarvan gebruik zal worden gemaakt. Hoofdstuk III (Openbare veiligheid). De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! In mijn algemene beschouwing van jl. maandag heb ik al aan geduid dat onze fractie het juist zou vinden als in deze gemeente meer aandacht zou worden besteed aan de brandpreventie. Ik heb daarbij ook verwezen naar ons gemeenteprogramma, terwijl dit punt dit jaar meerma len onderwerp van discussie is geweest in de commis sie algemene bestuurszaken. Om de een of andere re den is dit toch niet opgenomen in de begroting, ter wijl dat naar onze mening wel wenselijk is. Het ge- eigende middel daarvoor in het kader van de begro tingsbehandeling lijkt daarvoor het indienen van een motie. De VOORZITTER: Technisch gezien lijkt het mij toch beter om dan een amendement op dit punt in te dienen. De heer JONKER: Ja, ik denk dat u gelijk hebt. Dit amendement luidt dan: „De gemeenteraad van Soest in vergadering bijeen op woensdag 12 december 1979, overwegende: - dat er in Soest in het algemeen nog te weinig aan brandpreventie wordt gedaan; - dat de huidige mankracht niet toelaat om meer aandacht dan wenselijk hieraan te besteden; - dat met name op scholen, bedrijven en logeerin- richtingen regelmatig brandalarmoefeningen ge houden zouden moeten worden; verzoekt het college alsnog een bedrag van circa f. 55.000,— op de begroting op te voeren, waardoor een tweede kracht met als speciale taak brandpreven tie kan worden aangetrokken, en gaat over tot de orde van de dag." De heer BLAAUW: Mevrouw de voorzitter! Mijn fractievoorzitter heeft in de algemene beschouwingen gezegd dat ook wij op het punt van de brandweer nog zouden terugkomen bij de hoofdstuksgewijze behan deling. Gebleken is dat de brandweer steeds meer be hoefte krijgt aan een extra kracht. Wij hadden eigen lijk verwacht dat dit door het college al zou worden opgevoerd in de begroting, maar dat is niet gebeurd. Wij horen graag hoe het college hier nu tegenover staat. Bij de voorlichtingsavond onlangs bij de brand weer hebben wij gehoord - en daarover ook een reken som voorgeschoteld gekregen - dat er hard iemand no dig is om aan met name de preventie te gaan werken, zoals voorlichting bij scholen, ziekenhuizen, bejaar dentehuizen, winkels enz. Wij hebben begrepen dat voor dit werk legeskosten kunnen worden geheven en

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 341