wij zullen graag horen of deze kosten in een zekere ver
houding kunnen staan tot de kosten van de beroeps
kracht op dit punt. Wij voelen er zeer veel voor om
meer aan de brandpreventie te gaan doen.
Daarbij komt dat het u ongetwijfeld bekend is dat er
bij de brandweer in Soesterberg nog enige organisato
rische problemen zijn.
De VOORZITTER: Neen hoor, helemaal niet, maar ik
zal er straks wel op ingaan.
De heer BLAAUW: Ja, dat moet u dan straks maar
duidelijk maken. Ik heb begrepen dat er bij de brand
weer in Soesterberg maar vier bevelvoerenden zijn,
waarvan er binnenkort één vertrekt. Er blijven er dan
nog drie over, waarvan één niet werkzaam is in Soes
terberg zelf. Bij een calamiteit in Soesterberg kan het
dan ook voorkomen dat er een gebrek aan bevelvoe
renden is. Ook is mij gezegd dat administratieve zaken
nu blijven liggen en niet direct kunnen worden afge
werkt. Als wij nu een extra kracht aanstellen voor
brandpreventie, zou deze misschien ook een bepaalde
taak op zich kunnen nemen ten aanzien van Soester
berg. Daardoor zou meer continuïteit gewaarborgd
zijn.
De heer VAN LOGTENSTEIN: Mevrouw de voorzit
ter! Politie en brandweer zijn dit jaar, vooral in ma
teriële zin, nogal eens in de aandacht gekomen. Wij
spreken onze waardering uit voor de inzet van politie
en brandweer in dit jaar.
Het rapport over de politiesterkte is de afgelopen we
ken openbaar gemaakt. Kunnen wij dat ter inzage
krijgen? De kwestie van de brandpreventie ligt ook
ons na aan het hart. Het lijkt ons goed dat wij die
kwestie in ieder geval in april a.s. gaan opvoeren bij
de herzieningen; dat is het minste dat wij moeten
doen. Als men van mening is bij andere fracties dat
men nu al verder zou moeten gaan, lijkt mij een kort
overleg tussen de fractievoorzitters hierover wel wen
selijk.
De heer GOOTE: Mevrouw de voorzitter! Ik sluit
mij graag aan bij de vraag van de heer Van Logtenstein
om het rapport sterkte van de politie ter inzage te
leggen. Aan de hand daarvan kan dan worden beoor
deeld of het nuttig is om bepaalde zaken uit dit rap
port in de commissie algemene bestuurszaken te be
spreken.
Qua procedure vind ik het wat vreemd dat sommige
fracties het punt van de brandpreventie nu weer aan
de orde stellen. In de procedure tot vaststelling van
het beleidsplan is dit punt ook naar voren gekomen en
wij hebben toen in ieder geval de bewuste keuze ge
maakt om deze zaak niet in de eerste categorie van de
meest noodzakelijke zaken op te nemen. Logisch ge
volg daarvan is dat het naar onze mening op dit ogen
blik niet aan de orde kan zijn, maar pas in april a.s.,
bij de herziening van het beleidsplan, weer aan de or
de zou kunnen komen. Wij hebben de zaak van de
brandpreventie niet in de eerste categorie willen opne
men omdat wij sterk de indruk hebben dat door een
andere indeling van het werk hiervoor andere oplos
singen te vinden zijn.
De heer NUIJTEN: Mevrouw de voorzitter! Onder de
paragraaf veiligheid van het beleidsplan is als doelstel
ling vermeld het bevorderen van een doelmatige brand
preventie. Het gaat daarbij om het geven van adviezen
en voorlichting en het houden van alarmoefeningen op
scholen en gebouwen waar veel personen werken of
wonen. Soest beschikt echter slechts over één man in
vaste dienst die zich hiermee bezig kan houden, nl. de
plaatsvervangend brandweercommandant. In het be
leidsplan wordt dan ook terecht gesteld dat het nood
zakelijk is, ter uitvoering van deze activiteiten het
brandweerpersoneel met één lid uit te breiden. Deze
noodzaak is onlangs, met cijfers onderbouwd, nog
naar voren gekomen op de voorlichtingsavond die de
brandweer op 14 november jl. voor de raadsleden
heeft gegeven, dus op een tijdstip dat de prioriteiten
lijst al was opgesteld. Nu is toch met cijfers aange
toond hoe noodzakelijk de brandpreventieman is.
Ook Progressief Soest pleit er graag voor dat al bij de
begroting voor 1980 wordt uitgegaan van een tweede
brandpreventieman. Wij nodigen het college uit, zo
spoedig mogelijk over te gaan tot het aanstellen van
deze zeer noodzakelijke functionaris. Wij ondersteu
nen dan ook het amendement van D'66.
De VOORZITTER: Dames en heren! Het rapport
sterkte van de politie is nu openbaar, zodat er niets
tegen is om het ter inzage te leggen. Ik heb het al eni
ge tijd geleden gelezen en heb de indruk dat er niet
veel uitgehaald kan worden waarmee Soest zijn voor
deel kan doen. Het gaat in dit rapport vooral over het
feit dat bij een aantal korpsen in de administratieve
werkzaamheden te veel uren gaan zitten. Wij hebben
dit voor Soest eens nader bekeken - en ik meen ook
dat wij hierover al eens in de commissie hebben ge
sproken - waarbij is gebleken dat maar een klein deel
van de werkzaamheden ligt op het vlak van de admi
nistratieve werkzaamheden. Eigenlijk zouden wij in
Soest ook voor de administratieve werkzaamheden nog
meer mankracht moeten hebben. In het rapport wor
den twee mogelijkheden tot verbetering van de huidi
ge situatie aangegeven, nl. uitbreiding van de korpsen -
waarover de minister van binnenlandse zaken zal
moeten beslissen - of het inschakelen van mensen voor
administratieve werkzaamheden bij de politie die niet
tot de sterkte worden gerekend. Dat wordt dus een af
weging van prioriteiten.
In het beleidsplan hebben wij inderdaad opgenomen
dat de mogelijkheden om wat te doen aan brandpre
ventie, zouden moeten worden uitgebreid. Men mag
van mij aannemen dat ik daar in principe ook voor
standster van ben. Het gaat hier vooral om een goede
uitvoering van de nieuwe brandbeveiligingsverorde
ning. Echter, de raad heeft indertijd gekozen voor een
aantal prioriteiten die nu ook in een voorstel zijn op
genomen dat aan het slot van de begrotingsbehande
ling in bespreking komt en daarbij is deze zaak niet
opgenomen. De raad kan nu natuurlijk anders beslui
ten en prioriteit geven aan de brandpreventie, maar de
raad dient dan ook aan te geven waar het bedrag van
f. 55.000,- vandaan kan worden gehaald. Bovendien
lijkt het mij niet juist, nu eenmaal een opstelling van
prioriteiten is gemaakt, om daarvan al meteen bij de
eerste de beste gelegenheid weer af te gaan wijken,
want waar blijven wij dan? Echter, als de raad dit dan
wil doen, zal hij ook moeten aangeven waar het geld
vandaan moet komen, want het komt niet uit de lucht
vallen. Het geld kan misschien gehaald worden uit de
post onvoorzien, maar daar wordt dan wel een zeer
forse aanslag op gedaan, of men moet het halen uit de
posten die wij in het zojuist genoemde voorstel heb
ben genoemd, Ik vind brandpreventie een enorm be
langrijke zaak, maar de raad heeft daar indertijd niet
voor gekozen.