De heer JONKER: Mevrouw de voorzitter! Uw uitla
ting heeft mij ook wel enigszins aan het denken gezet.
Ik vraag mij af welke versnelling wij zouden hebben
bereikt als wij het toenmalige procedurevoorstel zou
den hebben gevolgd. Ik zie dat toch niet zitten. Het
wordt overigens wel een kwestie van persoonlijke
inschatting, want u schat in dat dit een versnelling zou
hebben betekend, terwijl dat naar mijn inschatting
juist tot ernstige vertraging en misschien nog méér el
lende zou hebben geleid. Ik ben dan ook nog steeds
blij met de beslissing die de raad toen genomen heeft.
De heer OLDENBOOM: Mevrouw de voorzitter! Ik wil
er ook nog op wijzen dat enkele zaken nog niet zijn
beantwoord. Ik heb een vraag gesteld over een even
tueel nieuw rapport over geluidhinder in Soesterberg.
De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter! Is door
Ons Belang al bij het college een sloopvergunning voor
de door de heer Ebbers genoemde woningen aange
vraagd?
De VOORZITTER: Neen, dat is niet het geval. Wat
het procedurevoorstel van verleden jaar betreft, heb-
b en wij toen voorgesteld om eerst een inventarisatie
te maken, met inschakeling van de bevolking, van de
knelpunten zoals men die in Soest zag. Die eerste fa
se heeft de raad toen uit de procedure gehaald. Ove
rigens moet ik nu uit mijn geheugen spreken, want ik
heb het stuk niet bij mij.
De heer GOOTE: Ik heb het wél bij mij en daaruit
blijkt dat het anders is dan u nu zegt.
De VOORZITTER: Maar in de discussie is de eerste
fase er toch helemaal uitgehaald? Ik zie nu bevesti
gend knikken in de raad. Het geeft nu vertraging dat
die eerste fase er indertijd uitgehaald is.
De heer GOOTE: Wat heeft dat nu met de woning
bouw te maken?
De VOORZITTER: Maar daar hebben wij het nu niet
over in dit verband.
De heer GOOTE: Daarover heeft wel iedereen in de
raad het gehad.
Wethouder MENNE: Neen, dat is niet juist. De heer
Goote is nu niet consequent, terwijl hij dat meestal
wél is. De heer Oldenboom heeft nl. uitdrukkelijk ge
sproken over de knelpunten bij de ruimtelijke orde
ning en daarop ben ik ook ingegaan. Hij heeft dus na
drukkelijk gesproken over het brede terrein van de he
le ruimtelijke ordening. Pas later heeft hij een en an
der toegespitst op de woningbouw. De woningbouw
heeft er ook wel degelijk mee te maken; het is niet
los te zien van bijvoorbeeld de centrale voorzienin
gen.
Mevrouw KORTHUIS-ELIONIk begrijp nog steeds
niet welke vertraging er is opgetreden bij het plan Dal-
weg door niet eerst een fase in te lassen van inventarisa
tie met inschakeling van de bevolking. Het gaat er bij
mij niet in dat door het eruit halen van die eerste fa
se juist vertraging is opgetreden.
De VOORZITTER: Maar u doet nu net alsof u bin
nen drie maanden na een beslissing om de procedure
heel anders te doen zijn, een compleet bestemmings
plan kunt vaststellen.
Mevrouw KORTHUIS-ELION: Neen, maar wél kan
dan binnen een jaar een grove lijn besproken worden
in de commissie ruimtelijke ordening. Het is al een
jaar geleden.
Wethouder MENNE: Wij komen binnen een jaar ook
met een grove lijn in de commissie.
De VOORZITTER: U hebt in maart de keuze gedaan
voor de plaats en toen moest er begonnen worden.
Wethouder MENNE: Maandag heb ik ook al gezegd
d at wij in januari a.s. een schets terzake kunnen be
spreken.
Het rapport geluidhinder dat nog is genoemd, hebben
wij nog steeds niet kunnen bemachtigen. Wij betreuren
dat natuurlijk, maar het is nog niet gelukt.
De geluidslijnen staan nu woningbouw in Soesterberg
toch nog voor een deel in de weg. Wij hopen inderdaad
dat het nieuwe rapport - de heer Ebbers heeft hierop
ook al eens gezinspeeld - nog wat soelaas zal gaan bie
den, maar wij hebben het rapport nog niet gekregen.
Het is kennelijk nog niet zo ver dat het kan worden
vrijgegeven, terwijl wij al overal hebben geïnformeerd,
bij het ministerie, bij de provincie en bij de afdelin
gen van het ministerie van defensie die in Soest zijn
gevestigd.
Hoofdstuk VI (Openbare werken).
Mevrouw ALLARD-KNOL: Mevrouw de voorzitter!
In verkiezingsprogramma's, AWOS-nota, beleidsplan,
prioriteitenlijst: Overal vindt u de mening neergelegd
dat er in Soest grote behoefte bestaat aan een ver
keerscirculatieplan en wel op korte termijn. Er wordt
aan gewerkt, maar ik heb grote zorgen over de goede
voortgang. Wij zitten met een aantal verkeersproble
men, zowel op het gebied van de verkeerstechniek als
op het gebied van de verkeersveiligheid, die spoedig
om een oplossing vragen. Daarom meen ik dat wij
met grote voortvarendheid deze totale problematiek
ter hand moeten nemen en onze tijd, energie, geld en
inventiviteit niet moeten verdoen met partiële oplos
singen te zoeken, deeloplossingen die ons bij het op
stellen en uitvoeren van het verkeerscirculatieplan
kunnen opbreken in die zin dat het keiharde rand
voorwaarden zijn geworden die zeer belemmerend
kunnen gaan werken. Een simpel voorbeeld: Als wij in
een deeloplossing besluiten een voorrang te wijzigen,
betekent dit - zeker in de eerste maanden - een vergro
te verkeersonveiligheid, omdat mensen nu eenmaal
bepaalde gewoonten hebben. Zou over een jaar, ter
uitvoering van het totale plan, blijken dat de voorrang
opnieuw gewijzigd moet worden, dan krijgt men op
nieuw een aantal maanden die verkeersonveüige situa
tie. Iets dergelijks is het creëren van black spots en
dit is uit een oogpunt van verkeersveiligheid niet ac
ceptabel.
Wat de financiële kant betreft, heb ik nog eens navraag
gedaan. Gebleken is daarbij dat er bij diverse ministe
ries fondsen zijn waaruit subsidies worden verstrekt.
Het ministerie van economische zaken verstrekt bij
voorbeeld subsidie als binnen een totaalplan aange
toond kan worden dat een gunstiger situatie is ont
staan ten aanzien van bereikbaarheid en veiligheid in
een winkelstraat. Het ministerie van verkeer en water
staat verstrekt deze als aan de hand van een totaalplan
kan worden aangetoond dat het verkeer veiliger en be
ter gaat circuleren, bij het ministerie van volkshuisves
ting en ruimtelijke ordening kan subsidie worden ver
kregen als aan de hand van een totaalplan kan worden
aangetoond dat verkeersluwe woonwijken zijn ge
creëerd.