len proberen, in overleg met de OAD - de overlegsitua tie met deze instantie krijgt nu wat meer gestalte, doordat wij dichter bij een oplossing zijn gekomen in zake de systeembegeleiding - tot een oplossing te ko men. Er vindt dus zowel met de scholen als met de OAD overleg plaats, maar de zaak is nog niet afgerond. Ik kan ook geen precieze data geven op dit punt, maar hoop dat wel te kunnen doen in de eerstvolgende ver gadering van de commissie onderwijs. Ik moet dit even checken. Wat het besturenoverleg betreft, hebben wij natuur lijk na het verschijnen van de onderwijsnota intern een schema gemaakt voor de uitvoering van de ver schillende daarin genoemde punten. Dat schema is tot nu toe uitstekend aangehouden met betrekking tot het besturenoverleg. Door de besturen van de bijzon dere scholen wordt het besturenoverleg zeer op prijs gesteld. De contacten vinden regelmatig plaats, maar ook tussendoor - als zich zaken voordoen waarover overleg gewenst is - vindt overleg plaats. Het is plezie rig dat men gemakkelijk met elkaar contact legt. De heer Verheus heeft gevraagd of het mogelijk is voor 1981 de kosten van het kleuteronderwijs en misschien nog andere vormen van onderwijs enigszins te drukken. Dit kan uiteraard nader worden bekeken. De begrotingsposten onderwijs worden natuurlijk iedere keer bij de voorbereiding van de begroting aan een kritisch onderzoek onderworpen. Ik moet wel op merken dat bezuinigingen mijns inziens alleen zouden kunnen worden gevonden in de overschrijdingsbedra gen en die zijn ontstaan naar aanleiding van ontwikke lingen in het onderwijs die wij vaak ook zelf hebben gewild. Als wij daar tot bezuinigingen willen komen, zou dat bijvoorbeeld moeten inhouden dat wij het onderhoud zouden moeten beperken of uitstellen, het geen dan weer achterstallig onderhoud in de toe komst zou kunnen betekenen, met allerlei ook finan ciële consequenties. Daarnaast bestaat misschien het gevaar dat bezuiniging betekent dat de kwaliteit van het onderwijs eronder gaat lijden, omdat wij juist de bedragen jaarlijks bijstellen naar aanleiding van de be hoeften die er zijn. Het lijkt mij juist om toch scherp in de gaten te houden dat de kwaliteit van het onder wijs niet achteruit mag gaan, maar dat zal ook zeker niet de bedoeling van de heer Verheus zijn. Mevrouw TOMASSEN-HOLSHEIMER: Mevrouw de voorzitter! Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag wat er wordt gedaan om de ouders van buitenlandse kinderen te motiveren om hun kinderen de lessen te laten volgen. Hetzelfde geldt voor de kin deren zelf. Die vraag is vooral ingegeven doordat met name de meisjes vaak de léssen verzuimen. De heer VERHEUS: Mevrouw de voorzitter.' Ik heb niet expliciet over alleen het kleuteronderwijs gespro ken, maar over alle vormen van onderwijs. Mevrouw Tomassen heeft inzake het kleuteronderwijs gewezen op de post voor verversing van het zand in de zandbak ken, een nogal forse post, maar zo zouden er nog meer zaken kunnen worden genoemd. Ik wil natuur lijk niet zeggen dat wij onderhoudswerkzaamheden steeds maar moeten uitstellen, want dan spannen wij het paard achter de wagen. Ik ben verder wel tevreden met de toezegging van de wethouder dat er, vooral wat betreft de vergoedingen die hoger gaan dan de normen aangeven, nagegaan zal worden, of daar niet steeds het automatisme zal behoeven te gelden. 290 Wethouder PLOMP: Mevrouw de voorzitter! Uiter aard moeten wij ons niet laten verleiden tot automatis men, maar steeds ieder jaar de zaak goed bekijken. Ik neem aan dat bij de behandeling van komende begro tingen in de commissie onderwijs ook de heer Verheus hierop mede alert zal zijn. De vraag van mevrouw Tomassen had ik zo begrepen dat die betrekking had op de kinderen zelf, maar het gaat mevrouw Tomassen dus mede om de ouders van de anderstalige kinderen. Deze ouders worden door een werkgroep speciaal benaderd, hetgeen mevrouw Tomassen wel bekend zal zijn. Wij hebben steeds per kwartaal een overleg met deze werkgroep, waar de problemen aan de orde komen. De contacten met de ouders worden in de eerste plaats vanuit deze werk groep gelegd en dat doet deze groep ook graag zelf. Dat lijkt ons ook het beste, vooral omdat het bij de motivatie toch vooral om een goede communicatie gaat. Zaken die de gemeente belangrijk acht, kunnen echter ieder kwartaal in het overleg met deze werk groep aan de orde worden gesteld. De voorstellen tot vaststelling van het getal lesuren vakonderwijs voor 1980, tot vaststelling van het be drag per leerling voor het bijzonder b.l.o. 1980 en tot vaststelling van het bedrag per leerling voor het open baar g.l.o. 1980 worden achtereenvolgens zonder hoof delijke stemming aangenomen. Hoofdstuk VIII, paragraaf 7 (cultuur en recreatie). Hierbij is tevens aan de orde het voorstel tot het in stemmen met de raambegroting van de regionale mu ziekschool Amersfoort. Mevrouw VAN GELDER-CORNELISSEN: Mevrouw de voorzitter! Inzake de subsidie voor de militaire te huizen wordt in de schriftelijke beantwoording door het college gezegd: „Bij de totstandkoming van het eerste vierjarenplan voor sociaal-culturele activiteiten (1981/1984) zul len de middelen van begrotingspost 08.7022 niet meer automatisch bestemd worden voor militaire tehuizen, doch zullen een bestemming krijgen voor plaatselijke sociaal-culturele activiteiten en voorzie ningen." Bedoelt het college hiermee dat de post voor militaire tehuizen nu voor het laatst op de begroting staat, óf dat op een ander moment hierover nog een bepaald besluit moet worden genomen? De heer GERTH: Mevrouw de voorzitter! Indertijd heb ik een vraag gesteld over de mogelijkheden van het parkeren bij recreatieterreinen. Het is mogelijk dat dit in het verkeerscirculatieplan wordt ingepast, maar ik zal er toch graag iets over horen. Mevrouw BLOMMERS-BIEZENO: Mevrouw de voor zitter! In de begroting is nog steeds een bedrag van f. 650.000,- opgenomen voor nieuwbouw voor het jeugdwerk Soesterberg. Gaat het college er inderdaad nog steeds van uit dat er nieuwbouw moet worden ge pleegd en dat alternatieven niet mogelijk zijn? Over post 08.7064 is een vraag in de commissie ge steld; het gaat hier om de incidentele bijdragen in de kosten van het (vrijwillige) jeugd- en jongerenwerk. Uit het antwoord hierop blijkt dat er de laatste drie jaar, door het opvoeren van een andere post voor va kantiewerk, eigenlijk bijzonder weinig gebruik is ge maakt van deze post. Verdient het dan geen aanbeve ling om deze post te verlagen? Helemaal schrappen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1979 | | pagina 351